Interparlementair samenwerkingsakkoord over de toepassing van de subsidiariteitstoets in België

maandag 19 december 2005

De voorzitters van de Parlementen in België hebben vandaag een interparlementair samenwerkingsakkoord over de toepassing van de subsidiariteitstoets in België geparafeerd.

Het subsidiariteitsbeginsel is één van de fundamenten van het EG-verdrag. Op basis van het subsidiariteitsbeginsel mag de Europese Gemeenschap alleen wetgevend optreden indien ze de doelstellingen die ze beoogt beter kan verwezenlijken dan de lidstaten. EG-wetgeving die strijdig is met het subsidiariteitsbeginsel kan worden aangevochten voor het Europese Hof Van Justitie.

De Europese Grondwet, die momenteel in het Vlaams Parlement besproken wordt, hecht bijzonder veel belang aan de naleving van het subsidiariteitsbeginsel. Zo kent de Europese Grondwet aan de nationale parlementen van de lidstaten onder meer de bevoegdheid toe om het subsidiariteitsbeginsel te controleren. Dit is de eerste keer dat in een Europese verdragstekst bevoegdheden worden toegekend aan de parlementen van de lidstaten.

Wanneer een nationaal parlement van oordeel is dat de Europese Commissie haar boekje te buiten gaat omdat ze Europese 'wetten' wil maken over aangelegenheden die de lidstaten beter zelf regelen, kan dat parlement de Europese Commissie hierop attent maken door middel van een gemotiveerd advies. Samen met het advies kan het parlement van elke lidstaat bovendien binnen een termijn van zes weken twee bezwaarstemmen uitbrengen. Zodra er 17 bezwaarstemmen zijn uitgebracht, dit is 1/3 van het totaal van 50 bezwaarstemmen, moet de Europese Commissie haar voorstel opnieuw in overweging nemen. Wanneer de Europese Commissie geen rekening houdt met de bezwaren, en de Europese Raad van Ministers en desgevallend ook het Europees Parlement het commissievoorstel in ongewijzigde vorm aannemen, kunnen de nationale parlementen bovendien, via hun lidstaat, bij het Hof van Justitie een beroep inleiden wegens de schending van het subsidiariteitsbeginsel.

De Europese Grondwet heeft aan het parlement van elke lidstaat twee bezwaarstemmen toegekend zodat in bicamerale systemen elke parlementaire kamer autonoom een stem kan uitbrengen. De Europese Grondwet is geschreven op maat van parlementaire systemen met maximaal twee kamers. Met zijn gemeenschaps- en gewestparlementen is België een buitenbeentje. Bij de ondertekening van de Europese Grondwet liet België uitdrukkelijk noteren dat in de Belgische institutionele context zowel de federale wetgevende kamers als de gemeenschaps- en gewestparlementen beschouwd moeten worden als kamers van het nationaal parlement van België (verklaring nr. 49). Om deze erkenning van de 'Europese rol' van gemeenschaps- en gewestparlementen in overeenstemming te brengen met de bepalingen van de Europese Grondwet, werd een samenwerkingsakkoord gesloten tussen de voorzitters van de Kamer, de Senaat, de gemeenschaps- en de gewestparlementen waarin duidelijke afspraken staan over de gezamenlijke uitoefening van de Europese subsidiariteitscontrole. Het samenwerkingsakkoord erkent de bevoegdheid van elk parlement om een subsidiariteitsadvies uit te brengen.

Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Wetgevende Kamers, de parlementen van de Gemeenschappen en de parlementen van de Gewesten ter uitvoering van het Protocol betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid gehecht aan het Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa, geparafeerd te Brussel op 19 december 2005 ( Stuk 628 (2005-2006) - Nr. 1).

Bron: website Vlaams Parlement