EP-voorzitter Buzek over Verdrag van Lissabon, wetenschap en energie

Met dank overgenomen van Europees Parlement (EP) i, gepubliceerd op woensdag 14 oktober 2009, 14:48.

Jerzy Buzek i: "We zullen de geschiedenis van Europa samen schrijven"

Onlangs werd Jerzy Buzek als nieuwe voorzitter van het Europees Parlement verkozen. Buzek zal ongetwijfeld worden geconfronteerd met een drukke termijn, zeker als het verdrag van Lissabon in werking treedt. In dit exclusieve interview ondervroegen we de voormalige minister-president van Polen en ex-wetenschapper over de groeiende rol van het EP, de Europese wetenschap, energie en de betekenis van Oost en West vandaag de dag.

U wordt waarschijnlijk de eerste voorzitter van het Europees Parlement onder het Verdrag van Lissabon i. Hoe bereidt u zich voor op de enorme hervormingen die zullen volgen?

"Het gehele Parlement wordt voorbereid. We zullen tevens onze banden met de nationale parlementen versterken; zij zullen deelnemen aan het legislatieve werk. Het verdrag geeft ze acht weken om hun mening te geven.

De Medebeslissingsprocedure is de volgende zaak. Vrijwel alle EU-wetgeving zal worden aangenomen door het Europees Parlement en de Raad, op gelijke voet. Bemiddeling krijgt een enorm belang. We zullen over een groot deel van de rechtshandelingen overeenstemming moeten krijgen. Tot dusver was het EP slechts een adviserende instantie. Het Parlement krijgt nu directe invloed op de begroting, het cohesiebeleid, handel en de landbouw.

De rol van de EU-diplomatie groeit enorm. Onze contacten met de parlementen in derde landen zijn van buitengewoon belang. Betrekkingen met het Amerikaanse Congres, met de parlementen van wereldmachten zoals Brazilië, China, India, Japan en Rusland blijven essentieel."

Wat is uw boodschap aan de kiezers?

"Het Europees Parlement is verantwoordelijk voor ongeveer twee derde van de gehele wetgeving in alle lidstaten. We hebben een enorme communicatieve verplichtingen jegens de EU-burgers. We gaan zogenaamde Europese Huizen in de lidstaten openen. Zij zullen informatie doorgeven en fungeren als schakel tussen de burgers, het EP en de Commissie."

Na Pierre Pflimlin, die kort als de Franse minister-president diende, bent u de tweede ex-president van een land die als voorzitter van het rechtstreeks gekozen Europees Parlement dient. Hoe zullen uw ervaringen u helpen in uw werk?

"Het werk als EP-voorzitter heeft veel gemeen met die van eerste minister als het gaat om vergaderingen, politieke overwegingen en besluitvorming. Mijn beslissingen betreffen het EP alleen, dus er valt minder te beslissen dan toen ik minister-president was. Echter, als het gaat om mijn taken en contacten heb ik veel meer werk.

De voorzitter van het Europees Parlement heeft de kans op enorme politieke invloed. Al mijn contacten uit de tijd dat ik minister-president was zijn zeker zeer nuttig. Mijn ontmoeting met de Tsjechische president Klaus - die een heel moeilijke gesprekspartner is - was het meest recente voorbeeld."

U wordt "de eerste EP-voorzitter van het ex-communistische blok" genoemd door de media. Is dit label 20 jaar na de val van het IJzeren Gordijn nog betekenisvol?

"Ik ben op een bepaalde manier een vertegenwoordiger van deze landen. Dat is wat ik op een of andere manier voel. Maar ik vertegenwoordig de gehele EU en we zijn gelijk en in gelijke mate verantwoordelijk voor de EU. We hebben nog steeds verschillen op het gebied van ontwikkeling, geschiedenis enzovoort maar dit overheerst niet meer. Ik ben me bewust van deze enorme verantwoordelijkheid, omdat men simpelweg niet mag mislukken. We zullen de geschiedenis van Europa samen schrijven."

In uw inauguratierede stelde u een Europees energiegemeenschap voor. Hoe kan het EP helpen een dergelijke onderneming een realiteit te maken?

"De EU reageert op de verwachtingen van haar burgers. Ons leven en de gemeenschappelijke interne markt wordt vergemakkelijkt om ons welzijn te dienen.

Het energieprobleem was zo'n 10 jaar geleden niet zo eminent als vandaag de dag. Nu vormt het het grootste probleem van de EU. Daar is de klimaatverandering bijgekomen dus het is de hoogste tijd voor een gemeenschappelijk energiebeleid, net zoals we ander gemeenschappelijk beleid hebben gemaakt. We hebben in het Verdrag de formulering 'energiesolidariteit' opgenomen, dit is van het grootste belang.

Voor onze veiligheid moeten we de gasbronnen diversifiëren en gezamenlijk onderhandelen over de levering van buiten Europa. Om de klimaatverandering aan te pakken moeten we op grote schaal groene energie ontwikkelen. Bescherming van het klimaat dwingt ons ook tot gezamenlijk onderzoek en de ontwikkeling van technologie voor het schone gebruik van fossiele brandstoffen."

Als Europees Parlementslid en als wetenschapper bent u intensief betrokken geweest bij het waarborgen van de EU-financiering voor wetenschap. Waarom zijn publieke investeringen in de wetenschap belangrijk voor u en kan dit door blijven gaan in deze economisch moeilijke tijden?

"Met het bewandelen van het pad van groene energie en fossiele brandstoffen zullen we nieuwe takken van wetenschap ontwikkelen. Wij gaan voor innovaties en voor het verbeteren van het concurrentievermogen van de EU. We hebben het over een strategische tak van de EU-economie.

De fondsen zullen niet uitgeput worden zolang de Europese wetenschap, de Europese universiteiten in staat zullen zijn om nieuwe technologieën voor de economie te ontwikkelen. En innovaties zijn altijd winstgevend.