"Alles is Europa"
DEN HAAG (PDC i) - Voor Mendeltje van Keulen i is het helder: Nederland moet zijn invloed in Europa vergroten. Als klein land, met maar 26 Europarlementariërs, is dat niet eenvoudig. Van Keulen ziet de problemen en beperkingen, maar houdt in haar betoog steeds de oplossing voor ogen.
Volgens haar moet Nederland drie dingen doen om meer grip te krijgen op de Europese besluitvorming.
1. Prioriteren
Allereerst moet Nederland prioriteren. Wat willen we wel en niet in Europa? Nederland kan zich niet met alle onderwerpen intensief bemoeien. De meerderheid van de Kamer beslist daarom tijdens procedurevergaderingen per commissie welke prioriteiten er zijn.
2. Tijdig en adequaat beïnvloeden
Als duidelijk is welke prioriteiten er zijn, is het van het grootste belang om de beleidsvorming tijdig en adequaat te beïnvloeden. Hier zijn we niet goed in. Nederland mist nog te vaak de boot. Minister Timmermans i noemde dit 'de Europese quickstep': te vroeg, te vroeg en dan te laat. Dit gevoel van gebrek aan invloed is natuurlijk buitengewoon frustrerend.
Dat het Nederland zo slecht lukt om grip te krijgen op de Europese besluitvorming heeft verschillende oorzaken. De kleine delegatie, de afstand tussen Brussel en Den Haag (te weinig contact tussen Europarlementariërs en Kamerleden), maar ook het gebeuren van ‘events’ (zoals een crisis) maken dat Nederland te vaak achter de feiten aanloopt.
Ook is het lastig gebleken om de juiste informatie bij de juiste persoon te krijgen. Niet alle parlementariërs hielden op hun dossier bij wat er in Europa gebeurde. Dat was dan een taak voor de collega die zich bezighield met Europese zaken. Meer en meer beseffen Kamerleden dat aan vrijwel ieder dossier ook een Europese kant zit en wordt hier ook meer rekening mee gehouden. Voor nieuwe (vaak jonge) fractiemedewerkers is dit al een vanzelfsprekendheid.
3. Samenwerken
Ten derde moet Nederland samenwerken met andere landen. Er zijn nu 28 lidstaten, met 41 nationale parlementen die zich voor een groot deel tegelijkertijd met dezelfde onderwerpen bezighouden. Het is dus belangrijk om informatie uit te wisselen en samen te werken. Natuurlijk zijn er de culturele verschillen die samenwerking soms bemoeilijken. Maar als Nederland begin je niet veel in je eentje, je moet wel samenwerken.
Media
In het vraaggesprek na haar betoog kwam ook weer de vraag aan de orde waarom de media zo weinig aandacht besteden aan Europese politiek. Van Keulen stelt dat veel journalisten aangeven dat ze het vaak te technisch vinden en dat er te weinig reuring is.
Ook zie je bij de media dat er vaak een Europacorrespondent is, die exclusief de Europese politiek verslaat. Dit terwijl je eigenlijk bij ieder onderwerp de Europese kant zou moeten laten zien. Hier zie je dus hetzelfde fenomeen als in het parlement: het opdelen van onderwerpen waarbij Europa als apart onderwerp wordt gezien, terwijl het eigenlijk een onderdeel is van vrijwel ieder onderwerp: alles is Europa.
Bolkestein zei ooit: “Hoe saaier de politiek, hoe gelukkiger het volk”. Dat we zo weinig horen over de Europese politiek kan dus ook een goed teken zijn.
Bron: ProDemos - Huis voor Democratie en Rechtsstaat