Straatsburg, Brussel, Luxemburg: drie werkplekken van het Europees Parlement - achtergronden

dinsdag 10 januari 2006

1.

Het EP verdeelt zijn activiteiten tussen Luxemburg, Brussel en Straatsburg

De zetel van het Europees Parlement bevindt zich in Straatsburg, maar het merendeel van de activiteiten van de parlementaire commissies spelen zich af in Brussel, terwijl het secretariaat-generaal van het EP zich in Luxemburg bevindt. Deze gang van zaken werd goedgekeurd tijdens de Top van Edinburgh, in 1992, en in het Verdrag van Amsterdam (1999). Historische redenen liggen aan de basis van deze verdeling, maar op praktisch vlak is het niet altijd makkelijk om te besturen.

Als u een EP-lid wenst te ontmoeten in het Europees Parlement, vergeet dan nooit de ontmoetingsplek te preciseren. Het gevaar bestaat dat u zich - zonder er al te veel over na te denken - begeeft naar Straatsburg, de officiële zetel van het Parlement, om er iemand te ontmoeten, die evenwel op u wacht in Brussel. Of omgekeerd. Het Europees Parlement verspreidt zijn activiteiten over drie steden. Waarom?

Aanvankelijk, in 1951, zouden de instellingen van de pas opgerichte Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) in Brussel worden gevestigd. De oprichtende leden waren vóór, met uitzondering van de toenmalige Belgische Eerste Minister, die blijkbaar Luik verkoos. Maar dergelijke beslissingen dienden unaniem te zijn. Een akkoord over Brussel werd niet bereikt, en de keuze viel op Luxemburg. Dit leidde tot een probleem voor de Parlementaire Vergadering van de EGKS omdat geen enkele zaal groot genoeg bleek om er alle leden in onder te brengen. Het dichtstbijzijnde geschikte auditorium bleek de raadszaal van de Raad van Europa in Straatsburg. Zo werd de hoofdstad van de Elzas, symbool van de Duits-Franse verzoening, vanaf 1952 de ontmoetingsplek voor de plenaire zittingen van de Europese parlementsleden.

Maar door de stichting in 1957 van de EEG (de Europese Economische Gemeenschap) en omdat de activiteiten van de Gemeenschap in bereik begonnen uit te breiden, richtte meer en meer institutionele activiteit zich op Brussel. Financiële en juridische instellingen, met inbegrip van de Europese Rekenkamer, bleven in Luxemburg, maar de Belgische hoofdstad werd het brandpunt voor de meeste activiteiten van de Europese Commissie en de Raad. Daarna verhuisde de Vergadering, die het Europees Parlement werd in maart 1962, haar activiteiten naar Brussel. Na het rapport van januari 1989 opgesteld door Derek Prag, conservatief EP-lid uit het Verenigd Koninkrijk, werd de gedeeltelijke verhuizing naar Brussel een officieel feit. Het doel was de werking van het Parlement te rationaliseren en dichter bij de Commissie en de Raad te brengen. Plenaire zittingen vonden nog steeds plaats in Straatsburg, maar bijkomende vergaderingen mochten daarna in Brussel worden gehouden. Zo waren de werkplekken van het Parlement verspreid over drie steden, en dit is vandaag de dag nog niet anders.

Jarenlang konden België en Frankrijk het niet eens worden over de officiële zetel. Tijdens de Europese Raad van Edinburgh in 1992 werd een akkoord bereikt. België aanvaardde dat Straatsburg uiteindelijk de officiële zetel zou worden, met twaalf plenaire zittingen, op voorwaarde dat andere activiteiten (bijeenkomsten van de commissies en de politieke fracties, en bijkomende vergaderingen) in Brussel zouden plaatsvinden. Deze overeenkomst werd officieel aangenomen in het Verdrag van Amsterdam (dat in werking trad in 1999). Tegenwoordig huurt het Parlement, met zijn 732 EP-leden, niet langer het auditorium van de Raad van Europa. Het heeft zelf twee zalen voor plenaire zittingen, een in Straatsburg en een in Brussel, terwijl het secretariaat-generaal in Luxemburg blijft. Regelmatig duiken discussies op over de keuze van deze werkplekken omwille van de budgettaire en politieke consequenties van deze geografische spreiding. Elke verandering vereist evenwel een unanieme goedkeuring binnen de Raad van Ministers. 

REF.: 20060110STO04172

Meer weten :

Protocol over de locatie van de zetels van de instellingen - bijlage bij het Verdrag van Amsterdam