Verslag colloquium "De bijdrage van cultuur aan de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting"
Op 18 en 19 oktober vond het colloquium "De bijdrage van cultuur aan de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting” plaats in de Botanique in Brussel. Het colloquium werd geopend door Fadila Laanan, Minister van Cultuur, de Audiovisuele Sector, Gezondheid en Gelijke Kansen van de Franse Gemeenschap van België en Voorzitter van het deel “Cultuur” van de Raad voor “Onderwijs, Jeugdzaken en Cultuur” i van de Europese Unie i in de tweede helft van 2010.
De bedoeling van dit colloquium was niet om de begrippen armoede en sociale uitsluiting, noch hun doelgroepen te definiëren, maar vooral om de vormen en bijdragen van cultuur te verduidelijken en structureren in het licht van deze problematiek; om de transversaliteit te bevorderen over kwesties als gelijke kansen, sociale cohesie en democratie; en om de culturele diversiteit aan te moedigen.
Als vertegenwoordiger van de Europese Unie zette Jan Truszczynski, directeur-generaal van het DG Onderwijs en Cultuur i, met name een van de belangrijkste initiatieven van de Europa 2020-strategie i uiteen, het "Europees platform tegen armoede", dat de erkenning van de fundamentele rechten van personen die te kampen hebben met armoede en sociale uitsluiting, ten doel heeft: men moet deze mensen de middelen geven om een menswaardig bestaan op te bouwen en actief deel te nemen aan de samenleving.
In de verschillende workshops hebben de twee hoofdthema's geleid tot geanimeerde discussies: toegang tot cultuur en culturele participatie.
Toegang tot cultuur
De verschillende soorten mensen die kunnen worden beschouwd als in het bijzonder blootgesteld aan het risico van culturele uitsluiting, lijden ook vaker aan een gebrek aan zelfrespect en zelfvertrouwen. Tegen deze achtergrond komt duidelijk uit deze debatten op maandag en dinsdag naar voren dat de toegang tot cultuur niet kan worden beperkt tot toegang tot culturele diensten. Het moet uitgebreid worden tot het herstellen van de voorwaarden voor menselijke waardigheid.
Hoe kunnen de symbolische en reële belemmeringen weggenomen worden? Hoe kan een effectieve toegang tot cultuur gevonden worden, die rekening houdt met de noodzaak om de menswaardigheid, het gevoel van eigenwaarde te herstellen? Hoe kan men gebruik maken van communicatietechnologieën om niet alleen het verwerven van kennis te bevorderen, maar ook de sociale en creatieve expressie van mensen die het financieel moeilijk hebben? Hoe kan men vechten tegen stereotypen en niet alleen de stereotypen waarvan de armen, buitenlanders of gehandicapten het slachtoffer zijn, maar ook de stereotypen die de culturele genres sociaal categoriseren en bepaalde uitdrukkingsvormen van de cultuur uitsluiten, met name die met betrekking tot jongeren, bevolkingsgroepen, buitenlandse gemeenschappen? Dit zijn enkele van de vragen die aan bod zijn gekomen. De kwestie van toegang tot cultuur is dus complexer dan alleen het wegnemen van financiële, geografische of mobiliteitsbelemmeringen.
Culturele participatie
Stimuleren van maatschappelijke en culturele participatie door te steunen op het potentieel en de vaardigheden van mensen is niet alleen een uitdaging voor de betreffende doelgroepen, maar ook voor de democratische ontwikkeling van de samenleving als geheel. Culturele participatie werd tijdens deze twee dagen genoemd als een waardevol instrument in de strijd tegen uitsluiting en een belangrijke hefboom voor integratie. Erkenning van de culturele participatie van kansarmen vergt een aanzienlijke investering in de ontwikkeling van begeleiding, opleiding en expressie van de armste personen en sociale groepen. Maar er moet ook gezorgd worden voor een bewustmaking van de publieke opinie om te komen tot meer inzicht in en een beter begrip van de situatie waarin deze mensen leven.
Onderwijs en transversaliteit
Bovendien staat onderwijs aan de basis van deze kwesties, namelijk toegang tot cultuur en culturele participatie, zoals blijkt uit het belang van de educatieve, vormende en maatschappelijke dimensie van cultuur in de debatten die tijdens het colloquium werden gevoerd.
De debatten hebben ook voortdurend het belang aangetoond van de transversale dimensie van cultuur. Dit heeft de noodzaak bevestigd om samenwerking, gezamenlijke projecten en de uitwisseling van ervaringen en beste praktijken te stimuleren. Vooral tussen de verschillende competentieniveaus: zowel op Europees als op nationaal en regionaal niveau, om de synergieën te versterken tussen enerzijds het culturele beleid en anderzijds het stedelijke, sociale, economische, educatieve, jeugd- en werkgelegenheidsbeleid. Dit is zowel nodig tussen overheden en actoren in de sociale, economische, culturele, educatieve en jeugdsectoren als tussen de actoren in deze verschillende sectoren onderling.
De belangrijkste conclusie van dit colloquium is ongetwijfeld het feit dat cultuur dan wel niet "in de frontlijn" ligt in de strijd tegen de armoede, maar toch bijdraagt tot een duidelijke verbetering van de sociale integratie. En daarom is het van essentieel belang om zowel de culturele dimensie te erkennen van het sociale beleid als de sociale dimensie van het culturele beleid. Deze constatering is in ieder geval uitvoerig gedocumenteerd en geïllustreerd tijdens de workshops op maandag en dinsdag. Met name door Doctor of Philosophy Patrice Meyer-Bisch, die in zijn toespraak zei dat "cultuur te mooi, te intiem, te vrij en ook te veelzijdig is om een rechtsobject te zijn. Maar zonder toegang tot culturele bronnen, zonder ervaring met culturele vrijheden kan een mens geen van zijn rechten uitoefenen, laat staan een van zijn verantwoordelijkheden. Dat is de paradox!"
Gesterkt door de uitwisseling tijdens dit tweedaagse colloquium zal het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie, dat van dit dossier een prioriteit had gemaakt, ontwerpconclusies voorleggen die de tranversale rol zullen onderstrepen die cultuur kan spelen in de strijd tegen armoede en sociale uitsluiting. Deze tekst moet worden goedgekeurd op de volgende Raad van Europese Ministers van Cultuur in november en ruimt een speciale plaats in voor de noodzaak om de culturele dimensie te integreren in nationaal en Europees beleid op dit gebied.