Opinie Clingendael: De ECB gedraagt zich als de Banque de France
Edin Mujagic is macro-econoom en auteur van onder meer '10 jaar euro: biografie van een jonge wereldmunt' (2009) en 'Geldmoord: hoe de centrale banken ons geld vernietigen' (2012).
DEN HAAG - Adriaan Schout i betoogde onlangs in NRC Handelsblad dat het de bedoeling was dat Frankrijk zou worden als Nederland, maar dat het erop lijkt dat Nederland wordt als Frankrijk. In het verlengde hiervan betoogt macro-econoom Edin Mujagic dat de ECB i zou worden als de Bundesbank, maar zich gedraagt als de Banque de France. De euro verwordt daarmee tot Franse franc.
Bij de oprichting van de Europese Monetaire Unie (EMU) was het Duitsland dat de waardevolste bruidsschat van allen meenam in het monetaire huwelijk. De geliefde en tot ver buiten de Duitse grenzen populaire Duitse mark ging op in de nieuwe munt, de euro. De mark was ook hét symbool voor het Wirtschaftwunder van Duitsland na de Tweede Wereldoorlog. Maar de D-mark opgeven moest, wilde West-Duitsland weer herenigd worden met Oost-Duitsland. Daarvoor was namelijk (impliciete) instemming van onder meer Frankrijk nodig en Parijs eiste in ruil dat er een gemeenschappelijke munt zou komen in Europa. Dat was de reden waarom de invoering van de euro al in 1992 zeker was: de munt zou namelijk, met hoeveel landen dan ook, in 1999 van start gaan.
Om die zeer hoge prijs voor Duitsland en de Duitsers voor het gevoel minder hoog te maken, werd afgesproken dat de centrale bank, die de hoedster van de euro zou zijn, een soort kloon van de Bundesbank zou worden. Dat geschiedde. En dus kreeg de Europese Centrale Bank (ECB) als taak te zorgen voor prijsstabiliteit - inflatie van maximaal 2 procent per jaar. Niets of niemand mocht proberen de bank te beïnvloeden en als iemand dat deed, moest de bank zich daar niets van aantrekken. Om ervoor te zorgen dat de ECB zich inderdaad niets hoefde aan te trekken van politici, werd die bank zelfs veel onafhankelijker dan de Bundesbank.
Perfect… op papier
Waar de wet over de Bundesbank met een simpele meerderheid in de Bundestag te wijzigen was, zijn de Statuten van de ECB alleen te wijzigen als alle lidstaten van de Europese Unie ermee instemmen. Niet dus alleen de eurolanden, omdat de Statuten van de ECB een onderdeel zijn van het Verdrag over de Europese Unie. Kortom, de ECB had en heeft de sterkst mogelijke bescherming tegen elke poging tot politieke inmenging.
De geldgroei, dé focus van de Bundesbank, werd één van de twee pijlers van het monetaire beleid van de ECB. De eerste president van de ECB kon geen Duitser zijn, dat zou te gevoelig zijn voor veel andere eurolanden, maar het werd wel Wim Duisenberg, die in monetair opzicht in feite een Duits paspoort had. En het is uiteraard géén toeval dat de ECB in Frankfurt zetelt. In het zeskoppig dagelijks bestuur van de ECB zijn alle leden nominaal gelijk. In de praktijk is diegene die ook de scepter zwaait over de economische afdeling van de bank, iets meer gelijk dan de rest. Die hoofdeconoom van de ECB was sinds de oprichting en tot voor kort altijd een Duitser.
Kortom, het was allemaal keurig geregeld op papier. Maar in plaats van haar schild te gebruiken, heeft de ECB dat neergelegd. Ruim tien jaar na de komst van de euro blijkt de praktijk heel anders te zijn dan de eerder gemaakte afspraken. Dit is de enig mogelijke conclusie na het doorbladeren van de Statuten van de ECB, met steeds in het achterhoofd de gebeurtenissen in de eurozone, vooral, maar niet alleen, sinds het begin van de crisis. Veelzeggend in dit opzicht is dat het Duitse Constitutionele Hof zich binnenkort over het beleid van de ECB sinds het begin van de crisis zal buigen. Bovendien is het goed mogelijk dat ook het Europese Hof van Justitie zich met de materie bezig zal moeten houden.
Rechters op monetaire stoel
De reden dat de rechters er aan te pas komen is dat het beleid van de ECB niet strookt met de Statuten van de ECB: het opkopen van staatsobligaties van de zwakke eurolanden, de aankondiging desnoods onbeperkt staatsobligaties op te kopen, het versoepelen van onderpandeisen voor banken die geld willen lenen bij de ECB, de onbeperkte leningen aan commerciële banken in de eurozone, het volledig negeren van de groei van de geldhoeveelheid, en het toelaten dat de jaarlijkse inflatie in de eurozone tussen 2000 en 2008 (ver) boven het plafond van 2 procent.
Dit alles is gebeurd tegen de wil van de Bundesbank. Zo sterk zelfs dat de ECB en de Bundesbank inmiddels publiekelijk hevig ruziën. Ruzie die binnenkort uitgevochten wordt in het Duitse Constitutionele Hof. Die onenigheid is niet zomaar, van de ene dag op de andere, ontstaan; die is zo oud als de huidige crisis. Twee Bundesbankers hebben al in 2011 door dat beleid van de ECB een uiterst ongewoon besluit voor een centrale bankier genomen: Axel Weber en Jürgen Stark verlieten het ECB-bestuur omdat ze geen verantwoordelijkheid voor het beleid van de ECB konden en wilden dragen.
Áls de ECB al op een andere centrale bank uit Europa lijkt, dan is dat zeker niet de Bundesbank, zoals beloofd werd, maar veeleer de Banque de France of Banca d’Italia. In het verlengde daarvan geldt dat de euro neigt te gaan lijken op de lire of de Franse franc – en niet op de mark of de gulden. Het grote en reële gevaar voor het europroject is dat Duitsland ergens in de toekomst het allemaal te veel van het goede vindt en besluit het huwelijk te beëindigen.