Europees Parlement neemt wijzigingen financieel reglement ten behoeve van EDEO aan
Het Europees Parlement heeft woensdag wijzigingen van het financieel reglement van de EU, het ambtenarenstatuut en de begroting van 2010 aangenomen; aanpassingen die nodig waren om de Europese dienst voor extern optreden (EDEO i) van start te kunnen laten gaan. De Europarlementsleden zijn erin geslaagd om de controle door het Parlement op de dienst te vergroten. Bovendien willen ze dat er bij de aanwerving voor de dienst rekening wordt gehouden met het geografisch en genderevenwicht.
Begrotingscontrole en transparantie
De begrotingsregels van de EDEO (het zogenaamde "financieel reglement") zijn aangepast om de transparantie en de financiële verantwoording te verzekeren (verslagen van rapporteurs Ingeborg GRÄSSLE (EPP, DE) en Crescenzio RIVELLINI (EPP, IT)). Wat de begroting betreft, zal de EDEO op dezelfde manier als Europese instellingen behandeld worden, met een eigen afdeling in de EU-begroting. De dienst zal aan kwijting door het Parlement worden onderworpen en het Parlement zal zijn budgettaire en controlebevoegdheden volledig uitoefenen ten aanzien van de EDEO.
Om budgettaire transparantie te waarborgen, moet de Commissie het Parlement en de Raad samen met de ontwerpbegroting een werkdocument toesturen met een volledig overzicht van alle administratieve en operationele uitgaven in verband met het externe optreden van de EU.
Rol van delegatiehoofden
Vóór hoofden van delegaties hun ambt aanvaarden, "moeten zij specifieke trainingen volgen inzake de taken en verantwoordelijkheden van ordonnateurs en de uitvoering van de begroting". Ze moeten "volledig samenwerken" met het Parlement, "waar nodig de vereiste aanvullende informatie verstrekken" en indien gevraagd vergaderingen van de parlementaire commissies bijwonen.
Ambtenarenstatuut om geografisch en genderevenwicht te verzekeren
Het personeelsstatuut van de externe dienst is vervat in een compromistekst, waar Bernhard RAPKAY (S&D, DE) namens het Parlement over onderhandeld heeft en die woensdag door het hele Parlement is aangenomen.
"We willen een moderne dienst, waar een evenwicht is tussen het aantal mannen en vrouwen", zei Rapkay tijdens het debat voor de stemming. "Er moeten gelijke rechten en gelijke plichten zijn" voor EU-ambtenaren en medewerkers van de nationale diplomatieke diensten, en "ze moeten aan de Hoge Vertegenwoordiger van de EU toegewijd zijn, ze moeten trouw zijn aan u, mevrouw Ashton", zei rapporteur Rapkay.
Volgens de Europarlementsleden zou de Europese dienst voor extern optreden samengesteld moeten zijn uit personeelsleden "die uit een oogpunt van bekwaamheid, prestatievermogen en onkreukbaarheid aan de hoogste eisen voldoen en die uit de onderdanen van de lidstaten zijn aangeworven met inachtneming van een zo breed mogelijke geografische spreiding". De aangenomen tekst stelt ook dat het EDEO-personeel zo samengesteld moet zijn, "dat het een passend en adequaat aantal onderdanen van alle lidstaten omvat".
Om het genderevenwicht in de EDEO te waarborgen, moet de Hoge Vertegenwoordiger volgens de tekst passende maatregelen voorstellen ter bevordering van gelijke kansen voor het ondervertegenwoordigde geslacht in bepaalde functiegroepen. Bovendien wil het Parlement dat ze uiterlijk in 2013 een verslag bij het Parlement, de Raad en de Commissie indient over de tenuitvoerlegging van de verordening, met bijzondere nadruk op het geografische en genderevenwicht van het personeel in de EDEO.
Tot 30 juni 2013 zal de EDEO ambtenaren van het secretariaat-generaal van de Raad en de Commissie en personeel van de nationale diplomatieke diensten aanwerven. Met ingang van 1 juli 2013 komen ook ambtenaren van andere Europese instellingen in aanmerking, zoals het Europees Parlement. Wanneer de EDEO haar volledige capaciteit heeft bereikt, moet het personeel van de nationale diplomatieke diensten op zijn minst een derde van al het EDEO-personeel op administrateurniveau uitmaken en de EU-ambtenaren op zijn minst 60% daarvan.
Begroting 2010 aangepast om ruimte te maken voor de externe dienst
Op basis van verslagen voorbereid door Roberto GUALTIERI (S&D, IT) en László SURJÁN (EPP, HU) hebben Europarlementsleden de lopende begroting van dit jaar ook aangepast om ruimte te maken voor de dienst. In totaal zijn 170 posten gecreëerd, die over de delegaties en de hoofdzetel worden verdeeld.