Nederlandse inzet voor wereldhandelsoverleg
De ministerraad heeft op voorstel van staatssecretaris Wijn van Economische Zaken ingestemd met een notitie over de Nederlandse inzet voor de komende ronde van het wereldhandelsoverleg.
Eind 2001 is in Doha (Qatar) een nieuwe handelsronde gelanceerd. In september 2003 vindt daarover in Cancún (Mexico) de vijfde ministeriële conferentie van de wereldhandelsorganisatie WTO plaats. De notitie bevat de Nederlandse opstelling met betrekking tot de onderhandelingen.
Vergroting van markttoegang en verbetering van het handelssysteem zijn de onderwerpen van de Doha-ronde. Bij vergroting van markttoegang gaat het om landbouwproducten, industriegoederen en diensten.
Bij systeemverbetering gaat het om zaken als geschillenbeslechting en raakvlakken van handel met milieu, mededinging en investeringen. In deze wereldhandelsronde staan de belangen van ontwikkelingslanden centraal. Voor de ontwikkelingslanden is het vrij maken van de landbouwmarkten van groot belang. Ook moet de beschikbaarheid van medicijnen (bijvoorbeeld HIV/AIDS), vooral in Afrika, door de WTO-onderhandelingen worden vergroot.
Nederland zal zich vooral inzetten op het terrein van de landbouw. Binnen de Europese Unie zal Nederland blijven pleiten voor hervorming van het landbouwbeleid. Een ander belangrijk punt voor Nederland is het streven naar wereldwijde afspraken. Hierdoor wordt de internationale rechtsorde versterkt. Dat biedt de beste garantie voor het in acht nemen van dezelfde regels door kleine en grote landen en voor gelijke kansen op welvaart.
RVD, 29.11.2002
Meer informatie Nederlandse inzet voor wereldhandelsoverleg
Persbericht | 29-11-2002 | PDF document, 7 Kb