Hillen: EU-landen kunnen defensiegelden efficiënter besteden
Minister van Defensie Hans Hillen i en zijn Amerikaanse collega Leon Panetta hebben gisteren in Washington gesproken over de Strategic Defence Review. Hierin kondigden president Obama en Panetta aan dat de ogen, op het gebied van Defensie, steeds meer gericht zullen zijn op Azië. Daarnaast is aangekondigd dat de Amerikaanse krijgsmacht de komende 10 jaar 450 miljard dollar gaat bezuinigen.
Beide ministers bevestigden nogmaals de goede relatie tussen beide landen en de blijvende betrokkenheid bij elkaars krijgsmachten, de operatie in Afghanistan en de anti-piraterijmissie. Deze week bezocht Hillen militaire locaties in de Verenigde Staten waar Nederlanders en Amerikanen samenwerken.
Rol voor Nederland
Hillen gaf aan blij te zijn dat NAVO i en Europa i de belangrijkste veiligheidspartners blijven van de VS.Panetta noemde Nederland een van de belangrijkste bondgenoten binnen Europa, maar herhaalde zijn oproep het Europese militaire aandeel te versterken. Hillen noemde het "een volwassen uitnodiging aan een volwassen continent". Hij gaf aan voor Nederland een rol te zien waar het gaat om het bijeen brengen van partners. Daarnaast meent hij dat Europese landen i beter moeten samenwerken om het totale defensiebudget van nog altijd 200 miljard euro efficiënter te besteden. Iets dat hij nog belangrijker acht in tijden van krimpende defensiebudgetten als gevolg van de financiële crisis. Met deze uitsprak nam Hillen een voorschot op de in mei geplande NAVO-top in Chicago waar smart defence hoog op de agenda staat.
Ondanks de bezuinigingen investeert Nederland de komende jaren in nieuwe innovatieve capaciteiten zoals raketverdediging, cyberdefence en onbemande vliegtuigen. Nederland probeert zich op die gebieden aan te sluiting bij NAVO-partners.
Het JSF-dossier kwam eveneens aan de orde. Panetta liet weten dat dit jachtvliegtuig essentieel is voor de Amerikaanse strategie en dat dit vijfde generatie toestel er hoe dan ook gaat komen. Panetta benadrukte dat zowel de Verenigde Staten als Nederland er belang bij hebben dat de prijs zo laag mogelijk blijft.