Communautaire vergunning voor luchtverkeersleiders

Het EP gaat akkoord met het gemeenschappelijk standpunt van de Raad om de bestaande restricties op het vrije verkeer van luchtverkeersleiders te versoepelen. Onder de richtlijn moeten alle EU-lidstaten de licenties en kwalificaties, taalattesten en medische certificaten van luchtverkeersleiders uit andere lidstaten erkennen.

Het Parlement wijst op het belang van de richtlijn uit 2004 met betrekking tot de creatie van een Europees, gemeenschappelijk luchtruim. Deze richtlijn voorziet in de instelling van grensoverschrijdende, functionele 'luchtblokken' en grensoverschrijdende diensten op het gebied van de luchtverkeersleiding. Een gemeenschappelijk Europees vergunningensysteem voor verkeersleiders is een sine qua non voor de instelling van het gemeenschappelijke luchtruim.

Het EP is het met de Raad eens dat een vergunning enkel mag worden verstrekt aan een luchtverkeersleider die het Engels op een voldoende hoog niveau beheerst. De lidstaten mogen bovendien eisen dat luchtverkeersleiders ook de nationale of regionale taal van hun werkgebied beheersen. De afgelopen jaren is er sprake geweest van een aantal ernstige vliegtuigongelukken die het gevolg waren van een gebrekkige beheersing van het Engels door de betrokken luchtverkeersleider.

Er bestaat momenteel een tekort van 1800 luchtverkeersleiders in de EU. De mobiliteit van luchtverkeersleiders is daarom zeer belangrijk voor het Parlement.

Procedure: Medebeslissing, tweede lezing / Debat: geen / Stemming: 15 februari 2006 / Gemeenschappelijk standpunt aangenomen