Richtlijn 1994/58 - Minimumopleidingsniveau van zeevarenden
Inhoudsopgave van deze pagina:
officiële titel
Richtlijn 94/58/EG van de Raad van 22 november 1994 inzake het minimumopleidingsniveau van zeevarendenofficiële Engelstalige titel
Council Directive 94/58/EC of 22 November 1994 on the minimum level of training of seafarersRechtsinstrument | Richtlijn |
---|---|
Wetgevingsnummer | Richtlijn 1994/58 |
Origineel voorstel | COM(1993)217 |
Celex-nummer i | 31994L0058 |
Document | 22-11-1994 |
---|---|
Bekendmaking in Publicatieblad | 12-12-1994; OJ L 319, 12.12.1994,Special edition in Swedish: Chapter 06 Volume 005,Special edition in Finnish: Chapter 06 Volume 005 |
Inwerkingtreding | 01-01-1995; in werking datum publicatie + 20 zie 192E191-P 2 |
Einde geldigheid | 06-06-2001; opgeheven door 32001L0025 |
Omzetting | 31-12-1995; ten laatste zie art. 14 |
|
Richtlijn 94/58/EG van de Raad van 22 november 1994 inzake het minimumopleidingsniveau van zeevarenden
Publicatieblad Nr. L 319 van 12/12/1994 blz. 0028 - 0058
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 6 Deel 5 blz. 0024
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 6 Deel 5 blz. 0024
RICHTLIJN 94/58/EG VAN DE RAAD van 22 november 1994 inzake het minimumopleidingsniveau van zeevarenden
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 84, lid 2,
Gezien het voorstel van de Commissie (1),
Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (2),
Volgens de procedure van artikel 189 C van het Verdrag (3),
Overwegende dat de Raad in zijn conclusies van 25 januari 1993 betreffende veiligheid op zee en voorkoming van verontreiniging in de Gemeenschap nota heeft genomen van het belang van de rol van de mens voor een veilige scheepvaart;
Overwegende dat de Raad zich in zijn resolutie van 8 juni 1993 over een gemeenschappelijk beleid inzake de veiligheid op zee (4) tot doel stelde bemanningen die niet aan de normen voldoen te verwijderen en voorrang gaf aan een communautaire actie gericht op betere opleiding en vorming door middel van het opstellen van gemeenschappelijke normen voor minimumopleidingsniveaus voor personeel op sleutelposities, met inbegrip van de kwestie van een gemeenschappelijke taal aan boord van schepen uit de Gemeenschap;
Overwegende dat de opleidingsnormen voor de toekenning van bewijzen van beroepsbekwaamheid van zeevarenden van Lid-Staat tot Lid-Staat verschillen en dat een dergelijke verscheidenheid van nationale wettelijke regelingen inzake opleiding op het door deze richtlijn bestreken gebied niet altijd voor een opleiding zorgt die voldoet aan de eisen van de veiligheid op zee;
Overwegende dat de Richtlijnen 89/48/EEG (5) en 92/51/EEG (6), betreffende algemene stelsels van erkenning van diploma's en beroepsopleidingen, van toepassing zijn op de zeevaartberoepen waarop deze richtlijn betrekking heeft en de naleving van de Verdragsverplichtingen die beogen de belemmeringen voor het vrije verkeer van personen en diensten tussen de Lid-Staten op te heffen, bevorderen;
Overwegende dat de onderlinge erkenning van diploma's en certificaten, zoals geregeld bij de richtlijnen betreffende de algemene stelsels, niet altijd een geharmoniseerde opleiding garandeert voor alle zeevarenden die dienst doen op verschillende schepen die de vlag van een Lid-Staat voeren, met inbegrip van schepen die in Euros zijn geregistreerd wanneer dat register door de Raad is goedgekeurd, en dat zulks niettemin van groot belang is vanuit het oogpunt van veiligheid op zee;
Overwegende dat het daarom van essentieel belang is een minimumopleidingsniveau voor zeevarenden in de Gemeenschap vast te stellen; dat de actie op dit gebied dient te steunen op de opleidingsnormen waarover op internationaal niveau reeds overeenstemming is bereikt, namelijk het Internationaal Verdrag van de IMO betreffende de normen voor zeevarenden inzake opleiding, diplomering en wachtdienst van 1978 (STCW-Verdrag); dat alle Lid-Staten partij zijn bij dit Verdrag;
Overwegende dat bij de wijziging van het STCW-Verdrag van 22 mei 1991 (resolutie MSC 21(59)) de functie van "radio-operator" is ingevoerd teneinde aan de in het kader van het GMDSS gestelde eisen te voldoen;
Overwegende dat de communicatie tussen bemanningsleden aan boord van schepen die in de communautaire wateren varen, moet worden verbeterd met het oog op het vergroten van de veiligheid op zee en het voorkomen van verlies aan mensenlevens en van verontreiniging van de zee;
Overwegende dat personeel aan boord van passagiersschepen dat aangewezen is om de passagiers in kritieke situaties te helpen, in staat moet zijn met de passagiers te communiceren; dat in dit verband rekening zou moeten worden gehouden met alle desbetreffende bepalingen van de IMO-resolutie A.770(18) inzake...
Lees meer
Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.
Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.