Opkomst bij Europese verkiezingen licht gedaald
Het moment waarop het opkomstpercentage werd vrijgegeven tijdens een persconferentie om 23.00 uur op zondagavond 7 juni 2009
De gemiddelde opkomst bij de Europese verkiezingen was met 43,1% vergelijkbaar met die van 2004. Er was een lichte daling van 1,3%. Er waren wel grote verschillen tussen de lidstaten onderling: sommige lidstaten zagen een stijging in opkomst en andere lidstaten maakten een daling mee. In België was de opkomst 90.39%, dit was 0,42% lager dan in 2004. In Nederland was de opkomst 36,5%, een daling met 2,76%.
Het absolute aantal stemgerechtigden in de EU was 376 miljoen: daarvan zijn rond de 162 miljoen mensen gaan stemmen. De hoogste opkomst werd gemeten in Luxemburg (91%), België ( 90,39%) en in Malta (78,81%). In België en in Luxemburg is stemmen verplicht.
Een aantal kleinere lidstaten maakten een fors hogere opkomst mee. In Estland ging 43,2 % van de stemgerechtigden naar de stembus: een toename van 16,37% ten opzichte van 2004. In Letland ging meer dan 52,56% van de stemgerechtigden stemmen en in Denemarken 59,52%. Voor zowel Letland als Denemarken betekende dit een toename van meer dan 11%
Een aantal 'oude' lidstaten had een lagere opkomst. De opkomst in het Verenigd Koninkrijk daalde met 4,25% ten opzichte van 2004 tot 34,27% en de opkomst in Italië daalde met 5,26% tot 66,46%.
De grootste teruggang in opkomst vond plaats in Litouwen. Daar kwamen 27,47% stemgerechtigden minder naar de stembus en bleef het opkomstpercentage op 20,91% steken. In Cyprus kwam 59,4% van de stemgerechtigden stemmen en dit was een teruggang met 13,1%. Buurland Griekenland maakte een daling van 10,59% mee met een opkomstpercentage van 52,63%.
EP-Voorzitter Pöttering zei in de verkiezingsnacht over de opkomst dat "parlementsleden en de media moeten samenwerken: zij zijn verantwoordelijk op politiek niveau.". Hij ging verder met te zeggen dat "wij voor de voortdurende verslaggeving van het werk van het Europees Parlement i in de komende jaren zorg moeten dragen" en dat hij er van overtuigd was "dat de opkomst in 2014 beter zal zijn". Pöttering vergeleek de opkomst met die van de tussentijdse verkiezingen van het Huis van Afgevaardigden in de Verenigde Staten waar de opkomst altijd lager ligt dan 50% indien de verkiezingen niet samenvallen met de Presidentsverkiezingen (zie link).
Alle cijfers in dit artikel betreffen de voorlopige opkomstpercentages zoals bekend op dinsdag 9 juni 2009 om 11.04 uur (bron TNS).