Interinstitutioneel akkoord over debegrotingsdiscipline / Financiële perspectieven 2007-2013
Het Parlement geeft zijn fiat aan het nieuwe Interinstitutionele Akkoord over de begrotingsdiscipline en goed financieel beheer en daarmee aan de nieuwe Financiële Perspectieven (FP) 2007-2013.
Meteen na de goedkeuring van het interinstitutioneel akkoord wordt het ondertekend namens het Parlement (voorzitter Borrell), de Raad (bondskanselier Schüssel) en de Commissie (Commissaris Grybauskaite). Over de inhoud van het interinstitutioneel akkoord was reeds op 4 april politieke overeenstemming bereikt.
EP-Voorzitter Josep BORRELL (PES, ES) merkt op: "De EU kost 26 cent per Europese burger per dag. Dat kunnen we zeker niet als duur beschouwen."
Tijdens het aan de goedkeuring voorafgegane debat stelde rapporteur Reimer BÖGE (EVP-ED, DE): "Het EP handelt volgens het Europese belang en niet zozeer uit financiële motieven." De rapporteur "verwelkomt het akkoord," maar wijst op een aantal tekortkomingen: "Er is in de nabije toekomst te weinig financiering voor Galileo, plattelandsontwikkeling en Natura 2000."
Janusz LEWANDOWSKI (EVP-ED, PL), voorzitter van de begrotingscommissie, noemde het akkoord "een soort verjaardagscadeau," omdat het samenvalt met de tweede verjaardag van de toetreding van tien lidstaten tot de EU. Volgens Lewandowski hebben de onderhandelingen aangetoond dat het mogelijk is overeenstemming te bereiken tussen 25 lidstaten. Desalniettemin meent Lewandowski dat er te weinig middelen worden vrijgemaakt voor de Unie om al haar ambities te kunnen verwezenlijken.
Volgens Jean-Luc DEHAENE (EVP-ED, BE) voldoen de FP niet aan de verwachtingen. "De Raad is kortzichtig, hetgeen de Europese ambities van het Parlement en de Commissie heeft gefrustreerd. Hoewel de EVP-ED lichtelijk teleurgesteld is, zal de fractie het compromis toch steunen." De grootste tekortkoming is volgens Dehaene "het systeem van de eigen middelen dat moeten worden herzien. Teneinde de problemen die zich voordeden bij het bereiken van het compromis in de toekomst te vermijden, moet het systeem van individuele afdrachten door de lidstaten vervangen worden."
In het rapport van Reimer BÖGE (EVP-ED, DE) dat ten grondslag ligt aan de goedkeuring door het EP, staat nog het volgende.
Het Parlement is verheugd over het bereikte akkoord en met name over de geboekte vooruitgang in verband met de drie pijlers van de onderhandelingspositie van het EP:
-
-het samenbrengen van politieke prioriteiten en financiële behoeften;
-
-het verbeteren van de begrotingsstructuur via meer flexibiliteit;
-
-het verbeteren van de kwaliteit van de uitvoering van de EU-financiering en handhaving van de rechten van het Parlement.
Meer bepaald wijst het EP op de behaalde toename van € 4 mrd voor door de Europese Raad van december 2005 vastgesteld beleid.
Volgens het Parlement is met de uitkomst van de onderhandelingen een aantal tekortkomingen nog altijd niet opgelost. Het EP is van mening dat deze tekorten moeten worden aangepakt bij de herziening 2008-2009 en, indien mogelijk, tijdens de jaarlijkse begrotingsprocedures. Het Parlement wijst op het feit dat met name het systeem van de eigen middelen, alsook de uitgavenkant grondig moeten worden herzien om te voorkomen dat bij de volgende Financiële Vooruitzichten opnieuw de nationale belangen het zwaarst wegen.
Ten slotte herinnert het EP eraan, dat het in zijn resolutie van 8 juni 2005 vastgelegde standpunt (dat wil zeggen een totale omvang van de zevenjaarsbegroting van € 975 mrd) de doelstelling moet blijven, een doelstelling die garanties biedt voor een optimaal financieringsniveau en voor verdere hervormingen om de ambities van de Europese Unie te realiseren.
De Europese Raad van december 2005 stelde de FP vast op € 862,4 mrd. In de onderhandelingen met het Parlement werd dit bedrag verhoogd tot € 864,2 mrd.
Tevens wordt het verslag van rapporteur Sérgio SOUSA PINTO (PES, PT) aangenomen. Daarin concludeert het Parlement dat het nieuwe Interinstitutionele Akkoord overeenstemt met de verdragen. Het EP wil nog dat alle toekomstige financiële kaders worden vastgesteld voor een periode van vijf jaar, zodat ze aansluiten bij de zittingsperiodes van het EP en van de Commissie.
REF.: 20060517STO08359 Nadere informatie : Reimer BÖGE (EVP-ED, DE) Sérgio SOUSA PINTO (PES, PT) |
. |
|