Nederland dwarsligger door mythevorming over Europa
DEN HAAG (PDC i) - Het doorprikken van de mythes over Europa is van groot belang. Daarover waren vrijwel alle aanwezigen het bij het debat 'Nederland en Europa: van koploper naar dwarsligger?' het eens. Hoewel de mythes over de EU i zelden overeenstemmen met de feiten, beïnvloedden ze namelijk wel sterk het anti-gevoel dat mensen bij EU hebben. En of het nu leuk is of niet, gevoelens tellen ook.
Een hardnekkige mythe die bijvoorbeeld steeds de kop weer opsteekt is de 80%-mythe, zo betoogt Wybe Douma i van het Asser Instituut i. Eens in de zoveel tijd hoor je mensen weer suggereren dat 80 % van de regelgeving in Nederland uit Brussel komt, terwijl onderzoek heeft uitgewezen dat dat, afhankelijk van het beleidsterrein, (veel) lager ligt. Volgens Douma is deze mythe-vorming te wijten aan media (met name televisie) waar alleen plek is voor ongenuanceerde ''grote' verhalen.
Europarlementariër Hans van Baalen i wijt de mythevorming en het daaropvolgende negativisme over de EU eerder aan het Europese besluitvormingsproces. Dit proces is, aldus Van Baalen, moeilijk en staat bol van de compromissen en daarom hebben mensen er gevoelsmatig minder mee.
Journaliste Leonoor Kuijk is van mening dat gebrek aan kennis ten grondslag ligt aan de misverstanden over de EU. Het verbaast haar dat ze elke keer met uitleggen over de EU weer op niveau 0 moet beginnen. Vaak sneuvelt bovendien de zin in haar artikelen die uitlegt hoe het allemaal werkt in Brussel, in de eindredactie-fase. Mensen hebben geen benul van hoe het echt werkt, en zo kunnen bijvoorbeeld politici misverstanden en mythes creëren.
Volgens Steffen van de Velde van het Asser Instituut zijn de meningen verdeeld over de vraag of Nederland door de negatieve houding serieuze imago-schade in Europa oploopt. Zo stellen sommige bronnen dat we kans lopen minder subsidies te krijgen en belangrijke posten mis te lopen. Andere bronnen stellen dat Nederland voorlopig nog genoeg krediet heeft om een tijdje de kont tegen de krib te gooien. Wel wijst Van de Velde erop dat het belangrijk is dat nu de 'nieuwe' toekomst van Europa uitgetekend word, we als Nederland niet aan de zijlijn blijven staan.
Sjerp van der Vaart, scheidend hoofd van het Informatiebureau van het Europees Parlement i en moderator van het debat, ziet tot slot ook een positief puntje in het negatieve debat dat over Europa wordt gevoerd. Hij vraagt zich hardop af of het niet gewoon zo is dat mopperen op Den Haag nu is vervangen door mopperen op de EU. Dat geeft aan de Europa serieus wordt genomen. Vanuit de zaal werd opgemerkt dat negatieve aandacht wellicht een start is voor een serieus debat. Wie weet komen, als dat debat goed gevoerd wordt, de feiten toch nog eens bovendrijven.