Lunacek: EP moet blijven aandringen op visumliberalisering met Kosovo
Zeven jaar na de onafhankelijkheidsverklaring wordt Kosovo nog steeds geconfronteerd met veel uitdagingen, zoals de slechte economische vooruitzichten en de hoge werkloosheid. De onafhankelijkheid is al erkend door 23 lidstaten. Het Europees Parlement i stemt vandaag over een resolutie van Ulrike Lunacek i, een Oostenrijks lid van De Groenen i/EVA over het Europese integratieproces van Kosovo. We spraken voorafgaand aan de stemming met de rapporteur.
De laatste tijd horen we over een nieuwe ‘Kosovo exodus’: duizenden mensen steken de Servisch-Hongaarse grens over in de hoop op een beter leven in de EU. Hoe ziet u dit?
Er zijn verschillende redenen waarom zo veel Kosovaarse burgers hun land verlaten. Kosovo is het enige land in de Westelijke Balkan waarvan burgers niet vrij naar de EU mogen reizen voor een periode van drie maanden. Deze jongste Europese staat is nog niet - zeven jaar na de onafhankelijkheidsverklaring - een volwaardig lid van de internationale gemeenschap. Daarnaast voldoet de nieuwe regering [sinds december 2014] niet aan de verwachtingen voor verandering: meer banen, betere gezondheidszorg en onderwijs.
Mijn verslag roept de regering in Pristina op om concrete stappen te zetten naar het geven van een toekomst in een bloeiend Kosovo aan haar burgers.
Het toont ook aan dat het EP moet blijven aandringen op visumliberalisering, het meest tastbare wat mensen begrijpen en voelen. De angst van sommige EU-lidstaten dat de burgers van Kosovo deze landen zouden overstromen, is ongegrond: dit is niet gebeurd met één van de andere vijf landen van de Westelijke Balkan die in 2010 visumliberalisering kregen.
De EU heeft actief deelgenomen aan de internationale inspanningen voor de wederopbouw en ontwikkeling van Kosovo sinds 1999 en is zij is de grootste donor. Wat kan er nog meer worden gedaan? Draagt de Kosovaarse regering voldoende bij?
Zoals ik al zei, zeven jaar na de onafhankelijkheid is Kosovo nog steeds geen volwaardige onafhankelijke republiek. De positieve impact van de EU op Kosovo is hierdoor aanzienlijk verzwakt, bijvoorbeeld wat betreft de gezamenlijke inspanningen voor de bestrijding van corruptie en georganiseerde misdaad. Mijn verslag dringt er opnieuw bij de laatste vijf EU-landen op aan om zonder vertraging Kosovo te erkennen.
In de richting van de Kosovaarse regering bevat mijn verslag ook oproepen om de strijd tegen corruptie en georganiseerde misdaad te versterken en voor de voortzetting van de constructieve dialoog tussen Pristina en Belgrado, alsook voor concrete vooruitgang voor het versterken van de rechtsstaat en de persvrijheid. Er kan geen vooruitgang in de strijd tegen corruptie zijn, zonder positieve samenwerking tussen EULEX en de Kosovaarse autoriteiten, met inbegrip van de overheid.
15 jaar na het einde van de oorlog, staan de Kosovaren nog steeds voor veel uitdagingen. Het land is één van de armste landen van Europa en 35% van de bevolking heeft geen werk (55,3% van de jongeren). Welke andere uitdagingen zijn er? Kan EU-integratie helpen?
Inderdaad, de algemene sfeer in Kosovo naar de EU is tanende omdat de hoop op en verwachtingen van de EU en haar spelers zo hoog waren en de EU heeft zeker niet aan deze verwachtingen voldaan. De economische crisis, de werkloosheid, vooral onder jongeren, hebben de desillusie over het politieke systeem thuis in Kosovo verergerd.
EU-integratie is de sleutel voor stabilisatie van Kosovo en de hele regio. De stemming door een duidelijke meerderheid van de EP-commissie Buitenlandse Zaken - en hopelijk deze week het EP als geheel - laat sterke steun voor de Europese toekomst van Kosovo zien.
REF. : 20150310STO33146