Inschrijvingsgeld en beurzen voor studenten lopen in Europa sterk uiteen
Europese Commissie
Persbericht
Brussel, 17 oktober 2014
Inschrijvingsgeld en beurzen voor studenten lopen in Europa i sterk uiteen
Er bestaan in Europa nog steeds grote verschillen wat de hoogte van het inschrijvingsgeld en van de studiebeurzen en studieleningen betreft, zo blijkt uit een verslag dat vandaag is gepubliceerd door het Euridyce-netwerk van de Europese Commissie. Het verslag, waarin 33 Europese landen i onder de loep worden genomen, laat zien dat de stelsels waarbij inschrijvingsgeld wordt geheven, in heel Europa relatief stabiel zijn gebleven, ondanks een aantal opmerkelijke uitzonderingen. Duitsland is het enige land dat sinds kort het inschrijvingsgeld heeft afgeschaft, hoewel het dit pas in 2007 had ingevoerd.
Estland heeft zijn studiefinancieringsstelsel in 2014 grondig op de schop genomen, door het inschrijvingsgeld aan de studieprestaties te koppelen: alleen studenten die vertraging oplopen (d.w.z. niet elk jaar het vereiste aantal studiepunten behalen) zijn inschrijvingsgeld verschuldigd. Ook in andere landen, zoals Tsjechië, Spanje, Kroatië, Hongarije, Oostenrijk, Polen en Slowakije, bestaat een soortgelijke koppeling tussen inschrijvingsgeld en slechte studieprestaties.
Na een ingrijpende hervorming van zijn hogeronderwijsstelsel in 2012 kent het VK (Engeland) het hoogste inschrijvingsgeld in Europa. Dit inschrijvingsgeld hoeft niet onmiddellijk te worden voldaan, maar pas nadat de student is afgestudeerd en zijn inkomsten boven een bepaalde drempel liggen; dit is een uniek model in Europa. Studenten in Ierland, Italië, Letland, Litouwen, Hongarije, Nederland en Slovenië zijn vooraf een vrij hoog inschrijvingsgeld verschuldigd.
"Het is van essentieel belang dat jongeren in Europa betere toegang tot hoger onderwijs krijgen. Hierdoor nemen niet alleen hun kansen op een goede baan aanzienlijk toe, maar krijgen ook onze economieën, die niet buiten de innovatieve ideeën en de creativiteit van getalenteerde academici kunnen, een impuls", aldus Androulla Vassiliou i, Europees commissaris i voor Onderwijs, Cultuur, Meertaligheid en Jeugdzaken. "Wanneer de lidstaten besluiten inschrijvingsgeld in te voeren, moeten zij telkens de nodige maatregelen treffen, waaronder studiebeurzen, om ervoor te zorgen dat iedereen op voet van gelijkheid toegang tot hoger onderwijs heeft, met name studenten uit kansarme milieus."
Het verslag, National student fee and support systems in European Higher Education 2014/2015, wijst op de sterk uiteenlopende aantallen studenten die inschrijvingsgeld verschuldigd zijn voor hun studie aan door de overheid gefinancierde instellingen voor hoger onderwijs. Veel landen - Cyprus, Denemarken, Duitsland, Griekenland, Malta, Finland, Zweden, het VK (Schotland), Noorwegen en Turkije - heffen helemaal geen inschrijvingsgeld. Aan het andere eind van het spectrum staan negen landen (Tsjechië, Nederland, Portugal, Slowakije, het Verenigd Koninkrijk (Engeland, Wales en Noord-Ierland), IJsland en Liechtenstein), waar van alle bachelorstudenten inschrijvingsgeld wordt verlangd.
In de meeste Europese landen ontvangt slechts een minderheid van studenten een beurs. In negen landen hebben alle (Cyprus, Denemarken, Malta en Finland) of de meeste studenten (Luxemburg, Nederland, het Verenigd Koninkrijk (Schotland), Zweden en Noorwegen) recht op een studiebeurs. IJsland is het enige land dat geen overheidsbeurzen toekent, hoewel hierover momenteel wel wordt nagedacht.
In 35 onderwijsstelsels (sommige landen hebben meer dan één stelsel, bijvoorbeeld België en het VK) worden beurzen op basis van financiële behoeften aan bepaalde of alle studenten toegekend (Denemarken, Finland en Zweden kennen universele beurzen toe aan voltijdstudenten, op voorwaarde dat zij aan de minimaal vereiste studieprestaties voldoen); in 23 stelsels worden beurzen verleend op basis van prestaties, waaraan weer een beoordeling van de studieresultaten ten grondslag ligt. Bijna al deze stelsels kennen een combinatie van beurzen die op basis van behoeften en beurzen die op basis van prestaties worden toegekend.
In ongeveer de helft van de landen waarop het verslag betrekking heeft, spelen door de overheid gesubsidieerde studieleningen een belangrijke rol bij de ondersteuning van studenten. Tevens hangt ook in ongeveer de helft van de landen de steun voor een deel van de algemene gezinstoestand af en wordt hij niet rechtstreeks aan de studenten uitgekeerd, maar in de vorm van belastingvoordelen voor de ouders of in de vorm van gezinstoelagen.
Achtergrond
Dit jaarlijkse Eurydice-verslag bevat een vergelijkend overzicht van de stelsels van inschrijvingsgeld en steun voor studenten (studiebeurzen en studieleningen). Het bestrijkt 33 Europese landen (de lidstaten van de EU, alsmede IJsland, Liechtenstein, Noorwegen, Montenegro en Turkije).
Het biedt ook landenspecifieke informatie, onder meer over:
inschrijvingsgeld (gedifferentieerd naar cyclus - bachelor/master) op jaarbasis (voor zowel deeltijd- als voltijdstudenten), met de vermelding of internationale studenten in vergelijking met nationale/EU-studenten ander inschrijvingsgeld betalen. Het inschrijvingsgeld omvat alle kosten ten laste van studenten, met inbegrip van registratie-, toelatings- en certificeringskosten;
steun in de vorm van een beurs, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen beurzen op basis van behoeften en beurzen op basis van prestaties;
drie andere vormen van steun voor studenten, wanneer die een hoofdkenmerk van het desbetreffende stelsel zijn: leningen (indien er een nationaal stelsel voor studieleningen bestaat en meer dan 5 % van de studenten een lening opneemt); belastingvoordelen voor ouders en gezinstoelagen;
voorgenomen hervormingen van het overheidsstelsel van inschrijvingsgeld en steun voor studenten, die op regeringsniveau worden besproken (korte beschrijving).
Blijkens een in juni door de Europese Commissie gepubliceerd afzonderlijk verslag (zie IP/14/709 ) komen door de invoering van inschrijvingsgeld doorgaans in totaal meer financiële middelen voor het hoger onderwijs beschikbaar, ook al worden deze nieuwe inkomsten niet altijd geïnvesteerd in maatregelen - zoals meer plaatsen voor docenten - waardoor de kwaliteit van het onderwijs rechtstreeks wordt verbeterd.
Tevens bleek uit dit verslag dat het inschrijvingsgeld in het algemeen geen negatief effect heeft op het aantal studenten dat zich voor het hoger onderwijs inschrijft, ook niet waar het studenten uit lagere sociaaleconomische groepen betreft, behalve wanneer zij daardoor met uitzonderlijk hoge financiële lasten worden geconfronteerd. Een verhoging van het inschrijvingsgeld kan er evenwel toe leiden dat zich minder oudere studenten inschrijven. In het verslag werd onderstreept dat beurzen en/of leningen van wezenlijk belang zijn om de negatieve gevolgen te compenseren die het inschrijvingsgeld of de verhoging daarvan kan hebben voor het aantal inschrijvingen aan universiteiten of hogescholen, met name van studenten uit kwetsbare groepen.
Eurydice
Het Eurydice-netwerk van de Europese Commissie biedt informatie over en analyses van de onderwijsstelsels en het onderwijsbeleid in Europa. Het bestaat uit 40 nationale diensten in 36 landen die deelnemen aan het "Erasmus+"-programma van de EU (de EU-lidstaten, Bosnië en Herzegovina, IJsland, Liechtenstein, Montenegro, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Noorwegen, Servië en Turkije). De coördinatie en het beheer zijn in handen van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur in Brussel, dat studies voorbereidt en verschillende onlinebronnen ter beschikking stelt.
Meer informatie
Volledig verslag (EN)
Europese Commissie: Onderwijs en opleiding
Website van Androulla Vassiliou
Volg Androulla Vassiliou op Twitter @VassiliouEU
Bijlage
Percentage studenten die in eerste cyclus van hogeronderwijsprogramma's inschrijvingsgeld betalen (2014/2015)
Percentage studenten die in eerste cyclus beurs ontvangen (2014/2015)
Specifieke opmerking voor landen
Voor Engeland, Wales en Noord-Ierland laten de gegevens zien aan welk deel van de voor steun in aanmerking komende aanvragers een beurs is toegekend. Niet alle aanvragers schrijven zich in als student.