Burgerinitiatief biedt meer mogelijkheden dan gedacht
DEN HAAG (PDC i) - Op kleinschalig gebied kan er veel meer met een burgerinitiatief worden bereikt dan veelal wordt gedacht. Maar een aandachtspunt is de kloof die er tussen initiatief en uitvoering ligt. Dat zijn de conclusies van het DID-debat dat werd gehouden op 15 maart in de Centrale Bibliotheek van Den Haag waarbij de mogelijkheden en moeilijkheden van het burgerinitiatief aan bod kwamen.
Tijdens de bijeenkomst gingen Fleur de Beaufort i (medewerkster wetenschappelijk instituut VVD) en Theo Çoskun i (SP- portefeuillehouder van de Rotterdamse deelgemeente Charlois) in gesprek met het Conny Broeyer, een van de initiatiefnemers van het Leidse Singelpark en Biba Schoenmaker van het initiatief Broodfonds. Kars Veling i (directeur van ProDemos i) en Roos Wouters (politicoloog, publicist en debatleider) leidden het gesprek. Zij gaven de zaal uitgebreid de ruimte vragen te stellen en zich in de discussie te mengen.
Met het 'Singelpark' willen de initiatiefnemers, samen met de gemeente, de historische Leidse singelrand met elkaar verbinden door een groot stadspark. Het Broodfonds is een alternatieve arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandige ondernemers. Een groot deel van de zelfstandige ondernemers, maar liefst 68 procent, zijn niet verzekerd tegen de gevolgen van arbeidsongeschiktheid. Dit als gevolg van de dure en weinig transparante verzekeringen die worden aangeboden door grote verzekeraars.
Tijdens de bijeenkomst bleek dat aan de ene kant gemeentes proberen het burgerinitiatief te stimuleren, maar aan de andere kant willen zij wel een behoorlijk vinger in de pap houden. Starre en te strikte uitvoering van de regelgeving is het gevolg, waardoor de uitvoering van een initiatief wordt gefrustreerd. De zaal noemde het risicomijdend gedrag en de koudwatervrees van gemeentes als grootste probleem. Ook weten ambtenaren vaak niet wat er speelt in een gemeente, omdat zij er zelf niet wonen. Bovendien is niet altijd even duidelijk hoeveel ruimte de burger kan krijgen van de gemeente.
Volgens de sprekers is kleinschaligheid en transparantie belangrijk om een burgerinitiatief te laten slagen. Bij kleinschalige projecten is het makkelijker om vertrouwen te kweken en kunnen er onderlinge afspraken worden gemaakt. Uitgebreide regelgeving is dan niet langer nodig. Het is volgens Theo Çoskun belangrijk om op zo laag mogelijk politiek niveau te beslissen over een initiatief. Op die manier kunnen eindeloze discussies tussen stadsdelen worden voorkomen.
Volgens Fleur de Beaufort is het belangrijk dat gemeentes risico’s durven te nemen. Zeker als je als overheid initiatieven gaat stimuleren. Het is essentieel om burgers bij gemeentelijke projecten te betrekken. Door op lokaal niveau het gesprek aan te gaan kan de burger zijn eigen invulling geven van het project.