Armoedebestrijding in het hart van de Europese besluitvorming
Vandaag ging in Brussel, in het kader van het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie i, een bijeenkomst door van de Europese ministers die verantwoordelijk zijn voor Armoedebestrijding.
Georganiseerd in het verlengde van het 9e Rondetafelgesprek over Armoedebestrijding en Sociale Uitsluiting, behandelde en besprak deze informele ministeriële bijeenkomst onderwerpen met betrekking tot Kinderarmoede, de uitvoering op het terrein van de Aanbeveling i over Actieve Inclusie en de invoering van het Europees Platform Armoedebestrijding.
Het Belgisch voorzitterschap heeft zich ingezet om de weg te openen naar de goedkeuring door de Commissie i van een Aanbeveling inzake de bestrijding van Kinderarmoede en de bevordering van het Welzijn.
Om te voldoen aan de doelstelling inzake armoede (20 miljoen minder arme mensen tegen 2020) van de EU2020-strategie, heeft het Belgisch voorzitterschap de Lidstaten gevraagd om duidelijke en gekwantificeerde subdoelstellingen te bepalen om kinderarmoede terug te dringen en om de strijd tegen kinderarmoede op te nemen in de prioriteiten van het Platform van de Strijd tegen armoede en sociale uitsluiting 2020 van de EU.
De Belgische staatssecretaris Courard Philippe benadrukt dat 20 miljoen jonge Europeanen worden bedreigd door armoede en dat er bijzondere aandacht moet worden besteed aan deze kinderen door het stimuleren van, specifiek, hun deelname aan het besluitvormingsproces die hun leven en hun bestaan beïnvloedt.
In 2008 lanceerde de Commissie de Aanbeveling over de Actieve Inclusie van personen uitgesloten van de arbeidsmarkt. Dit proces van integratie in de arbeidsmarkt is gebaseerd op drie pijlers: toereikende inkomenssteun, inclusieve arbeidsmarkten en toegang tot hoogwaardige diensten. Tijdens de informele bijeenkomst van dinsdag 19 oktober zijn de lidstaten overeengekomen om het wederzijds leren te versterken en de uitwisseling van ervaringen en goede praktijken op het gebied van toereikende inkomensondersteuning op te voeren. Concreet impliceert deze gemeenschappelijke visie een versterking van de uitwisseling en toereikendheid van de inkomenssteun op basis van gemeenschappelijke criteria.
Om het subsidiariteitsbeginsel in acht te nemen, zou dit proces van versterking van wederzijds leren onder meer kwesties van de dekking, onderbenutting van de systemen ter ondersteuning van bepaalde groepen van mensen en de coördinatie met de twee andere luiken van actieve integratie moeten omvatten: De inclusieve arbeidsmarkten en toegang tot hoogwaardige diensten. Dit proces kan worden uitgevoerd binnen het Comité voor sociale bescherming.
Om het debat over de toereikende inkomenssteun te stimuleren, zal het Belgisch voorzitterschap op 26 november een Peer Review organiseren over de standaardbudgetten. De resultaten van deze Peer Review zullen naar alle lidstaten worden gestuurd om het debat te lanceren en om de discussie met alle betrokken actoren te voeden.
In haar mededeling “EU 2020: een strategie voor intelligente, duurzame en inclusieve groei”, kondigde de Commissie een baanbrekend initiatief aan: het creëren van een ‘Europees Platform tegen Armoede’.
Het Voorzitterschap wil van de Lidstaten een multidimensionele aanpak van armoede, met inbegrip van preventie en participatie van alle partners: mensen die in armoede leven, de sociale gesprekspartners, de Europese, nationale en regionale parlementen, lokale en regionale overheden, de verenigingswereld en NGO's.
Op donderdag 21 oktober zal het Belgisch Voorzitterschap de EPSCO-Raad (Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken i) op de hoogte brengen van de conclusies van dit 9e Rondetafelgesprek over armoede en uitsluiting en van de ministeriële bijeenkomst.
Het Belgisch Voorzitterschap wil ook dat deze conclusies worden opgenomen in de Slotverklaring van het Europees Jaar 2010 tot bestrijding van armoede op 17 december.
Hoewel er aanzienlijke vooruitgang is geboekt met betrekking tot de toegang tot inclusieve arbeidsmarkten, moeten de pijlers van het toereikend inkomen en toegang tot hoogwaardige diensten nog ontwikkeld worden.