Een ‘PVV-exit-effect’ in de Troonrede
Twee jaar nadat het kabinet-Balkenende IV zijn laatste Troonrede presenteerde, was er afgelopen week weer een afsluitende Troonrede van een demissionair kabinet. En net zoals twee jaar geleden was de Troonrede ook nu weer ernstig, wat somber van toon, zonder echt veel beleidsvoornemens. De Troonrede was de kortste van de afgelopen dertig jaar en het aantal uitspraken met beleidsplannen was op één uitzondering na het laagste uit de hele naoorlogse parlementaire geschiedenis. Het meest sprakeloos tot dusver was de Majesteit in september 1981, enkele dagen na het aantreden van wat het beruchte Kabinet-Van Agt II zou worden.
Bij vertrekkende kabinetten is het niet zo bijzonder dat zij op hun laatste Prinsjesdag eigenlijk wel uitgepraat zijn en weinig voornemens aankondigen. Wel bijzonder dit keer is de duidelijke concentratie op een paar grote onderwerpen. Vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw werd er netjes een verdeling van de aandacht gemaakt en kreeg elke minister zo zijn vijf zinnen in de tekst.
Dit jaar is het anders en zien we een sterke concentratie op economie, buitenlandse zaken en veel algemene uitspraken over het openbaar bestuur. Dit zijn precies de onderwerpen waar regeringen op terugvallen in zware tijden, een patroon dat wij bij vergelijkend onderzoek ook in andere landen waarnemen. Ook is er dit keer veel meer aandacht voor Europa en de begrotingsdiscipline die er van ons land wordt verwacht. Hier tegenover staat dat de thema’s immigratie, integratie en veiligheid dit jaar nauwelijks aan bod komen. Deze veranderingen lijken op een ‘PVV-exit-effect’. Verder opvallend afwezig is ook de regeringsaandacht in de Troonrede voor milieu; slechts een halve zin. Aandacht voor het milieu lijdt altijd in economisch slechte tijden, zoals ook GroenLinks bij de verkiezingen heeft moeten ervaren. Tenslotte is er nauwelijks aandacht voor landbouw en energie, twee topsectoren waar de regering juist economische groei van verwacht.
Deze selectie van onderwerpen voor politieke aandacht wijst op grotere verschuivingen in prioriteiten dan we in de afgelopen dertig jaar hebben waargenomen. Wellicht is dit de opmaat voor het nieuwe kabinet waarover nu de onderhandelingen plaats vinden. Wordt het regeerakkoord ook een bijzonder geval? Met afspraken op hoofdlijnen over enkele grote thema’s, zoals we in de coulissen van de kabinetsformatie horen noemen; om het eens een keer echt helemaal anders te doen? We zullen het in de gaten houden en hierover rapporteren als het nieuwe akkoord tussen coalitiepartijen het daglicht ziet.
Arco Timmermans en Gerard Breeman
Arco Timmermans is onderzoeksdirecteur van het Montesquieu Instituut in Den Haag, Gerard Breeman is universitair docent bestuurskunde aan de Universiteit Wageningen en fellow aan het Montesquieu Instituut. Zij leiden het onderzoeksprogramma Politiek van de Aandacht in Nederland, uitgevoerd aan het Montesquieu Instituut.
Deze bijdrage verscheen in de Hofvijver van 24 september 2012.