EP-debat over Statuut en financiering van Europese politieke partijen
Ursula SCHLEICHER (EVP/ED, D)
Voorstel voor een verordening betreffende het statuut en de financiering van Europese politieke partijen
Doc.: A5-0167/2001
Procedure : Raadpleging
Debat : 17 mei 2001
Stemming: 17 mei 2001
Verslag aangenomen (349/80/17)
Hoewel het verslag-Schleicher gisteren op de agenda stond, werd het debat opgeschort, omdat er een verzoek was het verslag niet ontvankelijk te verklaren. Geoordeeld werd later dat het verslag wel degelijk ontvankelijk is, zodat het verslag opnieuw op de agenda is gezet, nu op donderdagochtend.
Door het EP aangenomen tekst
De ontwerp-verordening over een statuut voor en de financiering van Europese politieke partijen wordt door het Parlement flink geamendeerd, onder meer om de controle en de transparantie van de financiering van Europese partijen te verbeteren.
Het EP is het eens met de hoofdpunten van het Commissievoorstel: iedere Europese politieke partij of unie van partijen heeft het recht erkend te worden als Europese partij, ongeacht of zij voor of tegen verdere Europese integratie is. Voorwaarden zijn dat de partij of unie van partijen is gevestigd in de EU, in het EP een fractie heeft gevormd of het voornemen heeft er één te vormen of zich bij een bestaande fractie aan te sluiten, en in haar programma en activiteiten de fundamentele beginselen inzake democratie, eerbiediging van de grondrechten en de rechtsstaat in acht neemt.
Het Parlement wil dat een unie van partijen langdurig moet zijn om te voorkomen dat een unie alleen wordt aangegaan om financiering aan te trekken. Verder moet de voorwaarde om in vijf lidstaten zetels of de kiesdrempel te halen, met het oog op de uitbreiding veranderd worden in een vierde van de lidstaten, wanneer een nadere regeling wordt uitgewerkt na de inwerkingtreding van het Verdrag van Nice. Ook wil het Parlement de controle en de transparantie verbeteren, met name doordat Europese partijen donaties boven een bepaald bedrag openbaar moeten maken - waarbij anonieme schenkingen en schenkingen van overheids- en particuliere bedrijven verboden zijn - en externe en onafhankelijke audits uitgevoerd moeten worden binnen een half jaar na afloop van het boekjaar. Over de uitwerking van richtsnoeren voor de financiële regels en de controle zal de Rekenkamer worden geraadpleegd.
Partijen die zich niet aan de regels houden, met inbegrip van de plicht om de democratische beginselen, de rechtsstaat en de grondrechten na te leven, zullen het geld terug moeten storten, waarbij het presidium van het Parlement ook tot het opleggen van een boete kan overgaan. Verder moeten Europese partijen een rechtspersoon worden.
Het geld dat Europese partijen op grond van hun statuut krijgen, mag onder geen enkele voorwaarde worden gebruikt voor de financiering van nationale activiteiten. Bovendien moet een Europese partij aantonen dat zij 25% van haar middelen uit een andere bron dan de Europese begroting krijgt. Van de door de EU toegekende middelen wordt 15% verdeeld onder de partijen die aan de voorwaarden voldoen en 85% tussen de Europese partijen die vertegenwoordigers in het Europees Parlement hebben, in evenredigheid tot het aantal gekozenen.
Debat
1. Rapporteur
Zonder partijen is democratie onvoorstelbaar, aldus Ursula SCHLEICHER (EVP/ED, D). Het EP is de enige rechtstreeks verkozen instelling en de wieg van de Europese partijen. Er zijn steeds nauwere contacten met de partijen in de lidstaten nodig, en daardoor ontstaan in toenemende mate internationale structuren. Momenteel zijn er al 6 Europese partijen. Schleicher voegt eraan toe dat de EP-leden afkomstig zijn uit 130 verschillende partijen. Indertijd was artikel 191 van het Verdrag van Maastricht - waarin op het belang van Europese partijen voor de Europese integratie wordt gewezen - een doorbraak Met het Verdrag van Nice wordt dit uitgebreid tot een autonome rechtsgrondslag.
Europese partijen hebben ook geld nodig. Momenteel is er in de begroting 7 miljoen euro uitgetrokken voor alle partijen. Er is ook een verdeelsleutel vastgesteld. In haar voorstel stelt de Commissie een aantal voorwaarden waaraan moet worden voldaan. Vaak gaat zij daarbij verder dan wat voor nationale partijen is voorgeschreven.
Dat sommigen het voorstel van de Commissie willen verwerpen, vindt. Schleicher onbegrijpelijk, want het EP vraagt er al jaren om en bovendien zou een en ander de indruk kunnen wekken dat het EP geen transparantie nastreeft. Vandaag wordt slechts een eerste stap gezet. Er moet ook rekening worden gehouden met de kritiek van de Rekenkamer.
Schleicher besluit met lovende woorden voor het Zweedse voorzitterschap, dat - luidens de tekst die de Raad gisteren wou voorlezen - de zaak nog vóór het einde van zijn mandaat rond wil krijgen.
2. Fractiewoordvoerders
Hans-Gert POETTERING (EVP/ED, D) meent dat het statuut van grote betekenis is voor de Europese eenwording en democratie. Alleen via partijen kunnen burgers hun politieke wil uitdrukken. Na het incident van gisteren wil Poettering dat eens goed wordt nagedacht hoe voorkomen kan worden dat een hele kleine anti-Europese minderheid de vooruitgang in Europa kan tegenhouden. De vier grote fracties, EVP/ED, PES, ELD en Groenen, hebben meteen hun verantwoordelijkheid genomen en een oplossing gezocht. De fracties willen meer transparantie en een duidelijke financiële controle. Daarom is hij verbaasd over de kritische opmerkingen van de EP-leden Kuhne en Van Hulten op Euronews. Poettering vindt het van groot belang dat Europese partijen een rechtspersoonlijkheid krijgen, zodat zij eventueel ook naar het Hof kunnen stappen als ze menen in hun rechten geschaad te worden.
Enrique BARON CRESPO (PES, E) vindt dat wie tegen partijen is, ook tegen de democratie is. Partijen mogen hun tekortkomingen hebben, maar zonder hen is een pluralistische democratie niet mogelijk. Zelf heeft hij er tien jaar geleden met steun van Declercq, Martens en Spitaels voor gezorgd dat een verwijzing naar Europese partijen in de verdragen werd opgenomen. Nu moeten de partijen zich verder kunnen ontwikkelen en een rechtspersoonlijkheid krijgen. Hij vindt niet dat Poettering zich moet ergeren aan Kuhne, die gewoon een amendement heeft ingediend waar men voor of tegen kan stemmen. Veel amendementen hebben betrekking op mogelijke begrotingsproblemen. Duidelijk is in ieder geval dat bedrijven geen schenkinen mogen doen, anders ontstaan Amerikaanse toestanden.
Jules MAATEN i (ELD, NL) wil eerst preciseren dat hij ook penningmeester van de Europese liberalen is, ook al gaat het om een "buitengewoon onbezoldigde" functie. Hier spreekt hij echter uitsluitend namens de liberale fractie.
De huidige situatie is niet acceptabel, vindt Maaten. Er was geen andere methode, maar het kan zo niet blijven duren. Ook de Rekenkamer heeft dit aangegeven. Partijen kunnen niet van de wind leven. De vraag is echter of Europese partijen de speelbal mogen worden van belangengroepen, vakbonden, rijke individuen en dies meer. Maaten benadrukt dat de Europese partijen een onafhankelijk bestaan moeten kunnen leiden, want anders krijgen we Amerikaanse toestanden waarbij vaak meer sprake is van fondsenwerving dan van politiek bedrijven. Er zijn goed functionerende partijen nodig, want zo werkt de representatieve democratie het best, op nationaal maar vooral ook op Europees niveau.
Maaten wijst verder op de behoefte aan stabiliteit met het oog op de uitbreiding. Ook in de kandidaatlanden zijn er partijen die zich in de bestaande Europese families moeten kunnen thuisvoelen. Stabiliteit is ook een vereiste met het oog op de democratische ontwikkeling in de Unie. In de toekomst vallen Europese lijsten of individueel lidmaatschap van Europese politieke partijen immers niet uit te sluiten. Daarvoor is een systeem nodig.
Dat er geen steun mag gaan naar nationale partijen, daar is Maaten het roerend mee eens. Een aantal aspecten zoals de rechtspersoonlijkheid en de steun voor politieke campagnes moeten nog nader worden bekeken. Dit kan gebeuren ter gelegenheid van de herziening die binnen afzienbare tijd plaatsvindt.
De financiering van partijen gebeurde tot dusver op een vrij onorthodoxe manier, meent Nelly MAES (GROENEN/EVA, B). Er is dus nood aan controle en transparantie. Haar fractie is principieel tegen donaties van firma's aan partijen om de onafhankelijkheid te garanderen. Ieder land heeft zijn schandalen gehad en er moet heel strikt en controlerend worden opgetreden. Als er al sprake is van donaties, dan moet er absolute transparantie zijn.
Maes is voorstander van geen te hoge drempels. Daarom steunt haar fractie het aanvankelijke voorstel van de Commissie om vijf landen als norm te nemen, zodat geen - democratische - krachten worden afgeschrikt. Alle erkende partijen moeten over voldoende middelen kunnen beschikken om als partij te kunnen functioneren. We moeten zeer goed weten dat de burgers heel nauwlettend toekijken en we dienen ervoor te zorgen dat de democratische grondrechten worden gerespecteerd, want we kunnen geen partijen financieren om de democratie om zeep te helpen, besluit Maes.
Sylvia-Yvonne KAUFMANN (EUL/NGL, D) gelooft niet dat Europese partijen de rechtstreekse band met de kiezer kunnen hebben, die partijen op regionaal of nationaal niveau hebben. Kaufmann is het ook niet eens met Baróns stelling dat wie tegen partijen is, ook tegen de democratie zou zijn. In Duitsland is slechts 3% van de mensen lid van een partij. Veel vaker organiseren zij zich in andere verbanden. Dat neemt niet weg dat Europese partijen een belangrijke factor kunnen zijn voor de Europese eenwording. En zeker gezien de kritiek van de Rekenkamer op de huidige praktijk, vindt zij dat transparantie en financiële controle van essentieel belang zijn. Daarom steunt zij het verslag van Schleicher.
José Duarte de Almeida RIBEIRO E CASTO (UEN, P) constateert dat een meerderheid in het debat een duidelijke rechtsgrondslag nodig vindt. Het Verdrag van Nice moet worden toegepast, zodat Europese partijen een duidelijk kader krijgen. Ribeiro is niet tegen Europa, maar tegen de mogelijkheid dat de verdediging van de fundamentele rechten de exclusieve bevoegdheid van Europese partijen zou worden. Natuurlijk moet terdege rekening worden gehouden met de kritiek van de Rekenkamer, maar het is zeer waarschijnlijk dat de Rekenkamer vraagtekens zal plaatsen bij deze verordening.
Jens-Peter BONDE (EDD, DK) is gekant tegen het voorstel om artikel 308 te gebruiken. Nice heeft een aparte rechtsgrondslag voor de financiering van partijen voorzien. De basis van het voorstel noemt Bonde hopeloos onwettig zolang het Verdrag van Nice niet is geratificeerd. Ook de inhoud vindt hij onwettig, want in het Verdrag is enkel sprake van politieke partijen op Europees vlak. Bonde laakt verder het feit dat in het verslag wordt gepleit voor steun die anderen niet kunnen krijgen, wat indruist tegen het principe van gelijkheid.
Het is erg dat de Commissie als hoedster van de Verdragen zo'n voorstel indient en dat het EP dit ook nog zou goedkeuren, want het Hof van Justitie zal het ongetwijfeld ongrondwettelijk verklaren. Daarom roept Bonde op om de stemming in elk geval uit te stellen tot de volgende vergadering.
Olivier DUPUIS (TDI, I) D wil graag weten wat er bedoeld wordt in het verslag Schleicher met partijen die op een duurzame wijze en permanent actief zijn. Volgens Dupuis moeten politieke partijen een uitdrukking zijn van de samenleving. Maar zoals het er nu uitziet is dit een bureaucratisering, niet alleen in Europa maar ook in de samenleving. Partijen zijn volkomen losgekoppeld van de samenleving en er komt een steeds grotere kloof tussen de bureaucratie en de burgers. Er wordt als het ware een nieuwe belasting uitgevonden voor de burgers en de burgers worden gedwongen bureaucratie te financieren. Dit is een maatregel tegen de burgers.
3. De Commissie
Als Europese politieke partijen hun rol willen vervullen, dan moeten ze op een transparante manier de nodige middelen krijgen om te functioneren, zegt commissaris Michaele SCHREYER i. In verband met de rechtsgrondslag merkt zij op dat de Commissie als hoedster van de Verdragen uiteraard grondig te werk is gegaan en het signaal van de Rekenkamer goed heeft begrepen. Zij voelt zich ook gesterkt door het politieke signaal van Nice.
In haar voorstel heeft de Commissie geprobeerd de definitie van partijen zodanig te formuleren dat er voldoende speelruimte blijft. Verder heeft zij democratische minimumeisen en maximale transparantie ingebouwd.
Wat de verwijzing naar het Handvest van grondrechten, de rechtspersoonlijkheid en de vereiste van hoge transparantie voor privédonaties aan partijen betreft, deelt de Commissie het standpunt van het EP. Op het gebied van de representativiteit vindt de Commissie haar eigen voorstel evenwichtig. Zij blijft het dus verdedigen. De Commissie heeft bewust gekozen voor een expliciet cijfer (leden moeten uit 5 lidstaten komen) en niet voor "een derde" of "een vierde" van het totale aantal lidstaten. Deze aanpak heeft alles te maken met de uitbreiding. Zo kan immers vermeden worden dat het cijfer telkens moet worden aangepast en dat in extra regelingen moet worden voorzien.
Met het amendement over de looptijd is Schreyer het niet eens. Het amendement over donaties door of lidmaatschap van overheidsbedrijven acht zij moeilijk uitvoerbaar. Wat het amendement over sancties betreft, heeft zij een probleem met het woord "passende". Dit is te vaag en kan juridische problemen opleveren.