Europees Parlement gaat eigen 'CO2-voetafdruk' beperken

Met dank overgenomen van Europees Parlement (EP) i, gepubliceerd op maandag 10 november 2008.

Het Europees Parlement heeft besloten om een plan op te stellen om  de broeikasgassen die door de activiteiten in de gebouwen plaatsvinden met 30% te verminderen tegen 2020. Concrete maatregelen zullen begin volgend jaar worden voorgesteld.

De voorgestelde 'koolstofvoetafdruk' meet het effect van de EP-activiteiten op het milieu, berekend als de hoeveelheid kooldioxide-equivalent. De beslissing is gebaseerd op een studie waaruit blijkt hoe 30% reductie te kunnen bereiken.

Groene parlementaire revolutie

Het Europees Parlement heeft grote gebouwen nodig om de verschillende activiteiten te huisvesten (meer dan 1 miljoen m2). Volgens het EU-verdrag moet het EP ook op drie afzonderlijke locaties zijn werkzaamheden verrichten.

De studie stelt verschillende strategieën voor de emissievermindering voor, zoals een verandering van gedrag, het verhogen van energie-efficiëntie en het gebruik van hernieuwbare energie.

Om de doelstelling van 30% te halen, stelde het EP-bureau - het bestuursorgaan van het Parlement dat de regels vaststelt - een werkgroep aan inzake milieubeleid, bestaande uit vicevoorzitters onder voorzitterschap van Gerard Onesta (FR, fractie De Groenen). Zij zullen direct met hun werkzaamheden beginnen.

De EP-koolstofvoetafdruk bestaat uit

  • 32% voor elektriciteit en aardgas
  • 28% voor vervoer
  • 19% voor vaste activa zoals gebouwen en IT-hardware
  • 20% voor de levering van apparatuur en diensten
  • 1% voor koeling