Weekers: Rekenkamerrapport steun in de rug voor aanpak btw-fraude
Staatssecretaris Frans Weekers i van Financiën noemt het Rekenkamerrapport over de aanpak van intracommunautaire btw-fraude een steun in de rug van de huidige aanpak. 'De Belastingdienst en de FIOD hebben de afgelopen jaren flink werk gemaakt van de aanpak van btw-carrouselfraude. De focus ligt op voorkomen in plaats van genezen. Er wordt actief gemonitord op risicovolle btw-transacties en bedrijven en worden inactieve btw-nummers ingetrokken. De FIOD onderhoudt contacten met verschillende belanghebbenden en adviseert over de inzet van bijzondere maatregelen om fraude mee te voorkomen, zoals de btw-verleggingsregeling. Daarnaast speelt Nederland ook in internationaal verband een actieve rol om deze vorm van fraude aan te pakken', aldus Weekers.
Cruciaal is daarbij dat de verschillende (overheids)partijen meer en in een vroeger stadium gericht gegevens over mogelijke fraude uitwisselen. Doel hierbij is dat de Belastingdienst, FIOD, Openbaar Ministerie, Politie, instellingen van financieel toezicht, bankwezen, advocaten, belastingadviseurs, notariaat en bedrijfsleven op structurele basis en op intensieve wijze kennis bundelen en zich samen inzetten om intracommunautaire btw-(carrousel)fraude te voorkomen en de criminelen die erachter zitten op te sporen en aan te pakken. Ook de internationale uitwisseling van gegevens is essentieel voor een vroegtijdige aanpak van btw-carrouselfraude.
Zo werd naar aanleiding van signalen uit de praktijk eerder succesvol de btw-verleggingsregeling ingezet bij de handel in CO2-emissierechten, de handel in mobiele telefoons en computeronderdelen en is er een speciale regeling voor de handel in gas en elektriciteit geïntroduceerd. Een verleggingsregeling maakt carrouselfraude onmogelijk door de btw-heffing te verleggen van de verkoper naar de afnemer. Indien de verkoper de btw verlegt naar zijn afnemer ontvangt de verkoper slechts de voor zijn prestaties in rekening gebrachte (netto) vergoeding, zonder de verschuldigde btw. Die btw wordt door de afnemer in zijn aangifte opgenomen en kan op dezelfde aangifte in aftrek worden gebracht. Er vindt dus geen betaling van btw aan de verkoper plaats zodat met die btw niet kan worden gefraudeerd (wel ontvangen maar niet afdragen). Hiermee werd naar schatting voor tientallen miljoenen euro’s aan btw-nadeel voor de Nederlandse schatkist voorkomen. Bij de Europese Commissie i werd een derogatieverzoek ingediend, gericht op de toepassing van een verleggingsregeling voor de levering van mobiele telefoons, computeronderdelen, spelcomputers, tablet-pc’s en laptops. Op basis van monitoring trok de Belastingdienst in totaal 39.000 niet-actieve btw-nummers in om te voorkomen dat hiermee fraude kon worden gepleegd. Daarnaast werden er 206 ondernemingen stopgezet die mogelijk bij btw-fraude betrokken waren.
Weekers ziet net als de Rekenkamer nog mogelijkheden om de informatiepositie van de fiscus te verbeteren en de internationale samenwerking te versterken. Zo wordt momenteel onder andere een brede impactanalyse uitgevoerd naar de mogelijkheden die een aandeelhoudersregister biedt. Daarmee zou onder andere misbruik van btw-nummers bij het overgaan van vennootschappen in andere handen kunnen worden voorkomen. In Europees verband wordt via de Eurofisc-werkgroepen de gestructureerde informatie-uitwisseling over fraudepatronen en -trends en best-practices geïntensiveerd. Daarnaast vergelijkt de Belastingdienst via het VAT Information Exchange System de gegevens uit het buitenland met de btw-aangiften die in Nederland worden gedaan. De matchingverschillen die ontstaan worden via een risicoselectiemodel onderzocht. Deze aanpak is uitgedragen naar andere lidstaten; Spanje, Portugal, Zweden, Finland en Hongarije experimenteren er inmiddels mee. Ook is Weekers over het voorstel van de Europese Commissie voor een snel reactiemechanisme om btw-carrouselfraude via een verleggingsregeling te voorkomen. De staatssecretaris vindt dat dit voorstel zo snel mogelijk door de lidstaten moet worden aangenomen. Hierdoor kunnen lidstaten zonder tijdrovende Brusselse procedures op een veel vroeger moment schade voor de schatkist voorkomen.