EP akkoord met rapport-Blokland inzake kaderrichtlijn afval

Hans BLOKLAND (EDD, NL)

Verslag over het voortgangsverslag inzake Richtlijn 75/442/EEG (kaderrichtlijn afval)

 

Doc.: A5-0394/2003

Procedure : Initiatief

Stemming : 19 november 2003

Verslag aangenomen

Vóór 30 september 2001 moesten de lidstaten bij de Commissie hun verslagen indienen over de tenuitvoerlegging van de kaderrichtlijn afval. Niet één lidstaat heeft zijn verslag tijdig ingediend. Het verslag van Nederland werd een kwartaal te laat ingediend. Verslagen van de drie Belgische gewesten werden aangeleverd tussen april en september 2002. Het EP concludeert dat de lidstaten over het algemeen de rapportage aan de Europese Commissie onvoldoende serieus nemen. Het verzoekt de Commissie inbreukprocedures in te leiden tegen de lidstaten die nog steeds belangrijke tekortkomingen in hun verslaglegging hebben.

Het Parlement dringt er bij de lidstaten op aan dat er alsnog afvalbeheerplannen opgesteld worden, dan wel de huidige plannen verbeterd worden. Daarbij moet in de eerste plaats de aandacht uitgaan naar maatregelen voor preventie of vermindering van de afvalproductie. Het EP constateert dat niet voldaan wordt aan de doelstelling uit het Vijfde milieu-actieprogramma van de Commissie, te weten stabilisatie van de afvalproductie in 2000 op het niveau van 1985, zijnde 300 kg per hoofd van de bevolking. Integendeel, ten opzichte van de vorige verslagperiode (1995-1997) is de hoeveelheid afval gestegen van 400 kg naar 500 kg per hoofd van de bevolking. Het EP wijst de lidstaten er dan ook op dat veel grotere inspanningen nodig zijn om afvalpreventie en -vermindering te bewerkstelligen.

Het Parlement betreurt dat de Commissie nog geen voorstellen heeft goedgekeurd voor het ontwikkelen van een pakket kwantitatieve en kwalitatieve verminderingsdoelstellingen voor alle relevante categorieën afval, die uiterlijk in 2010 moeten worden gehaald. Het EP herhaalt het verzoek aan de EC om, nog voor het verstrijken van haar mandaat, een voorstel terzake in te dienen.

De recyclingpercentages voor huishoudelijk afval lopen in de verschillende lidstaten sterk uiteen: vijf lidstaten, waaronder België en Nederland, zitten boven de 40% en vijf lidstaten zitten onder de 10%. Het EP vindt dat alle lidstaten moeten voorzien in voldoende capaciteit voor recycling en terugwinning van huishoudelijk afval. Het te verbranden deel van het huishoudelijk afval mag niet naar andere lidstaten of derde landen worden uitgevoerd.