EP roept op tot constitutionalisering van de Verdragen

woensdag 25 oktober 2000, Rapporteur : Olivier DUHAMEL

Rapporteur : Olivier DUHAMEL (PES, F)

Constitutionalisering van de Verdragen

 

Doc.: A5-289/2000

Procedure : Initiatief

Debat : 24 oktober 2000

Stemming : 25 oktober 2000

Verslag aangenomen (396/105/42)

Vanaf het begin van de Inter-gouvernementele Conferentie heeft het Europees Parlement erop gehamerd dat de Europese Verdragen in een constitutionele vorm gegoten moeten worden. Dat standpunt wordt nu nader uitgewerkt en verduidelijkt. Het doel is de fundamentele waarden van de EU, de rechten van de burger en de werking van de instellingen in een constitutionele tekst op te nemen die als referentie voor de burgers van de EU kan dienen. Een Europese grondwet zou per referendum aan de burgers van de EU moeten worden voorgelegd.

Het EP stelt twee fasen voor. In de eerste fase zouden de teksten herschreven moeten worden om de doelstellingen en de middelen waarover de EU beschikt begrijpelijker te maken. De huidige opzet van de EU en de enorme complexiteit en onleesbaarheid van de Verdragen staan de door de burger verlangde democratie, transparantie en eenvoud in de weg. Daarom moeten de huidige Verdragen vervangen worden door één enkel, goed leesbaar en beknopt kaderverdrag, waarin alleen de fundamentele bepalingen van constitutionele aard zijn opgenomen, zoals de doelstellingen van de EU, de bescherming van de grondrechten, het burgerschap, de verdeling van bevoegdheden en andere institutionele kwesties. Andere bepalingen, zoals over de verschillende gemeenschappelijke beleidsterreinen, kunnen als protocollen aan het Verdrag worden gehecht. Op die manier hoeft alleen de indeling van de teksten veranderd te worden en niet de inhoud.

De Europese Raad kan in Nice een mandaat geven aan de Raad om een dergelijk verdrag aan te nemen op basis van een voorstel van de Commissie, na raadpleging van het Hof van Justitie, met instemming van het Parlement en met de goedkeuring van de nationale parlementen.

In de tweede fase moet een tekst worden aangenomen waarin alle onderwerpen zijn opgenomen die een echte grondwet van de EU in zich heeft. Een dergelijke grondwet zou een duidelijke weerslag moeten zijn van de gemeenschappelijke waarden van de EU, de grondrechten van de Europese burger (het Handvest van Grondrechten kan het eerste hoofdstuk van de grondwet vormen), de beginselen van de scheiding der machten en de rechtsstaat, de samenstelling, rol en werking van de Europese instellingen, de verdeling van de bevoegdheidsterreinen, het beginsel van de subsidiariteit, de rol van de Europese politieke partijen en de doelstellingen van de Europese integratie. Het recht van Europese burgers om hun zaken op gemeentelijk niveau te regelen dient in het nieuwe verdrag te worden opgenomen.

De aanzet tot de opstelling van deze tekst kan gegeven worden in Nice, waar het mandaat kan worden gegeven en de procedures en het tijdschema voor de opstelling van de grondwet vastgelegd kunnen worden. De procedure die is gebruikt voor het Handvest van Grondrechten kan in aangepaste vorm als model dienen. Het nieuwe convent voor de opstelling van een grondwet zou maximaal een jaar moeten krijgen voor een eerste ontwerp, dat dan per referendum wordt voorgelegd aan de burgers van de EU. Dat referendum zou wel overal op dezelfde dag gehouden moeten worden. In ieder geval zou de grondwet moeten worden goedgekeurd vóór de Europese verkiezingen van 2004.

Ter geruststelling van de kandidaatlanden benadrukt het EP dat de opstelling van een grondwet in geen geval gebruikt mag worden als excuus voor het tegenhouden of vertragen van de uitbreiding. Ook zouden vertegenwoordigers van de kandidaatlanden betrokken moeten worden bij de opstelling van een grondwet. Daarnaast benadrukt het EP de rol van de nationale parlementen als aanjagers van het publieke debat.