Laatste gevecht EU over btw kapper en stucadoor

BRUSSEL (ANP) - Kappers, schilders, fietsenmakers, stukadoors en schoenmakers zullen binnenkort 10 procent duurder worden, tenzij de Europese ministers van Financiën het dinsdag eens worden over slepende kwestie: de btw. Vooral Duitsland ligt dwars.

In Brussel en niet in Den Haag wordt beslist welke producten en diensten onder het lage btw-tarief van 6 procent mogen vallen. Om het nog moeilijker te maken: elk land heeft een vetorecht bij dat besluit.

Eigenlijk is het een wonder dat de ministers het in 1999 eens konden worden over een 'experiment' met een lagere btw. Om banen te scheppen en zwartwerk te ontmoedigen moesten zogenoemde arbeidsintensieve diensten, zoals de kapper, minder belast worden. Nederland maakte van die mogelijkheid gebruik en verlaagde per 1 januari 2000 de btw in veel sectoren. Aanvankelijk voor twee jaar, maar er kwam uitstel en nog een keer uitstel. Dit ondanks het feit dat onderzoekers nauwelijks banengroei konden zien door de maatregel.

Nu lijkt het einde van de lage btw in zicht. Duitsland, waar de bevolking straks een btw-verhoging voor haar kiezen krijgt, en waar geen geld is voor experimenten met verlaagde btw, wil geen verlenging. En een uitbreiding van de regeling, waardoor ook restaurants in Frankrijk eronder vallen, is voor Berlijn al helemaal onverteerbaar. Maandag deed president Chirac nog een laatste poging om kanselier Merkel over te halen tijdens een ontmoeting in Versailles.

Huidig EU-voorzitter Oostenrijk is met een compromis gekomen waarbij alles bij het oude blijft tot eind 2010. Duitsland zal naar verluidt een kortere periode eisen én de garantie dat het daarna echt afgelopen is.

Als de ministers het niet eens kunnen worden, kan het snel gaan. De Europese Commissie heeft al aangekondigd dan geen andere keuze te hebben dan de lidstaten die de btw voor kapper, stukadoor etcetera niet onmiddellijk verhogen (in Nederland van 6 naar 19 procent), voor het Hof in Luxemburg te slepen. Het protest van staatssecretaris Wijn (Financiën) dat landen zelf over dit soort lokale diensten moeten kunnen beslissen (,,niemand gaat in het buitenland zijn band laten plakken omdat de btw daar lager is''), is voor de rechters geen argument.