Duitse europarlementariër over grensoverschrijdende ontvoering van kinderen

Met dank overgenomen van Europees Parlement (EP) i, gepubliceerd op woensdag 28 januari 2009, 17:31.

Evelyne Gebhardt, bemiddelaarster van het Europees Parlement i

Het Duitse parlementslid Evelyne Gebhardt van de sociaaldemocratische fractie is, behalve rapporteur over internationale echtscheidingen, sinds 2004 ook bemiddelaar van het Europees Parlement in het geval van grensoverschrijdende ontvoeringen van kinderen. Een weinig bekende functie die niettemin een waardevol rechtsmiddel inhoudt bij conflicten tussen ouders. Wij stelden haar een paar vragen over haar rol als bemiddelaar.

Wanneer en waarom heeft het Europees Parlement het initiatief genomen tot de benoeming van een bemiddelaar bij grensoverschrijdende ontvoering van kinderen?

Op 18 februari 1987 heeft Lord Plumb in Straatsburg een ontmoeting gehad met de 'vijf moeders van Algiers' en met een Britse moeder. De 'moeders van Algiers' waren de moeders aan wie de Franse rechter de voogdij had toegekend over hun kinderen. Hun ex-echtgenoten profiteerden van de bezoekregeling om de kinderen te ontvoeren en in Algerije vast te houden. In de regel stond het Algerijnse recht dit toe, volgens een rapport over kinderontvoering van Marie-Claude Vayssade van 28 april 1989.

De moeders voeren al jaren strijd voor het recht van hun kinderen op vrij verkeer tussen hun ouders. Straatsburg was een etappe tijdens de mars Parijs-Genève die zij tussen 10 februari en 4 maart 1987 hadden georganiseerd. Het was hun bedoeling om bij de mensenrechtencommissie van de VN i in Genève een ontwerpaanbeveling voor het vrije verkeer van kinderen in te dienen, dit in het kader van de opstelling van een VN-verdrag over de rechten van het kind.

Op 24 februari 1987 heeft de voorzitter van het Parlement alle lidstaten schriftelijk op de hoogte gesteld van het aandeel van het Parlement in het initiatief van de 'moeders van Algiers' en van zijn persoonlijke steun aan dit initiatief. Een lid van het kabinet van de voorzitter werd speciaal belast met het volgen van deze zaak. Op 20 maart 1987 heeft de voorzitter van het EP een ' Europese bemiddelaar voor kwesties betreffende de ontvoering van kinderen uit binationale huwelijken buiten de landsgrenzen' benoemd. Hieruit bleek ook de wens van het EP om een praktisch vervolg te geven aan het bezoek van de moeders van Algiers aan Straatsburg.

De opdracht van de bemiddelaar bestaat eruit om in overleg met de Commissie verzoekschriften, geschillen van ouders die toegang tot hun kinderen weigeren, te verzamelen en te coördineren.

Wat is uw rol?

De rol van de bemiddelaar van het Europees Parlement voor grensoverschrijdende ontvoeringen van kinderen door ouders, is om te proberen vrijwillige overeenstemming te bereiken tussen de ontvoerende en de andere ouder, waarbij de belangen van hun kind(eren) altijd voorop staan. Aangezien elk kind recht heeft op beide ouders, kan elk van de ouders een verzoek om bemiddeling indienen.

De verantwoordelijkheid van de bemiddelaar van het Europees Parlement voor grensoverschrijdende ontvoeringen van kinderen door ouders, is om de kinderen en de ouders te helpen de beste oplossing te vinden in het belang van hun kind. Daarom moet worden benadrukt dat het de fundamentele plicht van de bemiddelaar is om te waarborgen dat de belangen van het ontvoerde kind worden gediend. Teneinde kinderen, ouders en andere nauw betrokkenen zoals grootouders, de emotionele stress en zorgen van een rechtszaak te besparen, verstrekt de bemiddelaar van het EP inlichtingen en adviezen over een alternatieve manier om het geschil te beslechten, te weten bemiddeling.

Als er tijdens de bemiddelingsprocedure overeenstemming tussen de partijen wordt bereikt, kan overbodige verhuizing van het kind worden voorkomen en krijgen de ouders de gelegenheid om actief en doelgericht alle problemen aan te pakken die binnen het gezin spelen. Dat gaat sneller en is minder duur dan een proces. De door de partijen begrepen, aanvaarde en ondertekende overeenkomst kan aan de rechter worden voorgelegd en door de rechtbank worden geformaliseerd door middel van een in andere landen erkende en uitvoerbare rechterlijke beslissing.

Om de doelmatigheid en professionaliteit van een bemiddelingssessie te waarborgen, helpt de bemiddelaar van het EP in elk afzonderlijk geval bij de samenstelling van een geschikt team bemiddelaars. De bemiddelaar probeert zich daarbij te houden aan de regel om de volgende combinatie van bemiddelaars te verzekeren: één vrouw - één man, één advocaat - één niet-advocaat (psycholoog, socioloog, pedagoog, sociaal werker) die beiden de talen spreken van de partijen in het conflict.

Welke hulp kunt u geven aan ouders die slachtoffer zijn van de ontvoering van hun kinderen ?

De voornaamste taak is niet om de ouders te helpen, maar de kinderen! De bemiddelingssessie wordt dan wel voor de ouders georganiseerd, het is het kind dat er van moet profiteren. Tijdens de bemiddeling wordt gezocht naar de beste oplossing voor het hele gezin, maar vooral voor het kind. Ik leg de nadruk op dit aspect van de bemiddeling omdat ouders vaak elkaars rechten betwisten en daarbij geen oog hebben voor de rechten van het kind om contact te hebben met beide ouders en zijn recht om regelmatig persoonlijke betrekkingen en rechtstreekse contacten met zijn beide ouders te onderhouden, tenzij dit in strijd is met zijn belang ( Artikel 24 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie i).

Op welke problemen stuit u bij het oplossen van deze ingewikkelde juridische kwesties? Denkt u dat er nieuwe wetgeving op dit gebied moet komen ?

Het Verdrag van Den Haag van 25 oktober 1980 betreffende de burgerrechtelijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen, is op het internationale vlak de belangrijkste en meest omvattende tekst. Met dit verdrag is geprobeerd het kind in internationaal verband te beschermen tegen de schadelijke gevolgen van onrechtmatige overbrenging of het niet doen terugkeren en procedures in te stellen teneinde te waarborgen dat het kind onmiddellijk kan terugkeren naar het land dat zijn gewone verblijfplaats is. Als de staten die het verdrag hebben ondertekend deze bepalingen en de geest van de overeenkomst respecteren door deze correct te interpreteren, zijn er geen problemen (zie de link hieronder).

Van haar kant heeft de Europese Unie de verordening Brussel II tot haar beschikking, die eveneens beoogt ontvoeringen door ouders binnen de Europese Unie te voorkomen en die gebaseerd is op de regels van het Verdrag van Den Haag (zie de link hieronder).

De wetgeving deugt. Maar deze moet correct worden toegepast. Daartoe moet de andere staten worden verzocht hieraan bij te dragen. Dan denk ik aan landen in Noord-Afrika en het Midden-Oosten, waar een cultuur, mentaliteit en opvatting over de positie van vrouwen en kinderen heersen die afwijken van de onze. Binationale overeenkomsten zouden moeten worden vervangen door een uniforme en algemene regeling om de samenwerking te harmoniseren en te verbeteren in het belang van de kinderen.