Europa in 2012: economische crisis en nationale sentimenten
DEN HAAG (PDC i) - Niet de economische crisis, maar het nationale sentiment zal in 2012 het grootste probleem zijn voor Europa.
Hoe moet het nu verder met Europa in 2012? De Europese economie verkeert in recessie, sommige EU-lidstaten zijn bijna failliet en het wantrouwen in de financiële sector is groot. Bovendien blijken de oplossingen die politieke leiders voorstellen steeds weer onvoldoende. De crisis duurt - ook in 2012 - voort.
Terugkijkend wordt elke nieuwe stap in het Europese integratieproces voorafgegaan door een crisis. De economische crisis in de jaren 80 leidde tot de Economische en Monetaire Unie en plannen voor de Euro; de oorlog op de Balkan leidde tot een verdergaande Europese samenwerking op het gebied van veiligheid en het buitenlands beleid. Er is dus hoop dat de huidige economische crisis kansen biedt voor verdergaande Europese integratie. Althans, als we daar met zijn allen voor kiezen. Want dat is nog maar de vraag.
Steeds vaker is in Europa sprake van nationale sentimenten en steeds minder van onderlinge solidariteit en saamhorigheid. Zo sprak in december de Britse premier Cameron een veto uit tegen de strengere EU-begrotingsregels om daarmee de nationale belangen van The City veilig te stellen, stelt minister Kamp voor om Roemenen en Bulgaren voor een extra 2 jaar te weren van de Nederlandse arbeidsmarkt en is het voor de Duitse Bondskanselier Merkel erg lastig geworden uit te leggen waarom ‘Duitsers moeten meebetalen aan het wanbeleid van de Grieken’.
Moedig was dan ook de speech in Berlijn van de Poolse minister van buitenlandse zaken Sikorski die opriep tot solidariteit en actie van, met name, Duitsland om te helpen de Eurozone overeind te houden. “Ik vrees niet de Duitse macht maar meer de Duitse passiviteit”, zo zei hij. Na een bezoek aan het museum over de opstand van Warschau waarbij de nazi’s in 1944 de stad systematisch opbliezen, lopen de rillingen mij nog over het lijf over deze oproep.
Maar bij navraag in Polen is deze oproep niet met gejuich ontvangen. Ook daar spelen nationale sentimenten een belangrijke rol. Angst dat door liberalisering en Europese integratie de Poolse economie helemaal wordt overgenomen door buitenlandse investeerders en dan vooral Duitse bedrijven, is groot. De Poolse treinmaatschappij voor vracht (PKP Cargo) dreigt bijvoorbeeld te worden overgenomen door de Deutsche Bahn. Dat daardoor het vervoer waarschijnlijk goedkoper en efficiënter wordt en dus voordeel oplevert voor haar klanten, wordt niet gehoord. Het nationale sentiment domineert.
Politici krijgen het de Europese burgers maar niet uitgelegd dat consumenten grote voordelen hebben bij één Europese markt. En de vraag is wie dat het komende jaar uit moet gaan uitleggen. De topmannen van Philips, Unilever, DSM, Shell en Unilever zien wel het belang van Europa en riepen politici in december dan ook op om nu toch eindelijk eens tot gemeenschappelijke Europese actie te komen. Misschien kunnen zij hun werknemers het belang van Europa uitleggen.
Van politici valt dit jaar niet veel te verwachten. Denemarken is in de eerste helft voorzitter; een euro-sceptisch land dat niet in de eurozone zit, en waar sterke nationale sentimenten heersen. Vanwege de presidentsverkiezingen zullen ook in Frankrijk vooral nationale onderwerpen de politieke agenda domineren en zal de hoeveelheid aandacht voor Europa gering of negatief zijn.
Dit jaar wordt het EK voetbal georganiseerd. Bij uitstek een gelegenheid voor het tonen van nationale sentimenten. Ik voorspel dat het EK-2012 een knaller van vlagvertoon wordt. Zichzelf verliezen in een spelletje is misschien vluchtgedrag, maar het is ook een afspiegeling van de huidige Europese Unie: de lidstaten spelen nog heel vaak als afzonderlijke teams.
Nationale sentimenten frustreren Europese samenwerking, waardoor economische, financiële en fiscale solidariteit onder druk staan. Dat maakt het zo lastig om tot een oplossing voor de euro-crisis te komen. Een positief Europees sentiment zou welkom zijn in 2012, maar dat is nog ver weg. “Voetbal mag dan in Europa uitgevonden zijn, maar een Europese identiteit is pas voltooid met een Europees elftal”, aldus een stelling in een nog te verdedigen proefschrift. Soms moet je als afzonderlijke teams tegen elkaar spelen, maar vaker nog met elkaar in één team.