Europese Raad: Pöttering roept op tot maatregelen voor energie, wetgeving

Met dank overgenomen van Europees Parlement (EP) i, gepubliceerd op vrijdag 9 maart 2007.

Gisteren ging in Brussel de tweedaagse bijeenkomst van de Europese Raad van start. Het klimaat en hoe om te gaan met energie zijn de belangrijkste onderwerpen tijdens deze bijeenkomst van de Europese regeringsleiders. De voorzitter van het Europees Parlement Hans-Gert Pöttering sprak tijdens de lentetop de wens van het Parlement uit de stap te zetten naar alternatieve vormen van energiegebruik. Ook maakte hij zich sterk voor eenvoudiger wetgeving.

In zijn eerste officiële toespraak in de Raad maakte de voorzitter van het Europees Parlement de plannen bekend om de klimaatverandering tegen te gaan en de energiebehoeften veilig te stellen. Zo moet er een reductie van 30% aan emissies van broeikasgassen bereikt worden voor 2020, evenals een gedeeld aandeel van 25% van de lidstaten in de energieproductie met behulp van duurzame energiebronnen tegen hetzelfde jaar. Vormen van duurzame energie zijn bijvoorbeeld zonne-energie.

Wat betreft meer eenvoudige wetgeving; de voorzitter vroeg de regeringsleiders vast te blijven houden aan de uitgangspunten van de 'Verklaring voor de Toekomst van Europa', die op 25 maart van dit jaar in Berlijn zal worden aangenomen. Het betreft vooral de verwezenlijking van een Europese Grondwet. Vooral op het gebied van vervoer, financiële diensten, telecommunicatie en energie wil Pöttering met behulp van betere en eenvoudiger wetgeving grote vooruitgang boeken.

"Geen ruimte voor excuses"

Wat betreft het laatste punt is er volgens Pöttering na verstoringen in externe energieleveringen en de klimaatverandering een groeiende behoefte aan maatregelen. Hij sprak daarbij over de vooruitzichten voor toekomstige generaties die wellicht te maken krijgen met een opwarming van de aarde van zo'n 5 graden: "We moeten vandaag met de antwoorden van morgen op de proppen komen. Er zullen snelle maar verantwoordelijke maatregelen genomen moeten worden. Als we de noodzakelijke veranderingen door willen voeren zal er een race tegen de klok moeten worden gehouden."

Pöttering gaf een aantal stappen aan die volgens hem noodzakelijk zijn, waarvan de eerdergenoemde reductie van emissies van broeikasgassen en het gebruik van nieuwe vormen energie de belangrijkste zijn. Verder bepleit Pöttering het volgende:

  • De creatie van nieuwe, schonere energietechnologieën die voor een verbeterde efficiency zorgen
  • Meer uitgaven voor onderzoek naar energie
  • Een gemeenschappelijk energiebeleid waardoor een interne markt voor energie wordt bereikt

Volgens Pöttering moet de EU het voortouw nemen om de gehele wereld te overtuigen van de noodzaak actie te ondernemen. Hij wijst daarbij op het feit dat de EU slechts verantwoordelijk is voor 14% van de Co2 uitstoot.

Deskundigen wijzen er volgens Pöttering op dat een toename in de opwarming van de aarde van slechts 2 graden Celsius zowel technisch uitvoerbaar als economisch betaalbaar is, als de concrete en bindende doelstellingen zullen worden goedgekeurd. "Daarom moeten de leiders van de wereld aanvaarden dat er geen ruimte meer is voor verontschuldigingen, actie is nu nodig," zo onderstreepte Pöttering.

Buitenland beleid: "Bruggen bouwen voor vrede"

Wat betreft het buitenlands beleid wil Pöttering "meer bruggen gaan bouwen voor vrede", door duurzame dialogen op gang te brengen. Daarbij denkt de voorzitter aan het aangaan van een partnerschap met een democratisch Rusland, het voorkomen van de ontwikkeling van nucleaire wapens van Iran en een interculturele dialoog in Afrika en het Midden-Oosten die moet bijdragen aan stabielere samenwerking. Daarbij benadrukte hij de rol van de 'Euro-mediterrane' samenwerking tussen de lidstaten van de EU en de mediterrane landen.

Ook pleit Pöttering voor betere transatlantische samenwerking, daarbij vooral doelend op de relaties met de Verenigde Staten. De voorzitter van het Europees Parlement benadrukte daarbij echter dat er geen misverstand over bestaat dat het Parlement de Amerikaanse militaire basis op Guantanamo Bay afkeurt als "niet overeenkomstig met Europese de principes".