De eerste barsten in de Muur…

Met dank overgenomen van Europees Parlement (EP) i, gepubliceerd op vrijdag 26 juni 2009, 13:00.

27 June 1989: De Oostenrijkse minister van buitenlandse zaken, Alois Mock (links) en de Hongaarse minister van buitenlandse zaken, Gyula Horn knippen het prikkeldraad op de grens door ©BELGA/EPA/ROBERT JAEGER

De beelden van menigten die in november 1989 bovenop de muur in Berlijn klimmen, kent iedereen. Het wordt echter vaak vergeten dat het IJzeren Gordijn voor het eerst werd gebroken in de zomer van 1989vlakbij Sopron in Hongarije op de grens met Oostenrijk. Dit weekend wordt de twintigste verjaardag van deze historische gebeurtenis, die ook een invloed op de Duitse hereniging had, gevierd. Wij vroegen een aantal destijds betrokken parlementsleden naar hun herinneringen.

Aangezien tientallen duizenden Oost-Duiters naar Hongarije vluchtten, besloten de Hongaarse minister van Buitenlandse Zaken Gyula Horn en zijn Oostenrijkse tegenhanger, Alois Mock, om de prikkeldraadomheining dichtbij Sopron inHongarije op 27 juni 1989 door te knippen.

Het IJzeren Gordijn symboliseerde de ideologische en fysieke grens die Oost- en West-Europa sinds het einde van de tweede wereldoorlog verdeelde. Het is moeilijk om te geloven dat slechts twee decennia geleden veel Europeanen niet konden reizen, spreken of vrij samenkomen en dat honderden hun leven verloren tijdens ontsnappingspogingen.

Parlementsleden over hun herinneringen

József Szájer (Europese Volkspartij) is een Hongaars parlementslid sinds 2004. In de jaren tachtig was hij lid van de democratische oppositie die met de communistische partij het democratische overgangsproces besprak. Hij is herkozen in het nieuwe Parlement. Hij vertelt ons dat hij als inwoner van Sopron de grens voor het eerst overstak toen hij twintig was. "Zij die de grens in Sopron twintig jaar geleden stukmaakten, zorgden voor één van de opmerkelijkste historische gebeurtenissen van de twintigste eeuw. Het herinnert ons aan het feit dat de kracht van vrijheid geen grenzen kent."

Szájer vertelde ons ook dat hij een stuk van het prikkeldraad aan de Voorzitter van het Parlement, Hans-Gert Pöttering, en aan Commissievoorzitter José Manuel Barroso heeft geschonken: "Ik gaf het aan Europese politici van wie de landen al langere tijd in vrijheid leven dan die van ons, om hen eraan te herinneren dat elke dag zelfs de meest onderdrukkende regimes omvergeworpen kunnen worden."

Christa Prets een Oostenrijkse sociaaldemocrate die van 1999 tot 2009. lid van het Europees Parlement was, was Burgemeester en Raadslid in Burgenland, een Oostenrijkse federale staat grenzend aan Hongarije. Over 1989 zegt zij: "Er was een betovering. Het was het zelfde als in 1956 toen de Hongaren kwamen en vrij wilden zijn. Het was een historisch ogenblik voor de hele regio."

Gisela Kallenbach (De Groenen), een Duitse burgerrechtenactiviste en lid van het Europese Parlement tussen 2004-2009, groeide op in de Duitse Democratische Republiek. "Wat er in juni 1989 bij de Oostenrijkse-Hongaarse grens gebeurde overweldigde mij en mijn vrienden. Waarom? Ten eerste omdat niemand van ons had verondersteld dat wij het IJzeren Gordijn in ons leven zouden zien verdwijnen. En ten tweede omdat wij moesten vrezen dat nu een nog groter aantal van onze vrienden, familieleden en collega's naar het gouden westen zouden vertrekken. Het afbreken van de grens was uiteindelijk een belangrijke stap op de weg naar een vrije democratie en een verenigd Duitsland. Daarom moet men de Hongaarse overheid van die tijd voor zijn moed danken."