EP wenst wijzigingen in betrekkingen tussen de EU en de VN

donderdag 29 januari 2004, Armin LASCHET

Armin LASCHET (EVP/ED, D)

Verslag over de betrekkingen tussen de Europese Unie en de Verenigde Naties

 

Doc.: A5-0480/2003

Procedure : Initiatief

Debat : 29 januari 2004

Stemming : 29 januari 2004

Verslag aangenomen (367-62-14)

Het Europees Parlement stelt vergaande wijzigingen van de VN en van de betrekkingen tussen de EU en de VN voor. Het EP wijst erop dat de EU en de lidstaten meer dan 50% van de contributies voor de Verenigde Naties en voor de vredestroepen en meer dan 60% van de internationale ontwikkelingshulp opbrengen. De EU zou dan ook een sleutelrol bij de toekomstige opzet van de VN moeten spelen.

Het EP dringt aan op een uitbreiding van het aantal leden van de Veiligheidsraad (permanente en niet-permanente leden) om de huidige situatie in de wereld beter te weerspiegelen. In het bijzonder denkt het EP aan opname van de EU als volledig permanent lid zodra haar rechtspersoonlijkheid is erkend en aan een aanvullende permanente zetel voor elk van de volgende regio's: Afrika, Azië en Latijns-Amerika. Daarnaast dringt het Parlement aan op de verbetering van het besluitvormingsproces van de Veiligheidsraad door vervanging van het huidige vetosysteem door een dubbel vetosysteem (veto geldt uitsluitend indien uitgesproken door twee permanente leden) voor de gevallen zoals bedoeld in hoofdstuk VII van het VN-Handvest (bedreigingen van en inbreuken op de vrede en daden van agressie).

De leden doen een beroep op de Raad om na te denken over de mogelijkheid een voorstel te doen over de deelname van de EU als volledig lid van de Veiligheidsraad en van de Algemene Vergadering van de VN. In afwachting van een besluit over volledige deelname van de EU aan het besluitvormingsproces van de VN pleiten de leden voor:

  • deelname van een delegatie van de Unie aan de jaarlijkse bijeenkomst van de Algemene Vergadering;
  • deelname van een delegatie van de Unie aan de jaarlijkse bijeenkomst van de ECOSOC. Deze delegatie dient te bestaan uit vertegenwoordigers van de Raad, het EP en de Commissie;
  • deelname van de EU aan het besluitvormingsproces van alle fondsen en programma's van de VN-organen waaraan de EU-begroting bijdraagt.

    In het geval van genocide, oorlogsmisdaden en misdrijven tegen de menselijkheid moeten de VN snel kunnen ingrijpen. In dit verband moet de mogelijkheid worden geschapen het veto van een permanent lid van de Veiligheidsraad te omzeilen, wanneer een onafhankelijk, volkenrechtelijk gelegitimeerde instantie (b.v. het Internationale Gerechtshof of het Internationaal Strafhof) met het oog op de bovengenoemde misdrijven mogelijke vertraging vaststelt. Het Parlement is daarnaast voorstander van de mogelijkheid om politieke regimes die de mensenrechten gedurende lange tijd ernstig en stelselmatig schenden hun stemrecht in de Commissie mensenrechten van de VN te ontzeggen. Bovendien verzoekt het EP de EU steun te geven aan de instelling van een intergroep van de democratische landen binnen het VN-systeem (de 'Gemeenschap van democratieën').

    Het Parlement nodigt de Europese Commissie uit om een verdere stap te doen naar versterking van de samenwerking met de VN door:

  • actieve deelname aan strategische partnerschappen op de gebieden ontwikkeling, humanitaire hulpverlening en conflictpreventie;
  • bestrijding van onderontwikkeling en de bevordering van duurzame ontwikkeling, het wegnemen van oorzaken van conflicten en een consequente rechtshandhaving in de internationale betrekkingen;
  • te komen tot een bindend internationaal verdrag over de sociale verantwoordelijkheid van bedrijven, dat in laatste instantie in de VN zelf wordt afgedwongen.

    Volgens de Assemblee is het dringend noodzakelijk te zorgen voor permanente coördinatie tussen de EU-leden die zitting hebben in de Veiligheidsraad van de VN enerzijds en het voorzitterschap van de EU anderzijds. Deze verbetering zou ertoe moeten leiden dat enige tegenspraak tussen de gemeenschappelijke standpunten of politieke richtsnoeren die worden vastgesteld door de Unie enerzijds en de standpunten die door enige lidstaat van de EU in de VN-organen tot uitdrukking wordt gebracht, wordt voorkomen. De verduidelijking van de betrekkingen tussen de Raad en de lidstaten die in de Veiligheidsraad zijn vertegenwoordigd zou gerealiseerd kunnen worden in het kader van een vast te stellen gedragscode. Onderdeel van een dergelijke gedragscode zou moeten zijn dat de lidstaten van de EU, steeds wanneer een verklaring wordt afgelegd namens de EU of de EG, geen nationale verklaringen afleggen.

    Het Parlement herhaalt zijn eis van een wereldwijd verbod op het klonen van mensen en steunt het besluit van de Algemene Vergadering van de VN om in 2004 een verdrag terzake uit te werken. Tenslotte pleit het EP voor de gezamenlijke opzet van een netwerk van parlementariërs die regelmatig in een adviserende parlementaire vergadering in VN-kader bijeenkomen ter bespreking van belangrijke politieke vraagstukken in verband met de werkzaamheden van de VN.