Europese subsidies voor onderzoek carrièrekansen wetenschappers (M/V)

Met dank overgenomen van Radboud Universiteit Nijmegen (RU) i, gepubliceerd op dinsdag 28 januari 2014.

Bedrijfskundigen van de Radboud Universiteit hebben twee Europese subsidies gekregen voor onderzoek naar de rol van gender in wetenschappelijke loopbanen. Bijna 500.000 euro gaat naar onderzoek naar de 'maak- en breekfactoren' in de carrières van jonge wetenschappers. Ruim 550.000 euro is voor onderzoek naar groepstraining gendergelijkheid voor managers in de wetenschap.

Yvonne Benschop en Marieke van den Brink gaan onderzoeken welke jonge wetenschappers wel en welke geen vaste aanstelling krijgen- en of gender daar een rol in speelt. Benschop is hoogleraar Organizational Behaviour en Van den Brink promoveerde in 2009 op onderzoek naar het aannamebeleid van (vrouwelijke) hoogleraren in Nederland. Zij vertelt: ‘Jonge wetenschappers hebben vaak het ene tijdelijke contract na het andere. Dat is een internationale trend. Een vaste aanstelling verwerven wordt steeds lastiger, zowel voor mannen als voor vrouwen. Er wordt gesteld dat dat alleen bereikbaar is voor de besten, de excellenten. Wij gaan onderzoeken wat dat is, excellentie. Hoe bouw je excellentie op? Welke factoren spelen daarin een rol? Is gender een van die factoren en zo ja: hoe werkt dat dan?'

Managers trainen

Inge Bleijenbergh gaat bij acht universiteiten en onderzoeksinstituten in zeven landen groepstraining voor managers introduceren en evalueren. Deze training houdt in dat managers samen een verklarend model bouwen van de processen die in hun organisatie van invloed zijn op instroom, doorstroom en uitstroom van wetenschappelijk personeel- en van vrouwelijk wetenschappelijk personeel in het bijzonder.

Bleijenbergh heeft de groepsmodelbouwtraining eerder toegepast en haar ervaringen tot nu toe zijn positief: ‘Als je mensen zelf laat analyseren waarom er bij hen weinig vrouwen werken, komen ze tot inzichten en voorstellen die meer gedragen worden en eerder nageleefd dan bijvoorbeeld een protocol waar ze zich niet in herkennen. Ze krijgen door hoe verschillende processen - zoals het aantal vrouwen in de sollicitatiecommissie, de aanwezigheid van vrouwelijke rolmodellen - op elkaar inwerken en waar in hun situatie de kern van het probleem zit. Ik heb meegemaakt dat managers aan de training begonnen met een houding van "het ligt niet aan ons, maar aan de vrouwen" en dat ze aan het eind zeiden "we moeten een vrouwenquotum invoeren, anders trekken we de ongelijkheid in onze organisatie nooit recht".'

Kijk hier voor meer informatie over het onderzoek en de onderzoekers.

Zijbalk

© 2014 Radboud Universiteit Nijmegen | Disclaimer | Informatie over cookies