EP akkoord met definiëring seksuele intimidatie en discriminatie bij verlof
Heidi HAUTALA (GROENEN/EVA, FIN)
Gemeenschappelijke ontwerptekst van de richtlijn tot wijziging van Richtlijn 76/207/EEG betreffende de tenuitvoerlegging van het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen ten aanzien van de toegang tot het arbeidsproces, de beroepsopleiding en de promotiekansen en ten aanzien van de arbeidsvoorwaarden
Doc.: A5-0207/2002
Procedure : Medebeslissing, derde lezing
Debat : 11 juni 2002
Stemming : 12 juni 2002
Verslag aangenomen
Het Parlement stemt in met het akkoord met de Raad over een herziening van richtlijn 76/207/EEC over de gelijke behandeling van mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt, op de werkplek en bij beroepsopleidingen.
Het akkoord bevat voor het eerst een duidelijke definitie van seksuele intimidatie op het werk. Verder wordt discriminatie van vrouwen op grond van zwangerschaps- of moederschapsverlof verboden en wordt het recht op terugkeer naar dezelfde baan of een gelijkwaardige functie verleend na afloop van het moederschapsverlof, of na het vaderschaps- of adoptieverlof, wanneer die rechten door de lidstaten worden erkend. Daarnaast krijgen lidstaten de mogelijkheid om specifieke voordelen in te stellen om de uitoefening van een beroepsactiviteit door het ondervertegenwoordigde geslacht te vergemakkelijken. De lidstaten moeten er voor zorgen dat bepalingen in contracten en overeenkomsten die in strijd zijn met de richtlijn, worden gewijzigd of nietig verklaard.
Ook moeten werkgevers en verantwoordelijken voor beroepsopleidingen maatregelen nemen ter voorkoming van discriminatie op grond van geslacht, met name intimidatie en seksuele intimidatie. De gelijke behandeling op de werkplek moet systematisch en planmatig worden bevorderd, waarbij bedrijven bijvoorbeeld rapporten opstellen met regelmatige informatie over de gelijke behandeling. Belangrijk voor het Parlement was tevens de oprichting van instellingen die moeten toezien op de verwezenlijking van de gelijke behandeling.
Verder moeten doeltreffende maatregelen worden genomen voor reële sancties op overtredingen van de richtlijn, met mogelijke compensaties voor de slachtoffers. Personen die de slachtoffers van discriminatie op grond van geslparacht en intimidatie ondersteunen, hebben recht op dezelfde bescherming tegen nadelige behandeling