Interne markt: Commissie maant 12 lidstaten aan EU-wetgeving uit te voeren
De Europese Commissie heeft besloten in totaal 14 inbreukprocedures in te leiden tegen 12 lidstaten omdat zij een of meer van vijf richtlijnen over de interne markt niet in hun nationale wetgeving hebben omgezet. De Commissie gaat een zaak tegen Nederland aanhangig maken bij het Hof van Justitie omdat het de Commissie niet in kennis heeft gesteld van nationale maatregelen tot uitvoering van de Zekerhedenrichtlijn van 2002. Verder zal de Commissie België, Duitsland, Griekenland, Frankrijk, Italië, Luxemburg, Nederland, Malta, Portugal en Spanje formeel verzoeken de Richtlijn betreffende verzekeringsbemiddeling uit te voeren. Bovendien wordt Frankrijk formeel verzocht de Richtlijn betreffende aanvullend toezicht op financiële conglomeraten uit te voeren. Estland zal een formeel verzoek tot voltooiing van de uitvoering van een richtlijn tot wijziging van de definitie van "kredietinstellingen" in de Bankrichtlijn ontvangen, terwijl Letland zijn maatregelen tot uitvoering van de Richtlijn betreffende de rechtsbescherming van biotechnologische uitvindingen moet verduidelijken. Deze verzoeken worden gedaan in de vorm van "met redenen omklede adviezen", de tweede fase van de inbreukprocedure zoals bepaald in artikel 226 van het EG-Verdrag. Indien binnen twee maanden geen bevredigend antwoord is ontvangen, kan de Commissie de zaak bij het Hof van Justitie aanhangig maken.
Commissaris Charlie McCreevy, bevoegd voor interne markt en diensten, zei hierover: "De lidstaten hebben de laatste tijd in het algemeen veel vooruitgang geboekt bij de uitvoering van de internemarktwetgeving, maar sommige hebben een achterstand. Wanneer een richtlijn niet in alle lidstaten wordt uitgevoerd, kunnen de burgers en het bedrijfsleven in Europa niet volledig profiteren van de interne markt en van de maatregelen die hun regeringen zelf zijn overeengekomen. De Commissie doet al het mogelijke om de lidstaten te helpen tijdig wetgeving in te voeren, maar zal zonodig corrigerende maatregelen nemen.
Zekerhedenrichtlijn: Nederland
De Commissie heeft besloten een zaak tegen Nederland aanhangig te maken bij het Hof van Justitie wegens niet-omzetting van de Zekerhedenrichtlijn (2002/47/EG) in nationale wetgeving. Dit vloeit voort uit een met redenen omkleed advies van december 2004 (zie IP/04/1533).
Alle lidstaten moesten de richtlijn op 27 december 2003 hebben uitgevoerd en van toepassing hebben verklaard. Het feit dat zij dit niet allemaal hebben gedaan, vervalst en verstoort het geharmoniseerde systeem van vereenvoudigde financiële-zekerheidsovereenkomsten dat ingevolge de richtlijn moet worden ingevoerd en gegarandeerd.
De richtlijn creëert een duidelijk en eenvormig EU-rechtskader om kredietrisico bij financiële transacties te beperken door financiële instrumenten en contanten aan te bieden als zekerheid, en is een prioriteitsmaatregel in het kader van het Actieplan voor financiële diensten. Zekerheden vormen een gigantische markt in de EU, waarbij alleen al de totale waarde aan lopende contracten op de markt van retrocessieovereenkomsten ("repo's") wordt geraamd op ongeveer 2 000 miljard euro.
Zakelijke zekerheden zijn de activa (zoals effecten) die door een kredietnemer aan een kredietgever worden verschaft om het risico van financiële verliezen voor de kredietgever te verkleinen voor het geval de kredietnemer zijn financiële verplichtingen aan de kredietgever niet volledig nakomt. Zij worden ook gebruikt voor het afschermen van de risico's van beide partijen bij onder meer transacties in retrocessies en in afgeleide instrumenten. Voordat de richtlijn werd ingevoerd, werden de marktdeelnemers in de Europese Unie geconfronteerd met sterk uiteenlopende wettelijke regelingen voor het verschaffen van zakelijke zekerheden, hetgeen leidde tot onzekerheid over de doeltreffendheid van de zakelijke zekerheden bij grensoverschrijdende transacties.
Verzekeringsbemiddeling: België, Duitsland, Griekenland, Frankrijk, Italië, Luxemburg, Nederland, Malta, Portugal en Spanje
De Commissie heeft besloten een met redenen omkleed advies te sturen naar België, Duitsland, Griekenland, Frankrijk, Italië, Luxemburg, Nederland, Malta, Portugal en Spanje, waarin zij deze tien lidstaten verzoekt om Verzekeringsbemiddelingsrichtlijn 2002/92/EG om te zetten in nationaal recht. Alle lidstaten moesten de richtlijn op 15 januari 2005 hebben uitgevoerd. De met redenen omklede adviezen volgen op de ingebrekestellingen die in maart 2005 aan veertien lidstaten zijn verstuurd. Inmiddels hebben Finland, Polen, Slowakije en Zweden de nationale uitvoeringswetgeving meegedeeld, zodat de procedures tegen deze vier staten worden stopgezet.
De Verzekeringsbemiddelingsrichtlijn heeft de keuze vergroot en de bescherming van klanten verbeterd nu tussenpersonen zoals verzekeringsmakelaars hun diensten gemakkelijker grensoverschrijdend kunnen aanbieden. De richtlijn vereist van alle tussenpersonen dat zij in hun lidstaat van herkomst zijn ingeschreven. Om te worden ingeschreven moeten zij aan strikte vereisten voldoen. Zodra zij zijn ingeschreven in hun lidstaat van herkomst, mogen zij hun diensten in de hele EU verkopen. Doordat de richtlijn niet overal in dezelfde mate is uitgevoerd, wordt de markt verstoord en kunnen verzekeringstussenpersonen hun diensten niet onder dezelfde voorwaarden binnen de interne markt verrichten.
Aanvullend toezicht op financiële conglomeraten: Frankrijk
De Europese Commissie heeft Frankrijk een met redenen omkleed advies gestuurd in verband met de onvolledige omzetting van Richtlijn 2002/87/EG betreffende het aanvullende toezicht op financiële conglomeraten. Financiële conglomeraten zijn sectoroverschrijdende financiële groepen die zowel in de bank- en investeringssector als in de verzekeringssector actief zijn. De richtlijn stelt specifieke maatregelen vast voor het bedrijfseconomisch toezicht op deze financiële groepen om hun financiële soliditeit en solvabiliteit te waarborgen. Zodra alle lidstaten de richtlijn hebben uitgevoerd, zullen zowel consumenten en spaarders als investeerders in de Europese Unie ervan profiteren, omdat zij tot een doeltreffender financiële markt en tot grotere concurrentie zal leiden. Deze richtlijn was een prioriteitsmaatregel in het kader van het Actieplan voor financiële diensten.
Activiteit van elektronisch-geldinstellingen: Estland
De Commissie heeft een met redenen omkleed advies naar Estland gestuurd wegens niet-volledige omzetting van Richtlijn 2000/28/EG, waarin de definitie van kredietinstellingen in de Bankrichtlijn (Richtlijn 2000/12/EG betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen) wordt gewijzigd, zodat elektronisch-geldinstellingen er ook onder vallen.
Rechtsbescherming van biotechnologische uitvindingen: Letland
De Europese Commissie heeft besloten een met redenen omkleed advies te sturen naar Letland met een verzoek om een volledige uitleg van zijn maatregelen om Richtlijn 98/44/EG betreffende de rechtsbescherming van biotechnologische uitvindingen om te zetten in nationaal recht. Voor de lidstaten die op 1 mei 2004 tot de Europese Unie zijn toegetreden, maakt deze richtlijn deel uit van het "acquis communautaire". Het doel ervan is bepaalde beginselen van materieel octrooirecht te verduidelijken die op biotechnologische uitvindingen van toepassing zijn, en tegelijkertijd te verzekeren dat er aan strenge ethische normen wordt voldaan. Zulke verduidelijkingen zijn van groot belang gebleken om de medische, ecologische en economische mogelijkheden van biotechnologie volledig te benutten met inachtneming van strenge ethische normen. Op dit ogenblik hebben slechts drie lidstaten de richtlijn nog niet omgezet, namelijk Italië, Luxemburg en Letland. Niet-uitvoering leidt tot handelsbelemmeringen en verstoort de interne markt, waardoor de Europese biotechnologische sector ernstig wordt benadeeld.
Voor de recentste informatie over inbreukprocedures tegen de verschillende lidstaten kunt u terecht op de volgende website:
http://europa.eu.int/comm/secretariat_general/sgb/droit_com/index_en.htm