Immuniteit van Parlementsleden: vraag & antwoord

Met dank overgenomen van Europees Parlement (EP) i, gepubliceerd op maandag 17 november 2008.

De taak van Europese Parlementsleden is het vertegenwoordigen van de EU-burgers. Dezelfde burgers echter kunnen de Parlementsleden verantwoordelijk houden voor hun werkzaamheden. Hoe zit het eigenlijk met de immuniteit van de Parlementsleden? Staan zij op bepaalde gebieden boven de wet? Wij geven u tekst en uitleg hierover.

Waarom is immuniteit een privilege voor zowel nationale als Europese Parlementsleden?

Parlementaire immuniteit is vooral bedoeld als bescherming van het Parlement zelf, als democratisch verkozen instelling. Zodoende kunnen de leden beschermd worden tegen mogelijke inbreuken op het uitvoeren van hun taken, zoals de mogelijkheid om vrij te spreken. De Parlementaire immuniteit is niet een voorrecht dat de leden van het Parlement genieten, maar een garantie voor de onafhankelijkheid van het Parlement en zijn leden ten opzichte van andere instellingen.

De legale basis voor de immuniteit van EP-leden stamt uit 1965. In het EU-verdrag is opgenomen dat Parlementsleden niet aan vormen van onderzoek, detentie of gerechtelijke procedures zijn onderworpen met betrekking tot de uitvoering van hun taken. Het Italiaanse lid van het Europees Parlement Giuseppe Gargani (Europese Volkspartij), voorzitter van de commissie Juridische zaken, beschrijft immuniteit "iets dat niet als straffeloosheid moet worden beschouwd maar als mogelijkheid voor iemand om zijn mandaat uit te oefenen."

Zijn er voor de verschillende leden van het Europees Parlement verschillende vormen van immuniteit?

Ja. Behalve de hierboven geschetste EU-bepalingen, worden de leden van het Parlement verkozen in het kader van de nationale kieswetten, waardoor ze dezelfde voorrechten als de leden van de nationale parlementen genieten. Deze voorrechten verschillen echter per land. Zowel in Nederland als in België  kunnen de parlementsleden hoe dan ook in geen geval, zelfs na afloop van de zittingsperiode of van hun mandaat, vervolgd worden omwille van een mening of een stem uitgebracht naar aanleiding van hun parlementaire functie.

In zijn besluiten heeft het Europees Parlement geleidelijk aan een coherente omschrijving van het begrip Europese parlementaire immuniteit ontwikkeld. Deze immuniteit staat in beginsel los van de diverse immuniteitsprocedures die de nationale parlementen erop na houden. Hiermee wordt voorkomen dat EP-leden verschillend worden behandeld naar gelang hun nationaliteit. Het Europees Parlement past dus zijn eigen vaste beginselen toe om te besluiten of er al dan niet aanleiding bestaat om de immuniteit van een Parlementslid op te heffen. Dit neemt echter niet weg dat het EP de immuniteitsregels in overweging neemt die in de diverse de nationale wetgevingen zijn neergelegd.

Kunnen de leden van het Europees Parlement dus niet gevangen gezet worden?

Jawel. De Parlementaire immuniteit staat niet toe dat Parlementsleden die de wet hebben overtreden rechtvaardigheid ontlopen. Wanneer het Parlement ervan overtuigd is dat de integriteit van een Parlementslid in het geding is, kunnen Parlementsleden aan een gerechtelijk onderzoek onderworpen worden.

Kunnen Parlementsleden wel in functie blijven wanneer ze hun immuniteit verliezen?

Ja. Een procedure om de immuniteit van een Parlementslied op te heffen betekent niet dat het Parlementslid al schuldig is bevonden. Zelfs als het lid schuldig wordt bevonden gelden er verschillende nationale regels omtrent het uitoefenen van een kiesmandaat. Aangezien de leden van het Europees Parlement in het kader van de nationale kieswet worden verkozen, is het wanneer een lid van het EP schuldig wordt bevonden van een misdaad aan de autoriteiten van een lidstaat om het Parlement mee te delen of het individu wordt ontdaan van zijn of haar mandaat.

Komen verzoeken tot het opheffen van immuniteit vaak voor?

Sinds de directe verkiezingen van het Europees Parlement in 1979 tot het einde van het jaar 2005 zijn er 129 verzoeken tot de opheffing van immuniteit ingediend. In 30 gevallen werd de immuniteit van Parlementsleden ook daadwerkelijk opgeheven.

REF.: 20070906STO10162