Europees Parlement gaat eigen 'CO2-voetafdruk' beperken
Het Europees Parlement heeft besloten om een plan op te stellen om de broeikasgassen die door de activiteiten in de gebouwen plaatsvinden met 30% te verminderen tegen 2020. Concrete maatregelen zullen begin volgend jaar worden voorgesteld.
De voorgestelde 'koolstofvoetafdruk' meet het effect van de EP-activiteiten op het milieu, berekend als de hoeveelheid kooldioxide-equivalent. De beslissing is gebaseerd op een studie waaruit blijkt hoe 30% reductie te kunnen bereiken.
Groene parlementaire revolutie
Het Europees Parlement heeft grote gebouwen nodig om de verschillende activiteiten te huisvesten (meer dan 1 miljoen m2). Volgens het EU-verdrag moet het EP ook op drie afzonderlijke locaties zijn werkzaamheden verrichten.
De studie stelt verschillende strategieën voor de emissievermindering voor, zoals een verandering van gedrag, het verhogen van energie-efficiëntie en het gebruik van hernieuwbare energie.
Om de doelstelling van 30% te halen, stelde het EP-bureau - het bestuursorgaan van het Parlement dat de regels vaststelt - een werkgroep aan inzake milieubeleid, bestaande uit vicevoorzitters onder voorzitterschap van Gerard Onesta (FR, fractie De Groenen). Zij zullen direct met hun werkzaamheden beginnen.
De EP-koolstofvoetafdruk bestaat uit
-
-32% voor elektriciteit en aardgas
-
-28% voor vervoer
-
-19% voor vaste activa zoals gebouwen en IT-hardware
-
-20% voor de levering van apparatuur en diensten
-
-1% voor koeling