Opinie Clingendael: Olli Rehns beoordeling is politiek gekleurd

Met dank overgenomen van euforum.nl, gepubliceerd op maandag 17 juni 2013, 14:00.

Adriaan Schout i is hoofd en Arnout Mijs is medewerker EU-studies bij Instituut Clingendael i.

DEN HAAG - De aanpak van Olli Rehn i en zijn ambtenaren strookt niet met hun opdracht een onafhankelijke autoriteit te zijn, schrijven Adriaan Schout en Arnout Mijs. 'Het merk 'Rehn' moet staan voor transparantie en betrouwbare analyses, onafhankelijk van de politieke inmenging van zowel de Commissie als de lidstaten.'

Olli Rehn heeft gesproken. Woensdag gaf de eurocommissaris i voor Economische en Financiële Zaken zijn oordeel over hervormingsplannen van de lidstaten van de Europese Unie i. In de hele EU en daarbuiten werd naar Rehns conclusies uitgekeken. Niet alleen omdat de Fin sinds 2011 de autoriteit heeft om lidstaten sancties op te leggen als die de gemaakte afspraken breken. Die afspraken worden gemonitord in een half jaarlijkse cyclus (het 'Europees Semester') en moeten de Europese economieën en de euro weer gezond maken.

Naar Rehns rapporten voor dit semester werd ook om een andere reden uitgekeken. Zijn reputatie stond immers op het spel, en daarmee die van het Europees Semester en de Europese Commissie i. Zouden zijn oordelen onafhankelijk genoeg zijn? Had hij korte- en langetermijnbelangen tegen elkaar afgewogen? Opereert hij transparant? Is hij gezwicht voor kritiek uit (grote) lidstaten?

Als we kijken naar hoe Rehns werk is ontvangen dan kunnen we niet anders concluderen dan dat het een teleurstelling is. Rehn wordt gezien als politicus en niet als onafhankelijke scheidsrechter.

Frankrijk

Rehn gaf het opmerkelijkste rapport aan Frankrijk. Dat treuzelt met hervormen, maar krijgt twee jaar in plaats van het gebruikelijke ene jaar de tijd om zijn begrotingstekort terug te dringen tot onder de afgesproken 3 procent. Dit besluit was overigens al weken bekend en de kou was dus al uit de lucht. Er zoemden dan ook al weken geluiden rond van een stevige en succesvolle Franse lobby op Rehn. Verder mag Italië de 'buitensporigtekortprocedure', een sanctiemechanisme, verlaten van Rehn, hoewel het een staatsschuld van 132 procent van het bruto nationaal product heeft, ruim boven de limiet van 60 procent en het onwaarschijnlijk is dat het de komende jaren aan de afbouwcriteria kan voldoen.

Het is gemakkelijk om Rehn te wantrouwen. Zijn milde conclusies komen na kritiek van deskundigen, politici en collega's. Zo hekelde Nobelprijswinnaar Krugman Rehns eerdere optimistische groeiramingen en nadruk op bezuinigingen ('Rehn of Terror'). Toen Rehn kritisch was over Italië kreeg hij weer kritiek van de Italiaanse eurocommissaris voor Industrie, Antonio Tajani i. Zelfs Rehns baas, de Portugese eurocommissaris José Manuel Barroso i, gaf Rehn in april een schot voor de boeg door te stellen dat de bezuinigingen de natuurlijke grenzen van steun bij de bevolking hebben bereikt.

Dit toont de spanningen binnen de Europese Commissie. Het toont ook dat Barroso in de eerste plaats politicus is. Daarmee plaatst hij het werk van Rehn en zijn ambtenaren in een politiek licht. Dat is onverenigbaar met hun ambitie om zich als onafhankelijke autoriteit te bewijzen.

Overigens is het maar de vraag hoe onafhankelijk die onderzoeken van Rehns directoraat-generaal (de 'DG ECFIN') zijn. Het merk 'Rehn' moet staan voor transparantie en betrouwbare analyses, onafhankelijk van de politieke inmenging van zowel de Commissie als de lidstaten.

Rehn probeert ongetwijfeld zo verstandig mogelijk te werk te gaan, maar als we proberen te achterhalen hoe DG ECFIN opereert binnen de Commissie, dan kunnen we niet concluderen dat transparantie en onafhankelijkheid zijn gegarandeerd. Zo is de kwaliteit van de Europese statistieken nog steeds niet boven alle twijfel verheven. Alleen al voor het aanzien zou Eurostat i een onafhankelijk agentschap moeten zijn en niet moeten vallen onder het gehele College van eurocommissarissen dat Barroso voorzit en dat steeds politieker wordt.

Eigen koers

De onduidelijkheid over de inbreng van de individuele commissarissen (inclusief Rehn) in de landenrapporten vergroot de twijfel over wat de onafhankelijkheid van Rehn eigenlijk betekent. Voor input per sector is DG ECFIN in ieder geval afhankelijk van andere directoraten-generaal - welke door commissarissen als Tajani worden geleid. Daarnaast worden dezelfde DG's geconsulteerd bij het schrijven van de aanbevelingen en kunnen landenrapporten vóór publicatie eerst door de eurocommissarissen worden besproken en aangepast. Rehn kan niet én zijn eigen koers varen én inmenging van zijn collega's moeten dulden.

Een van de belangrijkste afspraken in het Europees Semester is dat elke lidstaat een onafhankelijk begrotingsraamwerk moet kennen, bestaande uit nationale CPB's en CBS'en en toezichthouders. Maar voor zover we kunnen zien, houdt de Commissie deze functies onder één hoed.

Daarmee kan zij niet van het Europees Semester maken wat beloofd was aan de Europese burgers. Er is veel gediscussieerd over de waarde en het aanzien van deze afspraken. Nu de huidige cyclus van onderzoek en aanbevelingen erop zit en Rehn heeft gesproken, blijft één ding overeind: goed economisch bestuur vereist betrouwbare en transparante instellingen. Gezien het belang van het Europees Semester voor de houdbaarheid van de euro is het geboden dat de Commissie als organisatie transparanter gaat opereren en haar reputatie bewaakt. Rehn, als persoon, heeft veel krediet bij iedereen, maar de organisatie achter hem moet beter.