Commissie benadrukt belang van handhaving verworvenheden vrij verkeer van personen in de EU (en)

Met dank overgenomen van Europese Commissie (EC) i, gepubliceerd op donderdag 25 augustus 2011.

Brussel, 25 augustus 2011 - Het vrije verkeer van personen tussen de EU-lidstaten i is een van de meest tastbare pluspunten van 60 jaar Europese integratie. De EU-burgers, de lidstaten en de Europese economie als geheel ondervinden hier groot voordeel van. De Europeanen maken elke dag gebruik van hun recht op vrij verkeer: binnen de EU vinden jaarlijks ongeveer 1,25 miljard toeristische reizen plaats. Uit een recente enquête bleek dat voor 48% van de Europese burgers het recht om vrij te reizen en te verblijven in de Europese Unie het belangrijkste burgerrecht is (zie Persmededeling nr. 14/2011).

De Europese Commissie zet zich sterk in voor een doeltreffende toepassing van de EU-regelgeving inzake vrij verkeer in alle lidstaten. Daarom houdt de Commissie nauwgezet in het oog hoe de lidstaten de EU-richtlijn inzake vrij verkeer uit 2004 omzetten (2004/38/EG) zodat alle Europese burgers ten volle van hun rechten gebruik kunnen maken. Diverse gebeurtenissen van afgelopen zomer hebben diepgaande problemen aan het licht gebracht in verband met de procedurele en inhoudelijke garanties overeenkomstig de EU-richtlijn inzake vrij verkeer (zie MEMO/10/384; SPEECH/10/428; IP/10/1207; MEMO/10/502). De Commissie heeft daarom maatregelen genomen om te verzekeren dat alle 27 lidstaten het recht van vrij verkeer van de EU volledig respecteren.

Nu, een jaar later, heeft de Commissie dankzij voortdurende politieke druk concrete resultaten geboekt: zestien lidstaten zijn ofwel helemaal tegemoet gekomen aan de bezorgdheid van de Commissie ofwel hebben zij wetgevingswijzigingen opgesteld om volledige naleving van de richtlijn te verzekeren. Voor de overige lidstaten heeft de Commissie inbreukprocedures ingeleid of overweegt zij dat te doen in het kader van de EU-verdragen.

"Het recht van vrij verkeer is een van de meest gekoesterde rechten van de EU-burgers,” aldus vicevoorzitter Viviane Reding, EU-commissaris voor Justitie. “Ik wil verzekeren dat alle EU-burgers doeltreffend gebruik kunnen maken van het recht van vrij verkeer. De gebeurtenissen van afgelopen zomer waren een alarmsignaal voor Europa. De Commissie zal niet aarzelen duidelijk stelling te nemen indien bepaalde lidstaten dit fundamentele recht niet correct toepassen, met name de procedurele garanties die de EU-burgers beschermen tegen arbitraire of onredelijke uitwijzing. Thans hebben de meeste lidstaten de EU-regelgeving inzake vrij verkeer volledig toegepast. Ik verwacht dat de overige landen spoedig zullen volgen. De Europese Commissie zal zeer waakzaam blijven tot alle lidstaten aan de wettelijke bezorgdheid van de Commissie ten volle tegemoet komen."

Sinds de zomer van 2010 werden in totaal 786 probleemgevallen door de Commissie vastgesteld en in bilaterale vergaderingen met de lidstaten aan de orde gesteld. De Commissie heeft duidelijk te kennen gegeven dat indien de problemen niet worden opgelost, inbreukprocedures overeenkomstig het Verdrag onvermijdelijk zijn. Ten gevolge daarvan werden 711 gevallen (rond 90%) opgelost door dialoog en/of wetswijzigingen door de lidstaten. Slechts 75 gevallen blijven nog onopgelost en maken thans het voorwerp uit van inbreukprocedures. In Frankrijk keurde de regering op 16 juni de gewijzigde wetgeving goed zoals door de Commissie was verlangd ter naleving van de richtlijn inzake vrij verkeer, met inbegrip van de garanties voor EU-burgers tegen arbitraire uitwijzing of discriminatoire behandeling. De Commissie blijft met de overige landen samen werken aan de resterende problemen, zoals inreis en verblijf van gezinsleden, verblijfsvergunningen voor onderdanen van derde landen en garanties tegen uitwijzingen.

In tijden van economische tegenspoed kunnen sommige lidstaten geneigd zijn discriminatoire maatregelen te treffen tegen EU-burgers of hun gezinsleden. De EU-richtlijn inzake vrij verkeer biedt echter voldoende garanties om te verzekeren dat het recht van vrij verkeer van de EU-burgers geen onevenredige financiële lasten oplegt aan een andere lidstaat. Dit betekent dat er geen ruimte is voor unilaterale nationale maatregelen op dit punt.

De Commissie is vast van plan de resterende hindernissen weg te nemen die EU-burgers bij de uitoefening van hun rechten ervaren, zoals uiteengezet in het eerste EU Citizenship Report dat in oktober 2010 werd gepubliceerd. Bedrijven en burgers hebben grote voordelen genoten doordat de EU de belemmeringen voor het verkeer van goederen, diensten en personen gestaag heeft afgebouwd. Tussen 2004 en 2007 heeft de grotere arbeidsmobiliteit uit de nieuwe lidstaten het bbp van de Unie doen toenemen met rond 40 miljard euro. De EU moet voortbouwen op deze verwezenlijkingen zodat eenieder - toeristen, studenten, arbeiders en eigenaars van kleine bedrijven - werkelijk kan profiteren van een Europese ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid.

Achtergrond

Op 25 augustus 2010 verklaarde vicevoorzitter Reding over de situatie van het recht van vrij verkeer van EU-burgers: "Het is duidelijk dat wie de wet overtreedt, de gevolgen daarvan moet dragen. Het is ook duidelijk dat niemand mag worden uitgewezen alleen omdat hij Roma is." (zie MEMO/10/384).

Stand van de omzetting van de EU-richtlijn vrij verkeer

Tegen eind 2010 waren Portugal en Finland tegemoetgekomen aan de bezorgdheid van de Commissie door bilaterale dialoog, verstrekking van voldoende verduidelijking inzake opgeworpen vragen of goedkeuring van wetgeving conform de richtlijn. Veertien lidstaten (Bulgarije, Denemarken, Estland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Letland, Luxemburg, Nederland, Roemenië, Slovenië en Slowakije) hebben sindsdien ontwerpen van gewijzigde wetgeving ingediend, met inbegrip van precieze tijdschema's voor een spoedige goedkeuring en inwerkingtreding teneinde volledige omzetting van de richtlijn inzake vrij verkeer te garanderen. De Commissie onderzoekt deze ontwerpen alsook de details van geplande of onlangs goedgekeurde maatregelen in Denemarken en Nederland om volledige naleving van de EU-wetgeving te verzekeren. Wat de onopgeloste problemen betreft in de overige lidstaten, werden tussen maart en juni 2010 inbreukprocedures ingeleid tegen Cyprus, Duitsland, Litouwen, Malta, Oostenrijk, Polen, Spanje, Tsjechië, het Verenigd Koninkrijk en Zweden. De situatie inzake vrij verkeer in België wordt nog door de Commissie geanalyseerd.

De belangrijkste problemen met onvolledige of onjuiste omzetting en tenuitvoerlegging betreffen drie belangrijke punten: inreis en verblijfsrecht van gezinsleden, inclusief echtgenoten; afgifte van visa en verblijfsvergunningen voor gezinsleden die onderdaan zijn van derde landen; garanties tegen uitwijzingen.

Volgende stappen

De Commissie zal nauwlettend toezien hoe de lidstaten die de goedkeuring van wetgevingswijzigingen hebben aangekondigd, deze belofte gestand doen. In de loop van 2012 zal de Commissie de omzetting en toepassing van de bepalingen van de richtlijn in alle lidstaten evalueren. Op basis hiervan zal in 2013 een verslag worden gepubliceerd over de toepassing van de richtlijn inzake vrij verkeer, dat aan het Europees Parlement en de Raad zal worden voorgelegd.

Stand van zaken wat de integratie van de Roma betreft

Op 5 april 2011 stelde de Commissie een EU-kader voor nationale strategieën voor integratie van de Roma (IP/11/400, MEMO/11/216) voor. Het kader zal steun bieden voor een gericht nationaal beleid inzake Roma en middelen vrijmaken die op EU-niveau beschikbaar zijn om de integratie-inspanningen te steunen. Het kader is gebaseerd op vier pijlers: toegang tot onderwijs, werkgelegenheid, gezondheidszorg en huisvesting. Het is de bedoeling dat de lidstaten afzonderlijke nationale doelstellingen opstellen voor de integratie van de Roma overeenkomstig de grootte van de bevolking en de huidige stand van het integratiebeleid. De nationale inspanningen kunnen worden gesteund door EU-financiering en een sterk wettelijk kader ter bestrijding van discriminatie. Na de goedkeuring van het EU-kader verklaarde vicevoorzitter Reding: "Voor mij is het allerbelangrijkste dat de lidstaten eraan bijdragen dat alle Roma-kinderen ten minste de lagere school afmaken."

Het afgelopen jaar heeft de Commissie verder nauw samengewerkt met de lidstaten om het gebruik van de structuurfondsen te vergemakkelijken - meer bepaald het Europees Sociaal Fonds i ter ondersteuning van de integratie van de Roma. Er hebben bilaterale seminars plaatsgevonden in Hongarije, Bulgarije, Slowakije en Roemenië voor de uitwisseling van optimale werkwijzen en expertise over geslaagde ESF-projecten.

Op 24 juni 2011 keurde de Europese Raad het EU-kader voor nationale strategieën voor integratie van de Roma (IP/11/789) goed. Alle 27 nationale regeringen hebben nu tot eind 2011 tijd om hun nationale strategieën voor integratie van de Roma bij de Commissie in te dienen. De Commissie zal vervolgens met de hulp van het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten deze plannen bekijken en het voorjaar daarop verslag uitbrengen.

Deze zomer won het “Kleurrijk maar kleurenblind”-project - een door de Europese Unie medegefinancierd project bedoeld om via films negatieve stereotypering van Roma tegen te gaan - een prijs van het in Amerika gevestigde Genootschap van professionele journalisten (zie IP/11/978).

Voor meer informatie:

Newsroom van het directoraat-generaal Justitie:

http://ec.europa.eu/justice/news/intro/news_intro_en.htm

Homepage van vicevoorzitter Viviane Reding, EU-commissaris van Justitie:

http://ec.europa.eu/reding

 

Contact :

Matthew Newman (+32 2 296 24 06)

Mina Andreeva (+32 2 299 13 82)