Raming van de inkomsten en uitgaven van het EP voor 2008
Het Europees Parlement keurt de ramingen voor het begrotingsjaar 2008 goed, maar vraagt om meer informatie over inbegrote projecten en doet zelf een aantal aanbevelingen om de parlementaire uitgaven omlaag te brengen.
In een verslag van rapporteur Ville ITÄLÄ (EVP-ED, FI) stelt het EP de begroting vast op 1.427.400.000 euro, wat overeenkomt met een stijging van 2,1% ten opzichte van de begroting voor 2007. Dit is 64.000.000 euro minder dan de door het Bureau vastgestelde ontwerpraming. Totdat projecten duidelijk gedefinieerd zijn, kunnen er geen specifieke bedragen in de begroting opgenomen worden. Dit geldt in het bijzonder voor nieuwe door het Bureau voorgestelde projecten, zoals het onderzoeksgedeelte in de Bibliotheek, het Europamuseum of WebTV, het televisiekanaal van het Parlement.
De leden nemen kennis van de voorstellen om voor het voorlichtingsbeleid een totaalbedrag van 41.800.000 euro uit te trekken, te besteden aan het Audiovisueel Centrum, het Bezoekerscentrum, WebTV en een bewustmakingscampagne met het oog op de Europese verkiezingen van 2009. Het WebTV-project heeft echter aanzienlijke vertraging opgelopen. Daarom moet de 9.000.000 euro die voor 2008 was gevraagd, overgeplaatst worden naar hoofdstuk 10 1 ("Reserve voor onvoorziene uitgaven") in afwachting van een preciezere raming van de kosten van het project als het goedgekeurd wordt, en van meer bijzonderheden over het opnamevermogen bij een dergelijk bedrag. Het Parlement is ingenomen met het initiatief van het Bureau met betrekking tot een voorlichtingscampagne voor de komende Europese verkiezingen, maar betreurt dat de acties in het kader van deze campagne niet vóór eind 2007 geformuleerd zullen worden. Naast een Bezoekerscentrum wil het EP dat er een specifiek programma vergelijkbaar met dat voor de bezoekersgroepen ontwikkeld wordt, gericht op kleine en lokale media. Een dergelijk programma is een van de efficiëntste manieren om de activiteiten van het Europees Parlement grotere bekendheid te geven bij de burgers van de Unie. De leden verzoeken de Quaestoren te onderzoeken of het haalbaar is iedere Europarlementariër passende middelen ter beschikking te stellen om plaatselijke journalisten uit te nodigen om naar het Parlement te komen.
Het EP erkent dat het proces van aankoop van de gebouwen van het Parlement in de drie werklocaties op de lange termijn tot aanzienlijke besparingen voor de Europese belastingbetaler moet leiden en merkt tevens op dat de Belgische staat het Parlement in 2008 een bedrag van 22.700.000 euro zal terugbetalen dat als voorschot was betaald toen het besluit over de bouw van de huidige gebouwen in Brussel werd genomen. Dit krediet zal vervolgens worden gebruikt voor uitgaven in verband met de gebouwen. De uitgaven voor IT zijn de afgelopen vier jaar aanzienlijk gestegen en moeten derhalve gerationaliseerd worden. Ook dient de secretaris-generaal bij de Begrotingscommissie verslag uit te brengen over de toepassing van VOIP-technologieën om de telefoonkosten te verminderen en kan er bespaard worden door het aantal dienstreizen naar Straatsburg te beperken en, waar mogelijk, beter gebruik te maken van nieuwe technologieën zoals videoconferenties. Wat betreft het personeelsbeleid willen de leden meer informatie ontvangen over de gevolgen van de nieuwe streamline -software voor postenvermindering en herschikking. Ten aanzien van deze herschikking beschouwt het Parlement een jaarlijkse doelstelling van 1% als het minimum. Ten slotte benadrukt het EP dat het aanwervingsplafond van personeel uit de EU-10 en Roemenië en Bulgarije volledig benut moet worden, omdat dit een belangrijk element voor effectieve ondersteuning van de leden is, vooral wat betreft diensten op taalkundig gebied.