Interview met europarlementslid Kathalijne Buitenweg

Met dank overgenomen van Europees Parlement (EP) i, gepubliceerd op donderdag 18 januari 2007.

De persdienst van het Europees Parlement gaat tot aan de verkiezingen in 2009 in gesprek met de Nederlandse en Vlaamse europarlementariërs. Dit keer is de beurt aan Kathalijne Buitenweg (GroenLinks).

Sinds wanneer bent u lid van het EP? Wat deed u hiervoor?

Ik ben sinds 1999 europarlementariër en sinds 2004 delegatieleider van GroenLinks in het Europees Parlement. Daarvoor werkte ik als beleidsmedewerker bij GroenLinks; eerst voor de eurodelegatie en later in de Tweede Kamer. Ik ben maatschappelijk actief geworden via het NIVON, en de Internationale Jonge Natuurvrienden.

Waar houdt u zich in het Parlement mee bezig?

Ik houd mij bezig met de onderwerpen anti-discriminatie, politiesamenwerking, strafrecht en migratie. Verder ben ik lid van de tijdelijke onderzoekscommissie die zich bezighoudt met Amerikaanse CIA-activiteiten in Europa. Ook ben ik sinds kort lid van de milieucommissie.

Wat vindt u het boeiendste van uw werk als europarlementariër?

Het pionieren. Het is soms woekeren met je mogelijkheden om parlementaire controle uit te oefenen. Bijvoorbeeld bij terrorismebestrijding is de democratische controle slecht geregeld. Om toch invloed uit te oefenen moet je inventief zijn en via het publieke debat, via adviesrecht of bijvoorbeeld via de Tweede Kamer je stem laten horen. Ook leuk is om met collegae die met verschillende nationale realiteiten te maken hebben, na te denken over oplossingen die ons allemaal verder helpen.

Wat vindt u minder boeiend of zelfs vervelend?

Het permanente gevoel om tekort te schieten. Er zijn meer dingen die ik wil doen en bereiken dan ik tot stand breng. Dat geeft soms onrust.

Met welke dossiers bent u nu bezig? Wanneer worden zij door de parlementaire commissie en het voltallige Parlement behandeld? Waarom zijn deze dossiers belangrijk?

Ik houd mij met verschillende dossiers bezig. Interessant voor de lezer is misschien dat het voltallige Parlement in februari over het eindrapport van de tijdelijke commissie over CIA-activiteiten in Europa stemt. Een ander belangrijk dossier gaat over intellectueel eigendom. Het voorstel beoogt het instellen van strafrechtelijke sancties voor het namaken van merkproducten in de EU. Ook dit rapport staat op de agenda van de februari mini-zitting. Daarnaast houd ik me bezig met de EU-VS overeenkomst over de overdracht van passagiersgegevens. De komende maanden onderhandelen de EU en de VS over een nieuw akkoord en het Europees Parlement wil er nauw bij betrokken worden.

Het dossier over de CIA-activiteiten is belangrijk om de CIA-affaire tot op het bot uit te zoeken. De beschuldigingen zijn namelijk zeer ernstig. Het gaat om het ontvoeren, illegaal vervoeren en gevangenzetten van mensen zonder vorm van proces. Dit raakt de kern van onze Europese waarden, waarin respect voor de grondrechten centraal staat. Ik voorzie dat het eindrapport van het Europees Parlement zeer kritisch zal zijn en de lidstaten oproepen om onmiddellijk maatregelen te treffen. Het dossier over intellectueel eigendomsrecht en het instellen van strafrechtelijke sancties is belangrijk, omdat er voor het eerst in de eerste pijler (interne markt) minimum maximumstraffen worden voorgesteld. De EU dient zich op het gebied van strafrecht uiterst terughoudend op te stellen, omdat het in principe een nationale aangelegenheid is. Ik vind dat Europese Commissie met dit voorstel haar boekje te buiten gaat. Daarom heb ik in de commissie burgerlijke vrijheden tegen het voorstel gestemd. Ook de passagiersgegevens houden de gemoederen in het Parlement al een tijdje bezig. Uitwisseling van deze gegevens met derde landen moet mogelijk zijn, mits we de garantie hebben dat onze partners de gegevens met zorg behandelen en niet gebruiken voor doeleinden waar ze niet voor bestemd zijn.

Actualiteit: Vanaf 1 januari is Duitsland voorzitter van de Europese Unie. Wat verwacht u van het Duitse voorzitterschap?

De Duitse regering kondigde eerder aan om energie en klimaat tot speerpunt van haar voorzitterschap te maken. Ik hoop dat zij zich aan haar woord houdt. Een geloofwaardige inzet brengt met zich mee dat de Duitse regering ervan moet afzien de voorstellen van de Europese Commissie op het gebied van energie uit te kleden, maar waar mogelijk moet proberen deze aan te scherpen.

Verder hoop ik dat de Duitse regering erin slaagt de constitutionele impasse te doorbreken. Medio 2007 moeten er een agenda en een werkwijze liggen voor een nieuwe ronde verdragsonderhandelingen. Ik juich het toe als Merkel de onderhandelingen vooral in openheid voert. Wat mij betreft is daar een nieuwe Conventie voor nodig. Een terugkeer naar de diplomatieke achterkamertjes zou een volstrekt verkeerd antwoord zijn.

 

REF.: 20070112IPR01898