Kan de EU nog nieuwe lidstaten opnemen?
Uitbreiding - 13-12-2006 - 14:40 |
Verdere uitbreidingen van de EU moeten mogelijk zijn, maar dan wel met een Europees grondwettelijk verdrag en met institutionele veranderingen die integratie van nieuwe lidstaten mogelijk maken.
Het Parlement wijst erop dat de uitbreidingen bijgedragen hebben aan een sterkere Unie, haar economische groei hebben bevorderd, haar rol in de wereld hebben versterkt en de ontwikkeling van nieuw EU-beleid hebben gestimuleerd. Volgens het EP is de term 'opnamecapaciteit' niet adequaat om de onderliggende gedachte over te brengen. Het Parlement stelt daarom voor deze term te veranderen in 'integratievermogen', wat een betere weerspiegeling is van de aard van het EU-lidmaatschap. Integratievermogen is geen nieuw criterium dat van toepassing is op kandidaat-lidstaten, maar een voorwaarde voor het welslagen van de uitbreiding en de verdieping van het proces van de Europese integratie. De verantwoordelijkheid voor de verbetering van haar integratievermogen ligt bij de Unie en niet bij de kandidaat-lidstaten.
Het Parlement doet een aantal concrete voorstellen voor verbetering van de opzet van de EU, waaronder:
-
-aanzienlijke uitbreiding van het aantal kwesties waarop stemmen met een gekwalificeerde meerderheid van toepassing is;
-
-instelling van het ambt van minister van Buitenlandse Zaken;
-
-de verbetering van flexibiliteitsregelingen voor de gevallen waarin niet alle lidstaten bereid of in staat zijn om tegelijkertijd met bepaald beleid te beginnen;
-
-een einde maken aan de pijlerstructuur en deze vervangen door één entiteit met een uniforme structuur en rechtspersoonlijkheid;
-
-opname van een clausule die de lidstaten in staat stelt om zich uit de Europese Unie terug te trekken;
-
-opname van de bepaling dat het EP moet instemmen met elk besluit om toetredingsonderhandelingen met een land te openen of af te ronden.
Bijna al deze hervormingen zijn reeds vervat in het grondwettelijk verdrag. Inwerkingtreding ervan zou volgens het EP de goede werking van een uitgebreide Unie mogelijk maken en waarborgen bieden voor een doelmatige en democratische wijze van besluitvorming.
Volgens het Parlement biedt het grondwettelijk verdrag oplossingen voor de meeste van de hervormingen die de EU nodig heeft om aan haar huidige uitbreidingsverplichtingen te voldoen. Het EP waarschuwt dat pogingen die erop gericht zijn onderdelen van het grondwettelijk totaalpakket bij stukjes en beetjes te implementeren, het algehele compromis waarop het berust in gevaar kunnen brengen. Er moet in ieder geval een grondwettelijke regeling voor de Europese Unie komen voordat de burgers van de Unie worden opgeroepen bij de Europese verkiezingen van 2009 hun stem uit te brengen, opdat de Unie haar verplichtingen jegens kandidaat-lidstaten kan nakomen en klaar is om hen op te nemen als lidstaten.
Debat
Het Europees Parlement debatteert over de verdere uitbreiding van de Europese Unie. De meeste leden vinden dat de 'integratiecapaciteit' voor nieuwe leden een zaak is waar de EU zelf een oplossing voor moet vinden, het is geen verantwoordelijkheid voor de kandidaat-lidstaten. De leden vinden dat de EU eerst moet hervormen, voordat ze nieuwe lidstaten kan opnemen.
Fractiewoordvoerders
Iñigo MÉNDEZ DE VIGO (EVP-ED, ES) beoordeelt de uitbreiding als zeer positief voor de Unie en voor de nieuwe lidstaten. De Unie moet wel voorbereid zijn op de komst van nieuwe staten en dat is nu niet het geval. "Niemand nodigt iemand bij hem thuis uit als zijn huis een rommeltje is." De inhoud van het grondwettelijk verdrag is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de EU goed functioneert. Het is niet goed om slechts gedeelten van de grondwet in etappes in te voeren, want de slotverklaring van die grondwet is juist gebaseerd op een evenwicht.
Volgens Hannes SWOBODA (PES, AT) moeten de essentiële elementen van de grondwet worden ingevoerd om Europa de mogelijkheid te geven tot actie te komen. De regeringen kunnen niet met allerlei mooie beloftes over uitbreiding komen en ondertussen zeggen dat ze platzak zijn. De gesprekken met Kroatië en de Balkanlanden moeten worden voortgezet. Turkije moet zijn verplichtingen nakomen. Swoboda en zijn collega Wiersma stellen voor een soort gemeenschap van de EU met de landen van de Zwarte Zee te vormen, want ook aan die landen moet een perspectief worden geboden.
Annemie NEYTS-UYTTEBROECK (ALDE/ADLE, BE)
De uitbreiding zou de hoofdoorzaak zijn van de nee-stemmen in de referenda in Frankrijk en Nederland. Na dit dubbele nee werd het concept absorptiecapaciteit bedacht. De ALDE-fractie is daar nooit in meegegaan. Volgens de liberalen is de uitbreiding namelijk een groot succes en moeten gedane beloften ten aanzien van de Westelijke Balkan en Turkije worden gerespecteerd. De opschorting van de onderhandelingen over acht hoofdstukken in het toetredingsproces met Turkije noemt Neyts een zeer evenwichtig besluit. Dat de EU haar zaken op orde moet krijgen is een zaak van de EU, vooral van de Europese Raad, en niet van de kandidaat-lidstaten.
Joost LAGENDIJK (GROENEN/EVA, NL) vindt het geen overbodige luxe te benadrukken dat de uitbreidingen succesvol zijn geweest. Maar beoordeel in de toekomst ieder land op zich, deel niet te vroeg toetredingsdata mee en schuif lastige kwesties niet door tot het eind van de onderhandelingen. Veel tegenstanders van verdere uitbreidingen hebben zich van het concept integratiecapaciteit bediend. Lagendijk is een voorstander van uitbreiding van de EU, maar erkent dat verdere uitbreiding na Bulgarije en Roemenië niet mogelijk is zonder institutionele hervormingen. De steun van de publieke opinie is cruciaal. Politiek leiderschap en politieke moed zijn nodig. Laat het EP niet meedoen in het populisme over Turkije. Turkije moet zijn beloften nakomen, maar de EU moet dat ook doen. De toekomst van de Unie kan niet worden gebouwd op wispelturigheid en angst.
Erik MEIJER (EVL/NGL, NL)
Begin jaren '90 is uitbreiding uitgeroepen tot een prioriteit. Er werd gekozen voor een grote uitbreiding ineens. Het is nu opmerkelijk stil geworden. Met de kandidaat-lidstaat Macedonië zijn de onderhandelingen nog niet eens gestart. Nieuwkomers zijn niet meer zomaar welkom. Het publiek ziet dat arbeidsmigratie plaatsvindt waarbij mensen ver van huis smerig werk moeten doen en slecht worden gehuisvest. Het neoliberale beleid in de EU en de slechte mensenrechtensituatie in Turkije leiden ertoe dat verdere uitbreiding niet meer populair is. Wat nu moet gebeuren is dat er financiële steun wordt verleend aan de kandidaat-lidstaten en dat hun wens tot toetreding serieus wordt genomen.
Volgens Konrad SZYMA?SKI (UEN, PL) kan men altijd zeggen dat de EU niet klaar is voor de opname van nieuwe lidstaten. Maar integratie is geen chemisch proces, ze hangt af van politieke wil. De kwaliteit van de EU kan verslechteren door een te zware agenda. Het heeft geen zin om twee verslagen aan te nemen waarin dingen staan die al zijn geregeld in het Verdrag. De UEN zal dan ook tegen de verslagen Brok en Stubb stemmen.
Bas BELDER (IND/DEM, NL) noemt het rapport van collega Stubb teleurstellend. Het levert geen enkele bijdrage aan de doorbreking van de huidige institutionele impasse. Slechts de herbevestiging van de steun aan de Europese grondwet en een samenvatting van die grondwet in paragraaf 9 blijkt de meest recente positiebepaling van dit Huis. Even ontluisterend is het gebrek aan visievorming op het proces van de uitbreiding. Paragraaf 11 beklemtoont de noodzaak van "inspanningen ter vergroting van de publieke acceptatie van de uitbreiding." De onderliggende factoren van de afnemende steun voor de uitbreiding blijven echter buiten beeld. Het rapport houdt het taboe op de finaliteit van de EU in stand. Juist het gebrek aan politiek leiderschap om de grenzen van de Unie te definiëren, veroorzaakt onvrede en onzekerheid rond het uitbreidingsproces.
Belder mist bovendien concrete aanbevelingen over de vastlegging van het uitbreidingsproces in het Verdrag. Hij stelt voor de fasen van het toetredingsproces verdragsmatig vast te leggen, zodat iedere statusverhoging van aspirant-leden plaatsvindt op basis van uniforme criteria. Op deze manier wordt het uitbreidingsproces transparanter en kan het EP op alle beslismomenten van het toetredingsproces daadwerkelijk inhoud geven aan zijn opdracht tot parlementaire controle.
Philip CLAEYS (NI, BE)
Turkije krijgt een deadline van de Unie, maar de Turkse regering legt die naast zich neer. De zogenaamde sanctie die de EU dan neemt is het laten wegvallen van de deadline zonder een nieuwe te stellen. De Turken begrijpen dat zij de voorwaarden kunnen dicteren. Om geopolitieke redenen hoeft een niet-Europees land het blijkbaar niet zo nauw te nemen met de criteria van Kopenhagen. De EU blijft zo niet geloofwaardig bij de Europese burgers. De burgers is altijd verteld dat als Turkije niet zou voldoen aan de criteria, het toetredingsproces zou worden stilgelegd. Het tegendeel is het geval.
Overige sprekers
Jan Marinus WIERSMA (PES, NL) noemt de uitbreiding van 2004 een succes. Ook de uitbreiding met Bulgarije en Roemenië zal een succes zijn. De EU moet haar toezeggingen gestand doen. Dat neemt niet weg dat institutionele hervormingen nodig zijn. Integratiecapaciteit betekent op de eerste plaats dat de EU haar huiswerk doet. Er is een begroting nodig die past bij de ambities van de EU. De Unie moet ook initiatieven nemen die aansluiten bij wat de burger wil. Dat is de enige manier om draagvlak te creëren voor de EU. Burgers zullen alleen positief tegenover toekomstige uitbreidingen staan, als zij zien dat de EU goed functioneert. Wiersma steunt de beslissing van Olli Rehn ten aanzien van Turkije. Nu moet nog iets gedaan worden aan het economische isolement van Noord-Cyprus.
Camiel EURLINGS (EVP-ED, NL)
De uitbreiding is een van de grootste successen van Europa. Het had met Oost-Europa heel anders kunnen aflopen. Maar het is met de Unie als met een huis. "Als je slaapkamers blijft bijbouwen, moet je ook de fundamenten versterken." We mogen niet laks zijn. Het begrip integratiecapaciteit moet nader worden ingevuld. De burgers van Europa moeten voor het proces van uitbreiding worden behouden. Eurlings staat achter de hervormers in Turkije en hoopt dat nu de aandacht op de noodzakelijke hervormingen in Turkije komt te liggen.
Procedure: Initiatief / Debat: 13 december 2006 / Stemming: 13 december 2006 / Verslag aangenomen (398-99-36)
REF.: 20061207IPR01152 |
|