Strengere regels voor partijfinanciering

Met dank overgenomen van J.L. (Hans) Spekman i, gepubliceerd op dinsdag 24 januari 2012.

Foto Flickr/ Public Domain Photos

Er moeten strengere regels komen voor de financiering van politieke partijen. Het wetsvoorstel van het kabinet hierover gaat niet ver genoeg. Ik kom daarom met vijf aanvullende eisen om te zorgen voor meer transparantie. Politiek mag niet te koop zijn, politieke partijen moeten kiezers en leden vertegenwoordigen en zich niet laten leiden door personen of bedrijven met de dikste portemonnee.

De PvdA wil dat het wetsvoorstel van het kabinet wordt uitgebreid, zodat mensen voortaan weten waar het geld van politieke partijen vandaan komt. Daar hebben mensen recht op. Ook moet je voorkomen dat schimmige bedrijven politieke invloed kunnen kopen. Het kabinet doet daar met dit wetsvoorstel niet genoeg aan.

De PvdA staat niet alleen in haar kritiek. Ook de Raad van Europa, de Group of States Against Corruption (GRECO) en de Raad van State vinden dat het voorstel tekortschiet. Zo vindt het toezicht in de oorspronkelijke plannen plaats door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De PvdA wil dat de Kiesraad verantwoordelijk wordt voor het toezicht. Op die manier is het toezicht onafhankelijker en voorkom je elke schijn van partijdigheid. Ook moet er een maximum van 50.000 euro komen voor giften aan politieke partijen.

Het kabinet meent dat meer transparantie ongewenste invloed op de politiek voorkomt, maar ook in de openbaarheid kun je met enorm grote giften politieke invloed kopen. Dat vindt de PvdA niet passen binnen een democratie.

Een ander problematisch punt voor de PvdA is het ontbreken van een verbod op giften vanuit het buitenland. Daardoor blijft het voor buitenlandse organisaties mogelijk invloed uit te oefenen op Nederlandse aangelegenheden. Ook dat past niet in een parlementaire democratie.

Het bestraffen van overtredingen van de regels zou, gelet op de centrale positie van politieke partijen in de democratische rechtstaat, via een stafrechtelijke procedure moeten gaan. Het kabinet wil dat de bestuursrechter zich over deze zaken buigt.

Tenslotte weigert het kabinet lokale partijen onder de wetgeving te scharen. Dat is een slechte zaak. Partijen kunnen zo de geldstromen alsnog via lokale afdelingen laten gaan. Daarmee ondermijn je het toezicht. Daarnaast kunnen lokale donateurs invloed bij lokale politieke partijen kopen als het gaat om gemeentelijke aangelegenheden. De PvdA vreest dat de risico’s op lokaal niveau zelfs veel groter zijn. Daarom zijn transparantie en toezicht ook daar nodig.