Europese Commissie wil informatie van 16 lidstaten over implementatie richtlijn Audiovisuele mediadiensten

Met dank overgenomen van Europese Commissie (EC) i, gepubliceerd op dinsdag 29 maart 2011.

De Europese Commissie heeft 16 lidstaten aangeschreven om informatie te vergaren over de tenuitvoerlegging van de richtlijn Audiovisuele mediadiensten (Audiovisual Media Services - AVMS). De Commissie heeft de lidstaten verzocht binnen 10 weken te antwoorden. De brieven passen in de inspanningen van de Commissie om ervoor te zorgen dat alle aspecten van de AVMS-voorschriften in de nationale mediawetten van alle lidstaten correct ten uitvoer worden gelegd. De kwesties die aan de orde worden gesteld, verschillen van lidstaat tot lidstaat. Het verzoek om informatie betekent niet dat de richtlijn door de betrokken lidstaten niet correct ten uitvoer zou zijn gelegd, maar eenvoudig dat de Commissie in dit stadium nog enkele vragen heeft over de toepassing van de richtlijn.

De AVMS-richtlijn (2010/13/EU) waarborgt een eengemaakte markt en biedt rechtszekerheid voor de Europese tv- en audiovisuele sector door over de grenzen heen een gelijk speelveld tot stand te brengen voor zowel omroepdiensten als audiovisuele mediadiensten. Tegelijk wordt daarmee gezorgd voor het behoud van culturele diversiteit, bescherming van kinderen en consumenten, vrijwaring van het pluralisme van de media en bestrijding van religieuze en rassenhaat. De richtlijn is gebaseerd op het principe van het "land van oorsprong", waarbij de aanbieders van audiovisuele mediadiensten enkel moeten voldoen aan de voorschriften in hun land van oorsprong en niet onderworpen kunnen worden aan voorschriften in het land van bestemming, behalve in zeer beperkte omstandigheden als bepaald in artikel 3 van de AVMS-richtlijn - b.v. het aanzetten tot haat). De EU-lidstaten zijn overeengekomen de AVMS-richtlijn in hun nationale wetgeving ten uitvoer te leggen tegen 19 december 2009 (zie IP/09/1983).

De Commissie heeft een eerste analyse afgerond van maatregelen die door 16 lidstaten zijn aangemeld ter omzetting van de AVMS-richtlijn in hun nationale wetgeving: België, Bulgarije, Denemarken, Finland, Frankrijk, Griekenland, Ierland, Italië, Malta, Nederland, Roemenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië, het Verenigd Koninkrijk en Zweden. Op basis van deze eerste analyse stuurt de Commissie nu brieven met een verzoek om informatie om verder na te gaan of en hoe de verschillende aspecten zoals de voorschriften inzake land van herkomst, productplaatsing, aanzetten tot haat en bescherming van minderjarigen ten uitvoer zijn gelegd. Drie lidstaten - Polen, Portugal en Slovenië - hebben nog geen maatregelen ter omzetting van de AVMS-richtlijn in hun nationaal recht bij de Commissie aangemeld; tegen hen loopt momenteel een inbreukprocedure (zie IP/10/803). De Commissie bekijkt nu de maatregelen die door de overige lidstaten zijn aangemeld (Cyprus, Duitsland, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Luxemburg en Oostenrijk), waarna in het tweede kwartaal van 2011 wellicht een tweede serie brieven zal worden gestuurd.

Op welke kwesties hebben de aan de lidstaten voorgelegde vragen betrekking?

De volgende brede waaier van kwesties met betrekking tot de tenuitvoerlegging van de richtlijn worden in de verzoeken om verduidelijking aan de orde gesteld (zie MEMO/11/199 voor nadere bijzonderheden over deze kwesties):

  • het principe van het land van oorsprong en kwesties in verband met het rechtsgebied met betrekking tot audiovisuele diensten
  • commerciële audiovisuele communicatie (waaronder productplaatsing en gesponsorde televisiereclame en telewinkelen)
  • fundamentele verplichtingen in het kader van de richtlijn (zoals identificatievereisten, regels inzake aanzetten tot haat, toegankelijkheid, verplichtingen inzake evenwichtige berichtgeving, registratie van diensten op aanvraag)
  • het recht van weerwoord (iedereen die in zijn rechtmatige belangen is geschaad door een in een televisie-uitzending gedane bewering moet het recht van weerwoord of gelijkwaardige middelen krijgen)
  • de bescherming van minderjarigen
  • de bevordering van Europese werken
  • evenementen van aanzienlijk belang moeten gratis op televisie worden uitgezonden, evenals korte nieuwsverslagen
  • samenwerking tussen regelgevende instanties.

Achtergrond

De oorspronkelijke richtlijn "Televisie zonder grenzen" is in 1989 vastgesteld (IP/91/898) en voor het eerst in 1997 gewijzigd (IP/97/552). In december 2007 is een wijzigingsrichtlijn vastgesteld (zie IP/07/1809, MEMO/08/803). Op 10 maart 2010 werden de bepalingen van de oorspronkelijke richtlijn "Televisie zonder grenzen" met de bepalingen van de wijzigingsrichtlijnen samengevoegd tot de gecodificeerde versie van wat nu de richtlijn "Audiovisuele mediadiensten" heet.

Bijzonderheden van de AVMS-richtlijn zijn te vinden op onderstaand internetadres:

http://ec.europa.eu/avpolicy/reg/avms/index_en.htm

Website van Neelie Kroes: http://ec.europa.eu/commission_2010-2014/kroes/

Website van de Digitale Agenda:

http://ec.europa.eu/information_society/digital-agenda/index_en.htm

Volg vice-voorzitter Kroes op Twitter:

http://twitter.com/NeelieKroesEU