Europese Rekenkamer: 'structurele maatregelen droegen bij aan verbeterde afvalwaterbehandeling' (en)
ECA/09/25
Luxemburg, 2009/05/28
Persbericht van de Europese Rekenkamer i betreffende Speciaal verslag nr. 3/2009 over de doeltreffendheid van uitgaven uit hoofde van structurele maatregelen met betrekking tot afvalwaterbehandeling voor de programmeringsperioden 1994-1999 en 2000-2006[1]
Afvalwater en zuiveringsslib van stedelijke agglomeraties kan de kwaliteit van Europa's meren, rivieren, kustwateren, bodem en grondwater aantasten. Daarom heeft de EU een serie richtlijnen vastgesteld en heeft zij ook de bouw van stedelijke waterzuiveringsinstallaties uit het Cohesiefonds i en het EFRO gecofinancierd. Dit heeft het percentage van de stedelijke bevolking waarvan het afvalwater wordt behandeld, significant verhoogd.
De controle van de Rekenkamer was gericht op installaties die door het Cohesiefonds en het EFRO in de programmeringsperioden 1994-1999 en 2000-2006 zijn gefinancierd in Spanje, Portugal, Griekenland en Ierland, die goed waren voor het merendeel van de uitgaven op dit gebied. De controleconclusies in dit verslag zijn gebaseerd op een onderzoek van de beheers- en controlesystemen bij de Europese Commissie i en op een beoordeling van de prestaties van 73 zuiveringsinstallaties. Daarnaast is ook gekeken naar de afvoer van zuiveringsslib als bijproduct van de afvalwaterbehandeling en naar de rol van de Commissie op het gebied van afvalwater.
De Rekenkamer kwam tot de conclusie dat structurele maatregelen over het algemeen hebben bijgedragen tot een verbetering van de afvalwaterbehandeling in de vier gecontroleerde lidstaten.
Over het algemeen presteerden zuiveringsinstallaties die werden gecofinancierd in het kader van structurele maatregelen naar behoren. Sommige werkten echter onder hun capaciteit en in een minderheid van de gevallen werd niet voldaan aan de Europese eisen met betrekking tot de kwaliteit van het effluent.
De Rekenkamer constateerde dat er beter op moest worden gelet dat zuiveringsinstallaties goed zijn aangesloten op de riolering en dat industrieel afvalwater de voorgeschreven voorbehandeling heeft ondergaan voordat het bij de installaties komt.
Wat betreft zuiveringsslib kwam de Rekenkamer tot de conclusie dat het grootste deel van de gecofinancierde zuiveringsinstallaties in de vier onderzochte lidstaten slib afvoerden overeenkomstig de door de EU aangemoedigde methoden van hergebruik, terwijl een minderheid had gekozen voor minder duurzame, niet-hergebruikmethoden. Daarnaast constateerde de Rekenkamer dat een aantal aspecten op het gebied van het toezicht op slibafvoer verbeterd kan worden.
De huidige Richtlijn inzake zuiveringsslib dateert uit 1986 en bevat dus nog niet de vorderingen die sindsdien in het veld zijn gemaakt. Bij een eventuele herziening van de richtlijn zou rekening moeten worden gehouden met alle kosten en alle voordelen van voorgestelde nieuwe maatregelen en de potentiële impact op andere EU-beleidsterreinen.
Wat betreft de rol van de Commissie is de Rekenkamer van mening dat de consistentie bij de beoordeling van subsidieaanvragen vergroot kan worden. Dit kan worden vergemakkelijkt door het opstellen van interne richtlijnen en checklists die in het beoordelingsproces kunnen worden gehanteerd.
Verder constateerde de Rekenkamer dat de Commissie tijdens de beoordeling van de eindverslagen de resultaten beter moet controleren alvorens over te gaan tot uitbetaling van het saldo van de financiering. Er moet passende follow-up komen ingeval verplichte informatie niet wordt verschaft of voorziene resultaten niet worden bereikt.
Tot slot overwoog de Rekenkamer dat voor het behoud van een goede ecologische toestand van waterlichamen sterker de nadruk moet worden gelegd op de EU-milieubeginselen dat de vervuiler betaalt en dat verontreiniging teruggedrongen moet worden bij de bron.
Speciaal verslag nr. 3/2009
http://eca.europa.eu/products/SR09_03
[1] Dit persbericht wil slechts een samenvatting geven. Het door de Rekenkamer vastgestelde speciaal verslag is beschikbaar op haar internetsite ( http://www.eca.europa.eu ) en zal binnenkort worden gepubliceerd.