Bescherming tegen computerspellen door meer wetgeving en informatie
Het is tegenwoordig gemakkelijk om gewelddadige computerspellen te demoniseren. Maar volgens een verslag van de Nederlandse liberaal Toine Manders i kunnen computerspellen jongeren ook stimuleren, door hun geheugen te trainen en hen te leren strategisch te denken. Laat ons weten wat u ervan vindt: zijn computerspelletjes goed of slecht?
"Videospellen zijn in de meeste gevallen niet schadelijk en ze kunnen zelfs bijdragen tot de ontwikkeling van belangrijke vaardigheden", zei Manders, rapporteur van het verslag over 'De bescherming van de consumenten, met name minderjarigen, met betrekking tot het gebruik van videospellen' in de commissie interne markt en consumentenbescherming. Een studie van die commissie toont aan dat:
-
-Videospellen het visueel waarnemingsvermogen en het geheugen stimuleren
-
-Ze kinderen kunnen leren om creatiever te zijn en beter samen te werken
-
-Gewelddadige videospellen niet automatisch tot gewelddadig gedrag leiden.
Een universeel classificatiesysteem
Niet alle computerspellen zijn echter geschikt voor kinderen. Manders pleit ervoor dat lidstaten het bestaande Pan-Europese Spelinformatie leeftijdsclassificatiesysteem (PEGI) in hun wetgeving opnemen. Het PEGI-systeem classificeert spellen en zorgt voor meer transparantie, maar het systeem is niet verplicht. Daardoor worden vele spellen niet geclassificeerd.
Het Nederlandse Europarlementslid vindt dat PEGI de norm zou moeten worden, niet alleen in Europa, maar in de hele wereld. "Op dit moment hebben sommige EU-lidstaten hun eigen nationale classificatiesysteem, wat verwarrend is voor de consument."
Computerspellen in de EU
-
-In 2008 bedroegen de verkoopcijfers in de videospellenindustrie ruim € 7 miljard
-
-Gemiddelde leeftijd van een gamer - 33 jaar
-
-80% van de gamers speelt voor "het plezier"
-
-3,2% van de kinderen tussen 6 en 17 jaar gebruiken internetcafés zonder toezicht
"Rode knop" om het gebruik te controleren
Manders wil ook een "rode knop" op computerspellen, zodat ouders het spelgedrag van hun kind kunnen controleren.
"PEGI is afhankelijk van de informatie die consumenten het verschaffen. Het zou het beste zijn, als de "rode knop" een signaal naar PEGI zou verzenden, dat daarop kan reageren", zei Manders. "Het is moeilijk voor een classificatiesysteem om de constante ontwikkeling van online spellen bij te houden. Bovendien zouden winkeliers zich verantwoordelijk moeten gedragen en minderjarigen geen spellen bedoeld voor volwassenen moeten verkopen."
De bedoeling van het verslag is niet om videospellen in de EU te verbieden, maar om ervoor te zorgen dat de regels strenger worden en de lidstaten het PEGI-systeem beter ten uitvoer brengen.
In maart stemt het voltallige Europees Parlement over het verslag (van 9 tot 12 maart 2009).