De Sloveense president Danilo Türk over de VN, voedsel en biobrandstoffen
Alvorens te zijn verkozen tot president van Slovenië in november vorig jaar, kende Danilo Türk een succesvolle carrière bij de Verenigde Naties. Op woensdag 23 april bezocht hij Straatsburg om de leden van het Europees Parlement toe te spreken. In een exclusief interview vroegen wij hem welke rol de VN en de Europese Unie kunnen spelen in de moderne wereld, met name in de bevordering van de mensenrechten en het verlichten van crises, zoals de huidige stijging van de voedselprijzen.
Vandaag sprak u in het Europees Parlement als de president van uw land dat het EU-voorzitterschap momenteel bekleedt. In 1998 en 1999 was u ambassadeur van Slovenië bij de VN ten tijde van het voorzitterschap van de VN-Veiligheidsraad. Kunt u deze twee ervaringen met elkaar vergelijken?
"Deze twee ervaringen zijn totaal verschillend van elkaar. De Veiligheidsraad is een orgaan dat zich bezighoudt met crises en crisisbeheersing, de Europese Unie is een gemeenschap van landen die gemeenschappelijke instellingen hebben en een ambitieus programma om politieke doelstellingen te verwezenlijken. De ervaring van de Veiligheidsraad kan wel helpen, net als de EU heeft het te maken met crises in verschillende delen van de wereld. We moeten op de hoogte zijn van hoe om te gaan met deze kwesties."
Kunnen deze twee organisaties, de EU en de VN, bijdragen aan de oplossing van het probleem van de stijgende prijzen van voedingsmiddelen, een van de belangrijkste onderwerpen van de plenaire vergadering van gisteren?
"Vanuit een korte termijn oogpunt ben ik niet optimistisch. Ik denk dat deze twee organisaties niet voorbereid zijn op hogere voedselprijzen. De voorbereiding van doeltreffende maatregelen vergt tijd. De EU heeft een gemeenschappelijk landbouwbeleid, waar een oplossing voor de voedingsmarkt kan worden gevonden.
Ik zou zeggen dat de EU beter voorbereid is dan de VN. De rol van de VN is meer op de lange termijn gericht door middel van de organisatie voor voedsel en landbouw van de Verenigde Naties, die al veel heeft gedaan voor de verbetering van de landbouw- en voedselproductie. Het Wereldvoedselprogramma kan de algemene crisis niet beheersen door het gebrek aan voedsel wereldwijd."
U hebt net terug uit Latijns-Amerika. De productie van industriële installaties voor biobrandstoffen in Latijns-Amerika, met name in Brazilië, is nog steeds groeiende. Vandaag linken veel mensen biobrandstoffen aan stijgende prijzen van voedingsmiddelen en suggereren ze zelfs dat het meehelpt aan de opwarming van de aarde. Wat is uw mening hierover?
"De situatie is verschillend in elk land in Latijns-Amerika. Men kan bijvoorbeeld Peru en Argentinië niet met elkaar vergelijken. Elk land kent zijn eigen problemen en voordelen. Brazilië heeft een bijzondere positie vanwege zijn ervaring met biobrandstoffen en de hoeveelheid die het produceert.
Het niveau van biobrandstoffen die in Brazilië worden geproduceerd ligt al hoog, ze zijn nu aan het nadenken over alternatieven. Nieuwe olievelden zijn op grote diepte aangetroffen, dit heeft geleid tot nieuwe hoop dat het misschien langzaam de groeiende productie van biobrandstoffen kan afremmen."
Door de stijging van voedselprijzen stijgt de armoede. Dalende levensstandaarden leiden ook tot de uitholling van de rechten van de mens in de mondiale betekenis van het woord. Bent u van mening dat de wijze waarop Europa de rechten van de mens beschermt de juiste is?
"Het Verdrag van Lissabon omvat het Handvest van de grondrechten, dat zal leiden tot nieuwe mogelijkheden. Kortom, er zijn redenen om optimistisch te zijn. Maar innovaties zijn nodig. Het Europees Parlement zou meer debatten over mensenrechten kunnen houden, het zou hoorzittingen kunnen organiseren en zodoende bijdragen tot de versterking van het beleid van de rechten van de mens als gemeenschappelijke EU-beleid.
Daarnaast moet de EU actiever in de VN worden, maar hiervoor moeten wel de bestaande mechanismen worden aangepast. Het zoeken naar consensus tegen elke prijs kan leiden tot de verbleking van het definitieve standpunt en minder effectieve maatregelen."
De financiële turbulentie en een schijnbaar wereldwijde economische crisis zijn zorgwekkend voor leiders over de hele wereld. Het EU-voorzitterschap plaatsen Slovenië in de voorhoede van de internationale inspanningen voor de aanpak van deze problemen. Hoe reageren de Slovenen op deze mondiale rol? Bent u optimistisch dat Europa voor hen het verschil kan maken?
"In de EU, met name in de eurozone, kunt u een zekere bescherming voelen door onze gemeenschappelijke munt. In Europa en ook Japan bijvoorbeeld is de angst niet zo aanwezig als in de Verenigde Staten. Ik denk dat dit Europese zelfvertrouwen de Slovenen kan helpen de stabiliteit te handhaven met betrekking tot de problemen waarmee we geconfronteerd worden. Angst vanwege de ups en downs op de beurs in Ljubljana kan worden opgevat als iets typisch Sloveens, meer dan een beweging van de mondiale financiële markten."
REF.: 20080418STO27016