Gesprek met de vicepremier van Tsjechië, Alexandr Vondra

Met dank overgenomen van Europees Parlement (EP) i, gepubliceerd op donderdag 12 februari 2009, 16:44.

Alexandr Vondra

Alexandr Vondra werd in 1961 in Praag geboren. Hij diende als minister van Buitenlandse Zaken van Tsjechië (2006-2007) en werd later benoemd als Vicepremier en als minister voor Europese zaken. Momenteel is Tsjechië Voorzitter van de Europese Unie. Wij stelden Vondra hier een paar vragen over.

Als voormalig dissident staat u nu aan het roer van de Europese Unie. Hoe voelt dat?

Het is heel leuk. Wij genieten ervan. Natuurlijk hadden we in het begin een wervelstorm. Vanwege de gascrisis was er zelfs geen tijd voor de traditionele nieuwjaarsvieringen. De twee 'G's (Gas en Gaza) waren een vuurproef. Maar ik geloof dat het beter is om ergens in te duiken dan om een langzame start te hebben. Per slot van rekening heb ik altijd alles met totale vastberadenheid gedaan en zou ik me vervelen als het anders zou zijn.

De betrekkingen tussen de voorzitterschappen van de Raad en het Europees Parlement zijn niet altijd gemakkelijk en harmonieus. Hoe ziet u tot zover uw ervaringen met de parlementsleden?

Ik denk dat alles prima gaat. Ik ben geen nieuwkomer in het Parlement, sinds afgelopen herfst ben ik plichtsgetrouw naar de plenaire vergaderingen gekomen en heb ik contacten met de belangrijkste spelers ontwikkeld. Ik denk dat de communicatie positief en verrijkend is voor beide kanten.

Zijn de parlementsleden niet hard voor u?

Het is een Parlement zoals elk ander parlement. Ik ken dit van het Tsjechische parlement en het zou vreemd zijn als dit Parlement zich anders zou gedragen.  Het Parlement is altijd onafhankelijk en elk lid wil aandacht, vooral als er maar een paar maanden over zijn tot de volgende verkiezing. Wij verwachtten dit, het is niets nieuws onder de zon en het is eigen aan een democratie.

De Franse media hebben Tsjechië bekritiseerd: het land zou onvoldoende proactief zijn en - omdat Tsjechië geen deel uitmaakt van de eurozone - niet voorbereid om de financiële crisis het hoofd te bieden

Wij zullen dat over een half jaar of over een jaar zien. Wij compenseren door met alle belangrijke spelers te communiceren. In het verleden, hebben de Britten, de Zweden en de Denen het ook gered en dat zullen wij ook doen.

Wat de Franse kritiek betreft, vorige week gingen in Frankrijk een miljoen mensen de straat op om te protesteren dus de President van Frankrijk had iets aan de journalisten uit te leggen, dat is gemeengoed in de politiek. Het is geen reden voor ons om zenuwachtig te worden. Ik kan vandaag zeggen dat het Tsjechisch Voorzitterschap hard werkt zodat tenminste een paar van onze plannen tot bloei kunnen worden gebracht, zonder de openbare financiën in heel Europa te ruïneren. Wij zouden niet aan emoties moeten bezwijken maar met rationeel het gezond verstand moeten volgen.

De 'Enfant terrible' van uw land, kunstenaar David ?erný, heeft voor heel wat opschudding gezorgd met zijn controversiële Entropa kunstwerk. Ziet u humor ook als essentieel onderdeel van het Tsjechisch Voorzitterschap?

Humor is niet alleen onderdeel van het Tsjechisch Voorzitterschap maar maakt deel uit van Tsjechische mentaliteit. Het zou geen kwaad kunnen om de frisse lucht van humor in de gangen van sommige Europese instellingen te doen waaien. Wat Entropa betreft: het is een kunstwerk. Wij gaven kunst de vrije ruimte om zich uit te drukken. Wij namen een beslissing tegen elke vorm van censuur. De maker, David ?erný, gebruikte deze vrijheid niet met honderd maar met honderdtwintig procent. Hij is een maximalist en het is niet dit eerste keer dat hij van zich doet spreken.

Ik ben blij met het feit dat elke keer als ik tegenwoordig op het binnenplein van de Raad ben - dat gewoonlijk leeg is - ik groepen mensen onder het kunstwerk zie staan. Zij praten met elkaar, lachen, reageren.... Simpel gezegd is Entropa een provocatief kunstwerk dat communicatie vergemakkelijkt en zo zou het moeten zijn. Wij kunnen er wel of niet van houden: zo werkt kunst. Maar ik ben er zeker van dat Europa sterk genoeg is om Entropa te weerstaan.