EP wil snel besluit van Raad over statuut van de leden

woensdag 17 december 2003

Gezamenlijke ontwerpresolutie over het Statuut van de leden

Doc.: RC5-0543/2003

Procedure : Ontwerpresolutie

Debat : 17 december 2003

Stemming : 17 december 2003

Ontwerpresolutie aangenomen (345-94-88)

Het Parlement verzoekt de Raad zo snel mogelijk, in ieder geval vóór 15 januari 2004, te laten weten of hij het voorgestelde compromis kan aanvaarden en het Statuut van de leden van het Europees Parlement kan goedkeuren.

Het EP is van mening dat een algeheel compromis over het Statuut van de leden de volgende elementen zou kunnen omvatten:

  • met betrekking tot het onderdeel van het Statuut dat onder het primaire recht valt wordt de lidstaten verzocht de bepalingen van het Protocol van 1965 over de voorrechten en immuniteiten die betrekking hebben op de leden van het Europees Parlement te herzien en daarbij het op 3 en 4 juni 2003 goedgekeurde ontwerpstatuut als voorbeeld te nemen;
  • de leden hebben bij het bereiken van de 63-jarige leeftijd recht op ouderdomspensioen;
  • de lidstaten worden bevoegd de vergoedingen van de leden te onderwerpen aan de bepalingen van het nationale belastingrecht, op voorwaarde dat iedere vorm van dubbele belastingheffing vermeden wordt.

    Voor meer informatie wordt verwezen naar de background information van 15 december 2003 op de website van de Persdienst.

    Debat

    De Raad

    Roberto ANTONIONE zegt dat de Raad op 21 november jl. in een brief aan het EP heeft medegedeeld bereid te zijn tot een dialoog over het Statuut van de Leden. Er wordt reeds 25 jaar gesproken over het Statuut, hopelijk kunnen er nu spijkers met koppen worden geslagen. De Raad moet met unanimiteit beslissen over de fiscale bepalingen in het Statuut. De Raad zal dus geen beslissing nemen als het EP niet met aanvaardbare voorstellen komt. In juni werd duidelijk dat er inhoudelijke verschillen van inzicht bestonden tussen het Parlement en de Raad. Het standpunt van de Raad is als volgt: via het Statuut kan het primaire recht niet gewijzigd worden. De aspecten van primair recht moeten in een ander kader geregeld worden. De vergoedingen moeten de werkelijk gemaakte kosten weerspiegelen. De lidstaten moeten nationale belasting kunnen heffen op de schadeloosstelling, mits dubbele belastingheffing wordt vermeden. De Raad vindt dat de pensioengerechtigde leeftijd 65 jaar zou moeten zijn. Toch kan de Raad instemmen met het compromis van een pensioengerechtigde leeftijd van 63 jaar. De Raad is bereid de dialoog aan te gaan.

    De Commissie

    Loyola de PALACIO hoopt dat het eindelijk mogelijk zal zijn een overeenkomst te bereiken. De Commissie wil niet nader ingaan over de details van het initiatief, want bij de Commissie is geen concreet voorstel bekend. In juni, bij de bespreking van de vorige versie van het Statuut, heeft de Commissie wel opmerkingen gemaakt met betrekking tot de regels van primair recht en de bedragen die met het Statuut zijn gemoeid.

    Fractiewoordvoerders

    Volgens Othmar KARAS (EVP/ED, A) zijn veel parlementsleden niet gelukkig met de situatie. Het is nodig een mondelinge vraag te stellen en een resolutie aan te nemen; het Parlement wordt in deze niet serieus genomen. De grondwet zou eigenlijk belangrijker zijn geweest dan het Statuut, hoewel die twee zaken niets met elkaar te maken hebben. Een Statuut voor de Leden heeft niets te maken met partijpolitiek of met individuele belangen. Karas betreurt dat sommigen niet oprecht zijn en een verkiezingsspelletje spelen. De manier waarop de Raad de nationale regeringen vertegenwoordigt, is niet goed. De Raad wil de gemeenschappelijke weg verlaten. Het Parlement doet nu een laatste bod. Velen vinden de belastingbepalingen zoals die nu op tafel liggen niet juist, maar het EP is bereid een concessie te doen aan de Raad. Het Parlement wil ook instemmen met een pensioengerechtigde leeftijd van 63, in plaats van 60 jaar. Maar nu is het afgelopen, meer concessies wil de EVP/ED niet doen.

    Enrique BARON CRESPO (PES, E) hoopt dat het uur van de waarheid is aangebroken. In de werkgroep die bestudeerde wat de belangrijkste consequenties van het Statuut waren, zat een vertegenwoordiger van de Raad en een van de Commissie. Het is betreurenswaardig wat hier gebeurt. De grondwet is er niet gekomen, maar dit jaar is toch een stap in de juiste richting gezet met de goedkeuring van het Statuut van de politieke partijen. Het zijn de parlementariërs die zorgdragen voor de democratische vormgeving van de Unie. De stap die het EP heeft gezet, komt overeen met de filosofie van de gedeelde wetgevingsbevoegdheden. Dat wil zeggen dat het Parlement niet uit is op een botsing met de lidstaten. Het Parlement wil de Raad dan ook de hand reiken in deze kwestie. De punten die controversieel zijn, zijn het primair recht, de vergoedingen en de belastingen.

    Diana WALLIS (ELD, VK) heeft naar eigen zeggen geen inspiratie om nog iets op te merken over het Statuut. Alles is al gezegd. In juni kon de ELD niet akkoord gaan met de bepalingen inzake het primair recht. Nu komt het EP met een duidelijk pakket terug bij de Raad. Er is een Europees succes mogelijk. Maar de Raad heeft geen goed weekend achter de rug. De Raad en het EP kunnen dus óf een succes boeken, óf doorgaan met het vreselijke grabbelwerk. De Raad heeft nu de kans om de Unie te verheffen in de ogen van de burger.

    Giuseppe DI LELLO FINUOLI (EVL/NGL, I) zegt dat zijn groep voor de totstandkoming van het Statuut en tegen uitwijkmanoeuvres is. Niet dat de groep helemaal tevreden is, maar de EVL/NGL zal een constructieve bijdrage leveren aan de onderhandelingen. De EVL/NGL is niet geheel gelukkig met de pensioengerechtigde leeftijd van 63 jaar. De parlementsleden moeten uiterlijk op 60-jarige leeftijd met pensioen kunnen gaan. Daarnaast vraagt Di Lello Finuoli zich af waarom een afgevaardigde uit Estland veel minder betaald krijgt dan een Duits lid. Toch begrijpt hij dat het vreemd is wanneer een lid enkele malen zoveel zou verdienen als de president van zijn land. Desalniettemin is de EVL/NGL voorstander van een enkel salaris voor alle leden.

    Daniel COHN-BENDIT (GROENEN/EVA, F) wil enerzijds een fundamenteel besluit nemen dat geldig is voor alle leden en waarbij een einde wordt gemaakt aan de onredelijke reiskostenvergoedingen. Anderzijds is het zo dat het EP de intelligentie moet hebben om overgangsregelingen te bedenken zodat de kandidaat-lidstaten de tijd krijgen om zich aan te passen aan het akkoord. Het zou absurd zijn als een parlementslid meer verdient dan zijn president. Er moet dus een opt-in clausule komen waarbij lidstaten de mogelijkheid hebben om later tot het Statuut te kunnen toetreden. Cohn-Bendit gaat akkoord met een pensioenleeftijd van 63 jaar. Hij zou ook akkoord zijn gegaan met een leeftijd van 65 jaar.

    Rijk VAN DAM (EDD, NL) zegt dat het EP al 25 jaar direct wordt gekozen. De bezoldiging van de leden loopt dermate uiteen dat de verhouding tussen werk en inkomen zoek is. De reiskostenvergoeding is los komen te staan van de werkelijkheid, zeker nu prijsvechters zeer goedkope vliegtickets aanbieden. Het Statuut is nog altijd niet goedgekeurd. Het is nu erop of eronder. Wil het EP de kiezer opnieuw tegemoet treden met grote verschillen in bezoldiging? Gelijke bezoldiging staat echter weer op gespannen voet met het subsidiariteitsbeginsel.

    De EDD wil dat de werkelijk gemaakte reiskosten worden vergoed. Ieder jaar dient de EDD een amendement op de begroting in, dat de werkelijke kosten worden vergoed. Dit amendement wordt ieder jaar verworpen. Dit punt kan blijkbaar alleen in het kader van een totaalpakket worden aangenomen. Het is onvermijdbaar dat er een eigen traject komt voor wat betreft het primair recht. Wat de Raad wil, een pensioengerechtigde leeftijd van 63 jaar, is niet onredelijk. De bezoldiging van de leden kent nu nog extreme uitschieters. Het zou goed zijn bij de vaststelling van de schadeloosstelling uit te gaan van een gewogen gemiddelde van de huidige vijftien bedragen. Van Dam stemt in met het idee dat het inkomen van een europarlementariër wordt vastgesteld op 50% van het salaris van een rechter bij het Hof. Als de Raad instemt met het Statuut, mag de Raad zich geslaagd noemen.