Opinie Clingendael: De euro is niet levensvatbaar
Edin Mujagic is macro-econoom en auteur van onder meer '10 jaar euro: biografie van een jonge wereldmunt' (2009) en 'Geldmoord: hoe de centrale banken ons geld vernietigen' (2012).
DEN HAAG - De euro is onomkeerbaar en het is absurd te verwachten dat de euro zal verdwijnen. Dit zijn de vaakst gehoorde argumenten waarom de euro de huidige crisis zal overleven en voor eeuwig zal zijn. Wanneer verschillende Europese beleidsmakers stellen dat het ergste van de huidige economische crisis achter de rug is, zeggen ze daarmee in feite dat de euro het ergste achter de rug heeft.
Maar waarom zou de euro onomkeerbaar zijn? Alleen omdat de munt ingevoerd is? En was het in bijvoorbeeld de jaren tachtig niet minstens even absurd te verwachten dat zoveel Europese landen, tot voor kort elkaars aartsvijanden, een gemeenschappelijke munt zullen delen? Afgezien van het feit dat de euro natuurlijk niet onomkeerbaar is en dat dat niet absurd is, lijkt het er ook sterk op dat het ergste van de crisis nog lang niet voorbij is.
De economische crisis waar vooral het Westen in zit, is geen gewone crisis. Het is veel eerder te zien als een trendbreuk in de (economische) geschiedenis. De periode van aanhoudend hoge groei, periode die ik in mijn boek Geldmoord 'het tijdperk van het Grote Lenen' noem omdat een groot deel van de groei stoelde op almaar meer lenen en uitgeven, is namelijk in ieder geval voor een lange tijd, voorbij. De huidige crisis markeert de overgang naar een nieuw tijdperk. Dát is de diagnose.
Deze diagnose betekent een behoorlijke verandering van de economische maar ook politieke omgeving. Wij moeten accepteren dat het Grote Lenen voorbij is en dat het tijdperk van het aflossen van schulden begint. Aangezien op grote schaal lenen voor een groot deel van de economische groei zorgde in de decennia vóór 2008, betekent dat dat we moeten accepteren dat de economische groei op zijn minst de komende jaren zeer laag zal zijn, met constant recessiegevaar.
En die zeer lage economische groei zal onder meer grote gevolgen hebben voor overheidsfinanciën. Iets wat op zijn beurt inhoudt dat de overheden verder de broekriem zullen moeten aanhalen en/of lasten zullen verhogen, met als gevolg nog meer neerwaartse druk op de groei. Hier komt nog iets bij.
De huidige crisis is ontstaan in de financiële sector. Uit het verleden weten we dat zulke crises langer duren dan een normale crisis, gemiddeld zo een tien jaar. Dit komt erop neer dat de kans groot is dat we nog een lange crisisweg te gaan hebben.
Zo bezien moet de tijd nog uitwijzen of de euro de huidige crisis overleeft. Maar hoe relevant die ook is, dé vraag is níet of de euro deze crisis zal overleven. Ook al vergaat de munt niet op de kliffen in deze woelige wateren, dat zal niet betekenen dat de munt voorgoed in een veilige haven is. De reden is dat een groot deel van de problemen die de euro heeft, structureel zijn; de huidige crisis heeft die alleen blootgelegd, zeker niet veroorzaakt.
En de kern van die vele structurele problemen die de euro plagen, zoals het gebrek aan een begrotings- of politieke unie, is het ontbreken van een economisch model dat álle eurolanden uit zichzelf omarmen. Op dit moment zijn er twee economische modellen in de eurozone. Kort door de bocht is er het noorden van de muntunie met zijn traditie gericht op lage inflatie, een sterke munt, hervormingen en gezonde overheidsfinanciën.
Het tweede model, van het zuidelijk deel, waarbij Frankrijk tot het zuiden gerekend wordt, vindt redelijk hoge inflatie niet al te erg en in ieder geval niets vreemds, ziet een zwakke munt als goed want goed voor de concurrentiepositie, behoudt graag status quo (hervormingen zijn niet nodig of concurrerender te worden, daar zorgt de muntdepreciatie wel voor), is niet te streng met betrekking tot overheidsfinanciën en beschouwt muntdevaluatie als hét middel tegen alle economische kwalen. Deze twee modellen staan lijnrecht tegenover elkaar.
De Europese Monetaire Unie wordt regelmatig omschreven als het grootste monetaire experiment ooit. Om dat experiment succes te laten worden moeten de eurolanden de twee genoemde, totaal tegengestelde modellen, samen laten smelten in één model óf een van die twee promoveren tot het gemeenschappelijke model. Het goede nieuws is dus dat de euro niet per definitie gedoemd is. Samen laten smelten van zulke uiteenlopende visies is echter onmogelijk. Blijft over het promoveren van een van de twee, ofwel; óf het noorden moet het zuidelijk model omarmen óf het zuiden moet dat met de noordelijke economische visie doen.
De kans is groter dat de Fransen het Duits als voertaal zullen kiezen dan dat dat gebeurt. Gezien de stemming onder de inwoners én politici van de eurolanden, is er helemaal niets wat erop wijst dat de zuiderlingen het noordelijk model aantrekkelijk (willen) vinden of andersom. Sterker nog, de spanningen tussen twee blokken binnen de eurozone zijn alleen maar opgelopen en blijven oplopen. Met slechte groeivooruitzichten, en dus de stijgende kans dat er meer zwakke eurolanden zullen zijn en landen die overeind gehouden moeten worden door vooral het noorden, is het reële gevaar dat die spanningen de komende jaren verder zullen oplopen.
Dat is nu al zichtbaar tussen politici maar zeker ook in de enige echte Europese instelling, de Europese Centrale Bank. Daarmee is Europa in een uiterst gevaarlijke maar moeilijk te doorbreken vicieuze cirkel aangekomen waarin verder toenemende spanningen de toch al kleine kans op het vormen van een gezamenlijke economische visie, almaar kleiner wordt.
Er is, in politiek opzicht, te veel geïnvesteerd in de euro om dat project zomaar op te geven. Dit betekent dat de kans zeer groot is dat de euro de huidige crisis zal overleven. Maar de munt zal zijn Waterloo pas ná de crisis tegenkomen.