Vragen van het Europees Parlement aan Raad en Commissie - Achtergronden
Het afgelopen jaar dienden de EP-leden meer dan 5000 vragen met verzoek om schriftelijk antwoord (schriftelijke vragen) in bij de Commissie en de Raad van Ministers - dat zijn bijna 100 vragen per week - maar waarom en waarover gaan deze vragen? Ze worden ingediend om verschillende redenen: om aspecten van EU-wetgeving en beleid te verhelderen; om vormen van misbruik of onrecht aan de kaak te stellen; om een onderwerp voor het voetlicht te brengen.
Wat zijn schriftelijke vragen?
Een EP-lid kan een schriftelijke vraag stellen aan de Commissie of aan de Raad, afhankelijk van het onderwerp. De procedure staat beschreven in artikel 110 van het EP-reglement. Er is een grote verscheidenheid aan schriftelijke vragen en ze kunnen leiden tot concrete resultaten. Een recent voorbeeld is het verzoek van een aantal EP-leden aan de Commissie om in aanloop naar het wereldkampioenschap voetbal de kaartverkoop te onderzoeken - met name de noodzaak om voor de aanschaf van kaarten een "MasterCard" creditcard te hebben of een rekening bij een Duitse bank. Na wat druk ondernam de FIFA, de organisator van het wereldkampioenschap, actie. Andere zaken waar door de EP-leden onlangs vragen over zijn gesteld, zijn bijvoorbeeld: geluidsoverlast door vliegtuigen; roamingtarieven; de situatie in het Midden-Oosten.
Wie geeft de antwoorden en wat is de termijn voor beantwoording?
Als een schriftelijke vraag aan de Commissie wordt gesteld, is het de verantwoordelijke Commissaris die het antwoord geeft. Als de vraag wordt gesteld aan de Raad, dan wordt het antwoord gegeven door de fungerend voorzitter van de Raad, momenteel is dat Finland. Er zijn twee soorten schriftelijke vragen: "vragen met voorrang" en "vragen zonder voorrang", afhankelijk van de urgentie en van het onderzoek dat de beantwoording zal vergen - de vragen met voorrang moeten sneller worden beantwoord maar behoeven geen gedetailleerd onderzoek. Een vraag met voorrang moet binnen drie weken worden beantwoord en een vraag zonder voorrang vereist een antwoord binnen zes weken. Elk EP-lid kan eens per maand een vraag met voorrang stellen en er is geen limiet voor het aantal vragen zonder voorrang.
Zijn schriftelijke vragen een directe vorm van parlementaire controle op de Commissie en de Raad?
Schriftelijke vragen kunnen voor EP-leden een instrument zijn om de Commissie en de Raad publiekelijk verantwoording te laten afleggen. Sommige vragen worden gebruikt om de Commissie te informeren dat nationale wetgeving niet in overeenstemming is met Europese wetgeving en om de Commissie aan te sporen om actie te ondernemen. Als één van de instellingen niet in staat is om een vraag tijdig te beantwoorden, kan een EP-lid een verzoek indienen om de vraag op de agenda te plaatsen van de eerstvolgende vergadering van de betrokken commissie.
Binnenkort meer.....
De vragen en antwoorden worden gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie en ze zijn beschikbaar op de website van het Parlement, zodat ze direct toegankelijk zijn voor alle burgers. In de toekomst zal er op deze website meer aandacht worden besteed aan de schriftelijke vragen van EP-leden.
REF.: 20060829STO10141
Nadere informatie :
Meeste recente schriftelijke vragen en antwoorden van EP-leden
Artikel 110 van het EP-reglement: Vragen met verzoek om schriftelijk antwoord