Eerste evaluatie Zorgverzekeringswet
De ministerraad heeft op voorstel van minister Klink en staatssecretaris Bussemaker van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) ingestemd met toezending aan de Tweede Kamer van de evaluaties van de Zorgverzekeringswet (Zvw), de Wet op de zorgtoeslag (Wzt), de Wet marktordening gezondheidszorg (WMG) en de kabinetsreactie daarop. De invoering van deze wetten is relatief geruisloos verlopen. De stelselwijzigingen zijn in 2006 ingevoerd, mede in het licht van de toenemende zorgvraag en het achterblijvend personeelsaanbod in de gezondheidszorg. De stelselwijzigingen moeten meer inspelen op de zorgvraag van de burger in plaats van de klassieke aanbodsturing door de overheid.
Uit de evaluaties blijkt dat een periode van drie jaar eigenlijk te kort is om de effecten van deze grote stelselwijzigingen goed te evalueren. Daarom is er bij dit onderzoek meer sprake van een risicoanalyse en komt er in 2012 nog een tweede evaluatie. Uit het onderzoek blijkt dat de solidariteit bij de Zvw en de Wzt is toegenomen omdat voor iedereen hetzelfde basispakket geldt. De onderzoekers bevelen aan de nominale premie te verlagen. Dit zou leiden tot een daling van het aantal wanbetalers en onverzekerden. Deze aanbeveling neemt het kabinet niet over. Er is juist voor deze nominale premie gekozen, zodat iedereen zich realiseert dat zorg niet gratis is. Verder is er de zorgtoeslag om lagere inkomens te compenseren. Voor het terugdringen van het aantal wanbetalers, zijn dit jaar andere maatregelen van kracht geworden en volgend jaar komt er specifiek beleid om het aantal onverzekerden terug te brengen.
Zorgverzekeraars hebben eerst op prijs geconcurreerd, maar doen dat nu steeds meer op kwaliteit en dat is ook de wens van het kabinet. Uit de evaluaties blijkt dat door de stelselwijziging de kwaliteit van zorg op de agenda staat, maar dat zorgverzekeraars zich nog meer kunnen inzetten om op basis van kwaliteit zorg in te kopen. De kwaliteitsindicatoren uit het project Zichtbare Zorg kunnen hierin een belangrijke rol spelen. Het kabinet vindt transparantie van kwaliteit van zorg zo belangrijk, dat het hoge tempo wordt vastgehouden: in 2010 zijn er voor 30 aandoeningen kwaliteitsindicatoren beschikbaar, in het jaar daarop voor 80.
Verzekeraars hebben een zorgplicht en de plicht om iedereen te accepteren. Om verzekeraars met veel verzekerden met hoge zorgkosten te compenseren, is er de risicoverevening. Zo is er een gelijk speelveld voor iedereen. De onderzoekers geven aan dat dit systeem verbetering behoeft. Sinds de stelselwijziging is het kabinetsbeleid steeds gericht op het verder verbeteren van de risicoverevening.
Sinds 1 januari 2008 geldt het verplicht eigen risico. De onderzoekers stellen dat de effectiviteit van dit eigen risico gering is. Dit komt volgens de onderzoekers, omdat het remgeldeffect nauwelijks geldt voor chronisch zieken en ouderen, die het verplicht eigen risico altijd volmaken. Ze stellen voor het eigen risico niet op nul te laten beginnen, maar pas in te laten gaan vanaf een bepaald bedrag aan zorgkosten afhankelijk van de leeftijd. Dit voorstel neemt het kabinet niet over, omdat het voorstel ten onrechte veronderstelt dat leeftijd altijd een graadmeter is voor hoge zorgkosten. Bovendien is het doel van het eigen risico niet alleen een remeffect. Er wordt ook ruim 1,45 miljard euro bespaard doordat iedereen een eigen risico heeft.
Het College voor zorgverzekeringen (CVZ), verantwoordelijk voor het beheer van het basispakket, is een veranderingsgezinde organisatie. Er liggen kansen voor het CVZ om tot verbetering van het pakketbeheer te komen. Daarom zal het overleg tussen het ministerie van VWS en het CVZ nog verder ingezet worden om de zorg kwalitatief goed en betaalbaar te houden.
De WMG stelt regels voor een doelmatig zorgstelsel en beheersing van de kosten. Ook regelt de WMG de taken van de Nederlandse Zorgautoriteit. De NZa, verantwoordelijk voor het vaststellen van tarieven en de ordening van de zorgmarkt, heeft haar zware taak goed opgepakt. Hierbij stelt VWS de politieke kaders en vult de NZa die in met regulering en toezicht. De NZa heeft de komende tijd nog veel te doen aan regulering, zoals prestatiebekostiging, en zal stapsgewijs verder groeien naar een proactieve toezichthouder.