Provinciale Staten van Gelderland kunnen wel degelijk eisen stellen aan verkoop
4 mei 2009 - Stichting Natuur en Milieu vindt het onacceptabel dat de Provinciale Staten van Gelderland slechts vóór of tégen de verkoop van Nuon aan het Zweedse Vattenfall kunnen stemmen, zonder inhoudelijk mee te kunnen beslissen over nadere verkoopvoorwaarden. Daarom roept Stichting Natuur en Milieu de Statenleden op om, net als bij de overname Essent/RWE in Noord Brabant, verdere inspraak af te dwingen door in eerste instantie tegen de overname te stemmen. Dit maakt nieuwe onderhandelingen over de verkoopvoorwaarden mogelijk.
Dat de randvoorwaarden al vastliggen blijkt uit een reactie van de Gedeputeerde Staten van Gelderland op een brief van Stichting Natuur en Milieu en de Gelderse Milieufederatie . In deze brief worden duurzame verkoopvoorwaarden voorgesteld voor de verkoop van Nuon, namelijk:
-
1.Vattenfall bouwt geen nieuwe kolencentrales in Nederland die meer CO2 uitstoten dan 350 gram CO2 per kWh.
-
2.Vattenfall realiseert voor 2020 minimaal 2000 MW windenergie op de Noordzee.
-
3.Vattenfall bouwt geen nieuwe kerncentrales in Nederland.
-
4.De aandeelhouders committeren zich eraan dat minimaal 25% van de opbrengst van de verkoop van aandelen Nuon voor 2020 wordt besteed aan investeringen in duurzame energie en energiebesparing.
Deze verkoopvoorwaarden worden nu door Gedeputeerde Staten op voorhand aan de kant geschoven, zonder Provinciale Staten hierover te raadplegen. Echter, de provincie Gelderland bezit 44% van de aandelen Nuon en bevindt zich daarmee in een sleutelpositie. Daardoor is de overname van Nuon door Vattenfall een zaak van dermate groot belang dat een goede en weloverwogen besluitvorming belangrijk is. De Provinciale Staten zouden hierbij nauw en inhoudelijk betrokken moeten worden, vooral nu de overnamekandidaat bekend is en lang niet zo duurzaam blijkt te zijn als in eerste instantie werd gedacht.
Klimaatbeleid Vattenfall schiet tekort
Vattenfall presenteert zich graag als duurzaam. Het heeft toegezegd de uitstoot van CO2 te willen halveren in 2030, ten opzichte van 1990. Dat klinkt ambitieuzer en duurzamer dan het is. In feite is deze doelstelling minder ambitieus dan de Europese klimaatafspraken die onlangs in Brussel zijn overeengekomen. Wil Vattenfall in lijn lopen met deze Europese afspraken, dan moet de CO2-uitstoot al in 2020 gehalveerd zijn. Vattenfall geeft verder aan in 2050 klimaatneutraal te willen zijn, echter zonder hier een concrete invulling aan te geven. Als Vattenfall dit doel serieus neemt, dan moet daarvoor nu al rigoureus beleid worden ingezet. Stoppen met het bouwen van nieuwe kolencentrales is daarbij een absolute must.
Opslag van CO2 staat nog in de kinderschoenen
Kolencentrales zijn met afstand de grootste vervuilers. Het is daarom erg belangrijk dat juist op dit terrein duurzame verkoopvoorwaarden worden gesteld. Het heeft namelijk geen zin om windmolens te plaatsen in de Noordzee als er tegelijkertijd in de Eemshaven in Groningen een nieuwe kolencentrale wordt gebouwd.
De toezegging van Nuon/Vattenfall dat ondergrondse opslag van CO2 (CCS) gaat worden toegepast in kolencentrales is te optimistisch en daardoor misleidend. Deze technologie staat nog in de kinderschoenen en is voorlopig nog energieverslindend en erg duur. Commerciële exploitatie van een kolencentrale met CO2-afvang en opslag is niet te verwachten vóór 2020. Neemt Vattenfall haar eigen klimaatdoelstellingen serieus dan is het bouwen van nieuwe kolencentrales zonder CO2-opslag niet te verantwoorden. Stichting Natuur en Milieu stelt daarom voor dat Nuon/Vattenfall alleen een kolencentrale bouwt als contractueel wordt vastgelegd dat deze niet meer CO2 gaat uitstoten dan een gasgestookte centrale.
De Stichting is een wassen neus
Door Gedeputeerde Staten wordt voorgesteld dat een op te richten Stichting in de periode van verkoop van de aandelen, van 2009 tot 2015, toezicht zal houden op de algemeen gestelde randvoorwaarden zoals die er nu liggen. De invloed van deze Stichting wordt geringer naarmate in de periode van zes jaar meer aandelen zijn verkocht. Na de verkoop van alle aandelen heeft deze Stichting feitelijk geen inspraak meer in het handelen van Vattenfall. Daarom is het juist van belang dat ook harde eisen en duurzame toezeggingen in het verkoopcontract worden opgenomen.